Pijn aan de plasopening veroorzaakt door wrijving van de sonde. Verstopping van de sonde: urine met bloedklonters of vlokken kunnen de sonde laten verstoppen. Neem contact om met de dienst urologie, huisarts of spoedgevallen om de sonde door te spoelen. Pijn bij het zitten door druk van de sonde op de plasbuis.
Het inbrengen van de katheter kan gevoelig of pijnlijk zijn. Ook kan het zijn dat u direct na het inbrengen van de katheter het gevoel heeft dat u moet plassen. Dat kan enkele dagen duren, maar geeft niet. De urine vloeit vanzelf weg via de katheter.
De eerste dagen na het verwijderen van de blaaskatheter kan uw plasbuis branderig/pijnlijk aanvoelen, waardoor u wat vaker dan normaal naar het toilet moet. Ook kan de eerste dagen de urine wat troebeler zijn of kan er wat bloed in de urine zitten. Door regelmatig goed te drinken wordt de urine snel helder.
Sondes, katheters en drains
Deze blaassonde zal worden verwijderd op de tweede dag na de operatie, wanneer ook de pijnpomp wordt verwijderd. Na de operatie heeft u een infuus/katheter voor toediening van vocht en medicatie. Deze wordt zodra mogelijk afgebouwd en verwijderd.
Op de blaassonde wordt een kraantje gemonteerd. Je kunt het dicht zetten en verstoppen in de onderbroek. Dat heeft 2 voordelen: je moet niet met de beenzak werken en de blaas vult zich nog met urine zodat ze niet volledig verschrompelt. Als je gaat plassen, zet je het kraantje open om de urine te laten afvloeien.
Omdat je een blaassonde hebt, ontstaat er een groter risico op het ontwikkelen van urineweginfecties. Daarom krijg je in de meeste gevallen een antisepticum voorgeschreven. Mogelijke tekenen van een urineweginfectie zijn urineverlies naast de sonde, troebele urine, plasdrang en eventueel bloed bij de urine.
Bij het ontwaken
Om braken te vermijden, mag u niet altijd meteen eten of drinken. Misschien bent u nog verbonden met buisjes: het infuus: om vocht en eventuele pijnstillers of medicijnen toe te dienen. een blaassonde: om urine op te vangen.
In sommige omstandigheden kan een patiënt niet meer plassen of is het noodzakelijk de hoeveelheid urine die wordt aangemaakt op te volgen. Hiervoor zal een blaassonde worden geplaatst. Op die manier kunnen we de urine opvangen en eventueel de blaas laten ledigen.
Als de urineblaas is verwijderd, moet uw urine het lichaam op een andere manier verlaten. Dit kan door een urinestoma te maken van een stukje dunne darm. De stoma kan geen urine bewaren, waardoor de urine er vanzelf uitloopt en in een zakje wordt opgevangen.
Na het inbrengen van de blaaskatheter kunt u last hebben van een branderig gevoel in de plasbuis, het gevoel dat u moet plassen of blaaskrampen. Dit verdwijnt meestal na enkele dagen.
Zolang u een verblijfskatheter heeft, kunt u niet gewoon plassen. De urine loopt weg door de katheter, zonder dat u het merkt. Met een verblijfskatheter kunt u bijna alles doen wat u gewend was. De urine wordt opgevangen in een opvangzak.
Blaaskatheter U heeft een katheter gekregen om de urine continu uit de blaas te laten aflopen. Een opgeblazen ballonnetje, aan de punt van de katheter, zorgt ervoor dat de katheter er niet uit kan vallen. De katheter kan tussen de 8 en 12 weken blijven zitten.
De meest voorkomende complicaties zijn: − herhaaldelijk aandrang om te plassen; − pijnlijk of branderig gevoel in de blaas of de plasbuis; − moeite met het ophouden van urine; − aanwezigheid van bloed- of weefseldeeltjes in de urine; − een grieperig gevoel met een temperatuurverhoging boven 38,5 °C kan binnen vier uur ...
Het wordt veroorzaakt door zware samentrekkingen van de blaas die de sfincterspieren van de urinebuis overstemmen. Deze spieren houden normaal gesproken controle over uw blaas, wat resulteert in ongewenst urineverlies.
Wie niet kan plassen na een operatie, kan met medicatie behandeld worden die de spiercellen rond de blaashals ontspannen. Bij chronische urineretentie door prostaatvergroting wordt ook medicatie voorgeschreven, maar op lange termijn kan een operatie nodig zijn.
Mensen met een laag risico blaastumor krijgen meestal 1 spoeling binnen 12 tot 24 uur na de TURT. Mensen met een matig risico of een hoog risico blaastumor krijgen na de TURT meerdere blaasspoelingen. Dit kan tot 3 jaar na de TURT doorgaan.
Over het algemeen bent u vrij snel wakker. Als alles stabiel is mag u na een bepaalde tijd (minimaal 30 minuten) terug naar de verpleegafdeling. U kunt hier meer lezen over pijnbestrijding na de operatie.
Afhankelijk van uw ingreep of behandeling is afgesproken hoe lang u op de Recovery blijft. 0 tot 2 uur en daarna naar de afdeling of medium care. 2 tot 6 uur en daarna naar de afdeling of medium care.
Nadat u onder narcose bent geweest, reageert u tijdelijk wat minder snel. Als u op de dag van de operatie naar huis mag, zorg er dan voor dat u de eerste nacht na ontslag uit het ziekenhuis niet alleen thuis bent. Ook mag u niet zelf naar huis rijden.
De blaas. Uw blaas heeft twee functies: opslaan en afvoeren van urine. Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen.
Het is niet erg om een keer wat langer te wachten om naar het toilet te gaan, maar het is beter om dit niet te vaak te doen. De plas ophouden kan op lange termijn namelijk leiden tot een overactieve blaas en kan bovendien zorgen voor nierproblemen.
Bloed in de urine, zichtbaar of onzichtbaar, wordt hematurie genoemd. Bloed in de urine kan een teken zijn van een aandoening die een (milde) bloeding veroorzaakt in de urinewegen (de nieren, de urineleiders, de blaas, de plasbuis, of bij mannen; de prostaat).