Hoe werkt het in 2023 Vanaf 2023 kijken we niet meer naar het heffingsvrij vermogen. We werken met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner). Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee voor de eigen bijdrage.
Als u alleenstaand bent mag u €31.140 spaargeld hebben voordat uw eigen bijdrage omhoog gaat. De eerste €31.140 is heffingsvrij. Voor echtparen ligt deze grens bij €62.280 in 2023. Heeft u minder dan dit bedrag, dan heeft het geen zin om uw vermogen te verminderen om zo uw eigen bijdrage proberen te verminderen.
Bij de berekening van de eigen bijdrage kijken we ook naar vermogen zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. Voorheen gebruikten we hiervoor de grondslag sparen en beleggen van de Belastingdienst. In 2023 werken we met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner).
Het heffingsvrij vermogen is in 2021 omhoog gegaan naar € 50.000. Het kabinet heeft besloten dat deze verhoging niet mag doorwerken in andere regelingen. Daarom is de berekening van de eigen bijdrage voor klanten met vermogen aangepast. Vanaf 2023 kijken we niet meer naar het heffingsvrij vermogen.
Wij berekenen uw eigen bijdrage met uw inkomen en vermogen van 2 jaar geleden. In 2023 gebruiken wij uw inkomen en vermogen over 2021. De reden is dat de Belastingdienst uw inkomen en vermogen pas een jaar later vaststelt.
Wij berekenen uw eigen bijdrage met uw verzamelinkomen. Heeft u geen belastingaangifte gedaan? Dan gebruiken wij uw belastbaar loon. Dat is het totaal van uw loon en/of uitkering in een jaar.
De lage eigen bijdrage 2023 is minimaal € 184,- per maand en maximaal € 966,60 per maand. De hoge eigen bijdrage 2023 is minimaal € 0 per maand en maximaal € 2.652,40 per maand.
Dit jaar, in 2022, kun je €50.650 belastingvrij sparen (€650 meer dan in 2021). Dat gaat dus om het heffingsvrije vermogen zonder partner. Het is goed om te weten dat het bedrag dat je belastingvrij mag sparen aanzienlijk is gestegen ten opzichte van €30.846 in 2020.
Tot €57.000 geen belasting
Over een deel van je vermogen betaal je geen belasting. Dat is de vrijstelling. In 2023 is de vrijstelling € 57.000. In 2022 was dit nog € 50.650.
U mag aardig wat spaargeld hebben zonder dat uw zorgtoeslag in gevaar komt. U kunt in 2023 zorgtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2023 niet hoger is dan € 127.582. Hebt u een toeslagpartner? Dan mag het vermogen op 1 januari 2023 van u samen maximaal € 161.329 zijn.
De heffingsvrije grens voor belastingvrij sparen bedraagt 57.000 euro per persoon. Fiscaal partners hebben samen recht op een heffingsvrije grens van 114.000 euro. In 2022 was dit nog 50.650 euro per persoon of dus 101.300 euro voor fiscaal partners. De Belastingdienst kijkt niet alleen naar hoeveel spaargeld je hebt.
Wat u wel en niet als vermogen moet meetellen, is hetzelfde als bij uw belastingaangifte. Spaargeld, aandelen en een vakantiehuis in Nederland of het buitenland tellen bijvoorbeeld mee. Maar het huis waarin u woont en uw auto tellen níét mee als vermogen. Lees meer bij Wat zijn uw bezittingen en schulden?
Er is namelijk een grensbedrag waarvoor een vrijstelling geldt, ook wel het heffingsvrije vermogen genoemd. Dit brengt ons bij de vraag: "Hoeveel spaargeld mag ik hebben in 2024?" Het grensbedrag kan elk jaar veranderen, maar het heffingsvrije vermogen blijft voor 2024 gelijk aan dat van 2023, namelijk €57.000.
Vermogen telt mee
De eigen bijdrage voor 2023 is dus gebaseerd op het verzamelinkomen van 2021. Het CAK trekt van dat verzamelinkomen een paar posten af, zoals de betaalde belasting en een bedrag voor zak- en kleedgeld. Maar er is ook een bijtelling voor het spaargeld. Daarvan telt 4 procent mee als inkomen.
Telt spaargeld mee? In 2022 telt vermogen (zoals spaargeld) tot € 30.846 per persoon niet mee voor de eigen bijdrage. Dit noemen we het 'heffingsvrije vermogen'. Het vermogen boven € 30.846 telt wel mee voor de eigen bijdrage.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contante bedragen boven de € 596 euro moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Dit is € 1.192 als u een fiscale partner heeft. Ook de waarde van cadeaubonnen die u in huis heeft telt mee.
Een bedrag van 50.000 euro op je spaarrekening is dus zeker meer dan het doorsnee vermogen van de Nederlander. Maar als je een groot pensioentekort hebt, kan een bedrag van 100.000 euro nog te weinig zijn. Het hangt dus sterk af van je persoonlijke situatie en wat je met je spaargeld wilt doen.
Zwart werken is niet helemaal illegaal. Je moet het dan wel aangeven bij de belastingdienst. Hoeveel mag je precies verdienen met zwart werken? Het bedrag dat je met zwart werken mag verdienen in 2023 is maximaal €8.520 per jaar.
Wat is de belastingvrije voet voor spaargeld? Of met andere woorden, hoeveel geld kun je sparen zonder belasting te betalen? In fiscaal jaar 2022 is dit bedrag € 50.650 of € 101.300 voor fiscale partners.Voor 2023 gaat dit bedrag omhoog naar ongeveer € 57.000, of ongeveer € 114.000 voor fiscale partners.
U mag in 2023 maximaal € 33.748 aan vermogen hebben om huurtoeslag te krijgen. Hebt u een toeslagpartner? Samen met uw toeslagpartner mag u € 67.496 aan vermogen hebben.
Als je de afgelopen jaren meer dan € 100.000 spaargeld had, betaalde je bij sommige banken een negatieve rente over het bedrag. Sinds 1 oktober 2022 hebben alle Nederlandse banken negatieve rente helemaal afgeschaft. Je betaalt dus bij geen enkele bank nog negatieve spaarrente over je spaargeld.
Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 50.000,- = € 150.000,- Rendementspercentage: € 5.700,- / € 200.000,- = 2,85% Voordeel uit sparen en beleggen: 2,85% * € 150.000,- = € 4.275,- Te betalen belasting in box 3: € 4.275,- x 31% = € 1.325,-
Ook kosten waarvoor een eigen bijdrage geldt aan het CAK of volgens de Zorgverzekeringswet zijn niet aftrekbaar.
Ondersteuning vanuit de Wmo
Voor wijzigingen van een bestaande eigen bijdrage mogen wij tot 36 maanden terug in rekening brengen. U betaalt per periode nooit meer dan uw maximale eigen bijdrage.
Op basis van informatie van uw gemeente is bepaald dat u geen eigen bijdrage hoeft te betalen. Bijvoorbeeld omdat uw gemeente minimabeleid heeft. Of omdat uw gemeente u een vrijstelling heeft gegeven. U betaalt al een eigen bijdrage voor beschermd wonen of voor de Wet langdurige zorg.