De lineaire hypotheek is een veiligere hypotheekvorm dan de annuïteitenhypotheek. Doordat je bij een lineaire hypotheek de hypotheekschuld veel sneller omlaag brengt. Vind je het belangrijk om snel af te lossen, overweeg dan een lineaire hypotheek.
Wat is de goedkoopste hypotheekvorm? Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, is de annuïteitenhypotheek aan het begin het goedkoopst. Je maandlasten zijn aan het begin van de looptijd lager dan bij een lineaire hypotheek. Als je kijkt naar de hele looptijd, is een lineaire hypotheek echter de goedkoopste hypotheekvorm.
Het voordeel van een annuïteitenhypotheek ten opzichte van de 'oude' aflossingsvormen is dat u de kosten bespaart die met de spaar- of beleggingshypotheken gepaard gaan. Daar komt bij dat u zich niet aan allerlei fiscale spelregels hoeft te houden.
Wie niet maximaal leent is (op de lange termijn) goedkoper uit met een lineaire hypotheek. De hypotheek wordt lineair namelijk sneller afgelost dan bij annuïtaire aflossing. Gedurende de looptijd betaalt u hierdoor minder hypotheekrente. Daarnaast wordt met een lineaire hypotheek direct een flinke overwaarde opgebouwd.
Bij een lineaire hypotheek los je elke maand een vast bedrag af en daarnaast betaal je rente. Het brutobedrag daalt tijdens de looptijd, omdat er steeds minder hypotheek 'open staat' en je steeds minder rente hoeft te betalen. Aan het einde van de looptijd heb je de hypotheek helemaal afgelost.
Wanneer je amper nog hypotheek hebt, zullen je aftrekbare kosten lager zijn dan je woningforfait en dus zou je meer belasting moeten betalen. Dat voelt niet helemaal eerlijk. Want als je wel nog schuld hebt en rente aftrekt, is die vaak hoger dan het eigenwoningforfait en hoef je dus niet te betalen.
Je hypotheek vervroegd aflossen kan heel verstandig zijn, maar is in de volgende gevallen juist niet aan te raden: Wanneer je minder hypotheekrente betaalt, wordt je hypotheekrenteaftrek ook lager. Hierdoor wordt je belastbaar inkomen hoger. Dit zorgt ervoor dat je mogelijk meer belasting moet betalen in box 1.
Nadelen bij een lineaire hypotheek
Aan het eind van de looptijd is je fiscale voordeel namelijk stukken lager dan in het begin. Je betaalt dan minder rente waardoor je hypotheekrenteaftrek ook lager wordt. Daarnaast zijn je maandlasten in het begin juist relatief hoog in vergelijking met andere hypotheekvormen.
Omdat het bruto maandbedrag van de annuïteitenhypotheek gelijk blijft en het belastingvoordeel daalt, stijgt de netto maandlast. Bij de lineaire hypotheek dalen de bruto en de netto maandlast allebei.
Bij een annuïteitenhypotheek betaal je de eerste jaren vooral veel rente en los je pas later in de looptijd meer af. Bij een lineaire hypotheek betaal je elke maand een gelijk deel aan aflossing. Zo los je juist sneller af en daardoor wordt het maandbedrag ook steeds lager.
Als je naar de maandlasten kijkt is een aflossingsvrije hypotheek zeker aantrekkelijk: je betaalt namelijk geen aflossing. Maar op de langere termijn ben je vaak duurder uit, omdat je niet aflost op je hypotheekschuld en daardoor steeds hetzelfde bedrag aan rente blijft betalen.
Wat is het voordeel van een deels aflossingsvrije hypotheek? De maandlasten voor een annuïteitenhypotheek van 100.000 euro (looptijd 30 jaar) zijn: Uitgaande van een hypotheekrente van 1,5 procent betaal je na het afsluiten van de hypotheek: 345 euro. Het geeft dus een verschil van 220 euro per maand.
Maar een aflossingsvrije hypotheek heeft ook nadelen. Bij een aflossingsvrije hypotheek betaal je alleen rente en – dus – geen aflossing. Daardoor wordt je schuld tijdens de looptijd niet minder. Maar die schuld moet je aan het einde van de looptijd of bij tussentijdse verkoop wel volledig aflossen.
Een annuïteitenhypotheek geeft je zekerheid over je maandlasten, aangezien je elke maand exact hetzelfde bruto bedrag betaalt. Daarnaast weet je zeker dat je hypotheek na 30 jaar volledig is afgelost en neemt je hypotheekschuld elke maand af (hoewel wel minder snel dan bij een lineaire hypotheek).
Een al afgesloten spaarhypotheek blijft gewoon doorlopen. Je mag deze ook oversluiten naar een andere geldgever of meenemen bij een verhuizing. Je hoeft je spaarhypotheek niet stop te zetten bij de verkoop van je huis. Je mag het bedrag van je hypotheek alleen niet meer verhogen of de looptijd verlengen.
Op de lange termijn biedt de lineaire aflossingsvorm echter wel financiële voordelen. Over de gehele looptijd is het namelijk de goedkoopste hypotheekvorm en daarnaast los je relatief snel af. Daardoor heb je minder kans op restschuld.
Nadelen van de annuïteitenhypotheek:
bij een annuïteitenhypotheek lost u in de eerste jaren niet veel af. De aflossing/vermogensopbouw gaat trager dan bij bepaalde andere hypotheekvormen; bij een annuïteitenhypotheek nemen de netto maandlasten gedurende de looptijd toe. De hypotheek wordt netto dus steeds duurder.
De lineaire hypotheek is goedkoper als je kijkt naar de gehele looptijd van de hypotheek. Omdat je de schuld sneller aflost, betaal je over de totale looptijd minder hypotheekrente. Toch is de annuïteitenhypotheek de meest gekozen hypotheekvorm van de twee.
De spaarhypotheek wordt als een veilige hypotheekvorm gezien. Hetzelfde kun je zeggen over de annuïteitenhypotheek. Na iedere maand wordt je hypotheekschuld weer iets kleiner, Het grote voordeel van de annuïteitenhypotheek ten opzichte van de spaarhypotheek zijn de maandelijkse aflossingen.
Meer hypotheek bij een rente van minimaal 10 jaar
Kies je voor een rentevaste periode van 10 jaar of langer? Dan mag je meer lenen dan bij een kortere rentevaste periode. Bij een rentevaste periode van minimaal 10 jaar berekenen hypotheekaanbieders je maximale hypotheek op basis van de echte hypotheekrente.
In de meeste gevallen is het dus verstandig om uw hypotheek af te lossen als u voldoende spaargeld heeft. Uw spaargeld levert immers bijna niets op, en een besparing is bijna altijd mogelijk.
Volledig bezit. Hypotheekvrij betekent ook dat een huis volledig van jou is. Als een hypotheek nog loopt, is de woning in principe het onderpand voor de lening. Als deze volledig is afgelost, kun je de woning voor 100 procent optellen bij jouw eigen vermogen.
Voor de meeste huiseigenaren bedraagt de bijtelling 0,65 procent over de WOZ-waarde. De uitkomst wordt opgeteld bij het inkomen en daar wordt belasting over geheven. De bijtelling voor een huis van twee ton bedraagt dus: 200.000 x 0,65 procent = 1.300 euro.