Voor het vliegen zijn niet alleen veren nodig.De vogel moet ook licht zijn en vliegspieren en luchtzakken hebben. Vogels zijn er in allerlei soorten en maten. Aan hun uiterlijk kun je zien waar ze leven en wat ze eten.
Alle vogels hebben veren, of ze nu kunnen vliegen of niet. Veren bedekken en beschermen het lichaam, zoals de haren dat bij zoogdieren doen, en de schubben bij vissen en reptielen. Vogels stammen af van de reptielen, en vogelveren zijn eigenlijk heel bijzondere en sterk ontwikkelde schubben.
Menselijke botten zijn niet stevig genoeg om mee te vliegen. Daarnaast hebben vogels en vleermuizen sterkere spieren. Vogels hebben flinke borstspieren waardoor ze hun vleugels lang en krachtig kunnen bewegen. Een vergroot borstbeen zorgt ervoor dat deze spieren stevig vastzitten.
We kennen allemaal nog wel meer vogelsoorten die niet kunnen vliegen. Zo is er de kiwi, de struisvogel en natuurlijk die arme dodo. Al deze vogels hadden/hebben vleugels, maar deze zijn niet sterk genoeg om hun relatief zware lijfjes van de grond te tillen.
Vooral vogelsoorten die bekendstaan als monogaam en intelligent, zoals papegaaien en parkieten, hebben daar last van. Er ontbreekt wetenschappelijk bewijs dat vogels rouw ervaren. Gedrag dat mensen associëren met rouw zou ook andere oorzaken kunnen hebben.
Helaas nemen duiven die taak voor ze waar. Wat eten betreft mogen het vliegende ratten lijken, qua poepen zijn het vliegende honden. Omdat poep en plas bij duiven tegelijkertijd uit dezelfde opening komen, bombarderen ze je met een tweecomponentenproduct dat door elke hoed of jas bijt.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Bij een storm (windkracht negen) houden de meeste vogels zich schuil. In de lucht blijven is veel te gevaarlijk. Elke soort zoekt de beschutting die bij hem past. Zangvogels zoeken bijvoorbeeld een veilig plekje in een struik, heg of boom.
Pinguïns zijn vogels, maar kunnen niet vliegen. Ze hebben wel alle kenmerken van een vogel: vleugels, een snavel, veren en ze leggen eieren. Niet vliegen, wel zwemmen Pinguïns hebben dus wel vleugels, maar die zijn te klein om het zware lijf op te laten stijgen.
Vogels poepen en plassen tegelijkertijd. Ze hebben niet als mensen een aparte urineblaas. Ze lozen alles in 1 keer en dat doen ze via dezelfde uitgang. Vogels hebben een cloaca.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Het terug groeien van de veren duurt maar een week of zes maar de vogel moet vergeten dat hij ooit heeft geplukt dus moet hij soms de kraag wat langer om houden. Een deel van de vogels zal vergeten dat hij ooit zijn veren heeft uitgetrokken na het afdoen van de kraag.
Soms is de vogel dood maar vaker is de vogel alleen bewusteloos. Haal de vogel binnen om te voorkomen dat een kat hem pakt. Stop hem in een doos en laat hem een tijdje met rust. Bewusteloze vogels zullen binnen een uur bijkomen en kunnen dan weer losgelaten worden.
Ze zien de reflectie van een huis of een boom en denken dat ze er kunnen landen. Dat is gemakkelijker te controleren: ga naar buiten en kijk naar je ramen vanuit het oogpunt van een vogel. Als je takken of lucht weerkaatst of zichtbaar door het glas ziet, zullen de vogels dit ook zien.
Raamslachtoffers. Zijn vogels die met een harde knal tegen het raam of windscherm vliegen. Vaak blijven deze vogels versuft liggen, soms hebben ze hun nek gebroken en zijn ze dood.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Over de pijnervaring van dieren wordt in de wetenschappelijke wereld druk gediscussieerd. Intuïtief zijn we het erover eens dat 'hogere' diersoorten zoals zoogdieren en vogels wel degelijk pijn voelen: ze likken hun wonden, vermijden pijnlijke situaties en dienen zichzelf pijnstillers toe.
Regen deert de meeste vogels niet erg. Ze gaan gewoon door met voedsel zoeken, met vliegen of zingen. Bij noodweer zullen vogels een schuilplaats zoeken. Voor zeevogels is dat onmogelijk, maar die kunnen wel tegen een stootje.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Moeten die heel hard tegen de wind in vliegen? Of schuilen ze tot het over is? Het is moeilijk om geen medelijden te voelen als je vogels vol tegen de wind in ziet vliegen, of duiven door de striemende regen ziet lopen terwijl hun verendek almaar natter wordt. Toch kunnen vogels bijzonder goed tegen storm.
Als het stormt, vanaf windkracht 9, houden vogels zich schuil. Zo houden zangvogels zich schuil tussen de struiken of in de bomen. In stedelijke gebieden schuilen zij in de luwte van huizen en gebouwen. Andere vogels, zoals watervogels, verschuilen zich tussen het riet.
Omdat duiven niet kunnen poepen als ze vliegen, poepen ze alleen als zitten. Daar door raken dergelijke zitplekken al snel ernstig bevuild met uitwerpselen. Een duif produceert veertien kilo poep per jaar!
De meeste groepen vliegen lager dan 1500 meter, toch zijn er meldingen van kleine vogels die 3000, 5000 en zelfs 6300 meter hoog vlogen.
De rotgans heel vaak. Ik schat in dat de torenvalk iets minder vaak poept. Een paar keer per uur vermoed ik. Stel dat het twee keer per uur is, dan hebben we het nog altijd over een veertig tot vijftig keer per dag.