Een kat heeft een ruimte nodig om te rennen en om zich te kunnen afzonderen. Reken met de formule n +1 waarbij n = het aantal katten. Dus wil je 2 katten, dan heb je 2 + 1 = totaal 3 kamers nodig, die ook 24/7 ter beschikking moeten zijn voor je katten.
Je kunt uitgaan van ongeveer 1.5 tot 3 meter tussen de afzonderlijke kattenbakken, tussen de voer- en waterbak en de krabpaal. Als je daar vanuit gaat, heb je minimaal 18 m2 vloeroppervlakte nodig voor je kat verdeeld over 2 kamers. Of eigenlijk geldt dit voor alle kattenbenodigdheden die hij nodig heeft.
De gemiddelde huiskat heeft ongeveer 20 vierkante meter leefruimte nodig. Zelfs de kleinste woningen hebben kamers met zoveel ruimte. Als je twee katten hebt, heb je twee keer zoveel ruimte nodig.
Zelfs op een klein appartement kan een kat perfect gelukkig zijn, zolang je er als baasje maar dat tikkeltje extra voor over hebt. BEETJE PRIVACY, GRAAG! Hoewel de grootte van je appartement op zich niet zoveel uitmaakt, moet je kat zich wel af en toe kunnen terugtrekken als ze daar zin in heeft.
Op de vraag of je een kat beter alleen of samen kunt houden, is dus geen eenduidig antwoord. Kijk goed naar het gedrag van je kat en wees ook kritisch naar jezelf. Wanneer jij veel van huis bent en weinig aandacht hebt voor jouw dier, overweeg dan een maatje, zodat je kat zich niet hoeft te vervelen.
Door de ontwikkeling van de kattenbak begonnen steeds meer katteneigenaren hun kat, voor zijn eigen veiligheid, binnen te houden. Een kat die altijd binnen blijft, een 'binnenkat', heeft inderdaad een grotere kans op een lang leven en een goede lichamelijke gezondheid dan een buitenkat.
Uit onderzoek van de Amerikaanse Oregon State University blijkt dat katten wel degelijk van mensen kunnen houden. Voor het onderzoek moesten 38 katten kiezen tussen menselijke aandacht, speeltjes en geuren. De helft van de beestjes koos zonder twijfel voor menselijke aandacht.
Katten hebben wel bijna het hele huis tot hun beschikking, maar zitten vaak zat met 4 beneden. Vuistregel is trouwens aantal katten + 1 aan bakken. Dus vier in jouw geval. Aangezien de eerste twee al aan elkaar gewend zijn kun je misschien voort met 2 of 3, als je voor vier echt geen plek hebt.
Plaats van de kattenbak
De kattenbak moet op een plek staan waar de kat makkelijk bij kan (dus niet ergens achter in een rommelkast of drie verdiepingen hoger op zolder), maar wel waar hij wat privacy heeft. Niet in een looproute of direct naast een wasmachine of droger.
Omdat katten vaak niet op dezelfde bak willen plassen en poepen, zal je soms met één kat toch twee bakken moeten hebben. Verder geldt de regel: een bak per sociale groep (dat zijn katten die samen eten, slapen en een bak willen delen) plus 1.
Wilt u toch een kitten erbij? Dan is het vaak beter om twee kittens te nemen. Een oudere kat wordt over het algemeen niet zo blij meer van een kitten die van alles van hem wil. Als de kittens met z'n tweeën zijn, kunnen ze met elkaar spelen en hoeven ze de oudere kat niet lastig te vallen.
Er is niet één waarheid in dit grote debat. Sommige katten kunnen echt niet met een andere kat leven, maar sommige katten kunnen ook niet zonder een kat leven. Over het algemeen is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat katten zowel alleen als in groepen kunnen leven. Beide is dus goed!
Geslacht: Het is gebleken dat katten van hetzelfde geslacht het beste samen kunnen zijn. Dus een kater met een kater, en een poes met een poes. Een kater heeft van nature al een heel ander karakter dan een poes, dus dat kan soms niet goed matchen. Katers spelen vaak ruiger en hebben een groter territorium nodig.
Geef beide katten wat lekkers in elkaars aanwezigheid, zodat dit een positieve ervaring is, verklein de afstand geleidelijk. Als beide katten rustig zijn, kan de nieuwe kat een paar minuten uit het kamertje gelaten worden bij uw eigen kat. Die tijd kan elke dag verlengd worden.
Ja, een kat kan wennen aan twee huizen; geen probleem. In mijn studententijd ging ik in het weekend naar huis en dan nam ik mijn kat altijd mee. Zij was 7 weken toen ik er mee begon en ze vond het heel normaal. Wist ook bij mijn moeder feilloos de kattenbak te vinden en ging ook daar naar buiten.
Katten hebben een ingewikkeld systeem om te laten zien wie de baas is. Je kat kan bij andere katten het beste plekje en de lekkerste snack opeisen. Ze gebruikt hierbij subtiele signalen richting andere katten, zoals het verspreiden van geur of veranderen van houding. Het onderling wegjagen is geen teken van dominantie.
Onder elkaar communiceren katten vooral via lichaamstaal. Maar bij ons gebruiken ze hun stemgeluid. Klein kittens hebben als snel in de gaten dat mensen veel sterker op stemmen reageren dan op lichaamstaal of geurboodschappen.
Inteelt is het aan elkaar paren van nauw verwante katten, bijvoorbeeld moeder/zoon, vader/dochter, broer/zus en halfbroer/halfzus. Het gaat hier om het paren van dieren die meer verwant zijn dan de gemiddelde populatie. Voor fokkers is het een nuttige manier om eigenschappen in een ras vast te leggen.
Nee, zegt de wetenschap, het is niet gezond om hond of kat op je bed te laten slapen. De reden is eenvoudig: dieren - en dus ook huisdieren - dragen in hun vacht, onder hun poten en in hun bek bacteriën met zich mee die je flink ziek kunnen maken. Beruchte voorbeelden zijn Q-koorts en vogelgriep.
Door bij jou te liggen kan jouw kat lekker vredig en ontspannen slapen. Toch is het niet een eenzijdig verhaal. Je kat wil jou namelijk ook beschermen. Katten kunnen namelijk voelen wat wij ervaren en ze zijn alert wanneer er een potentieel gevaar dreigt.
Je kat miauwt veel om aandacht te vragen
Dan hebben ze vrij snel in de gaten dat miauwen wat oplevert en wordt het aangeleerd gedrag. Je kat kan gaan miauwen uit verveling, hij wil dan aandacht van je of spelen. Er zijn katten die dan juist 's nachts veel miauwen.
Katten hebben een interne klok die zeer nauwkeurig is, en ze “weten” gewoon wanneer het tijd is om te beginnen. Ze zijn ook goed in het oppikken van andere regelmatige indicatoren van de tijd, zoals vogelzang en daglicht.
Het antwoord op de vraag of een buitenkat gelukkiger is dan een binnenkat, is dus niet per definitie ja. Het verschilt helemaal per situatie en je kan veel doen om een binnenkat gelukkig te houden. Maar ook als hij binnen blijft kun je hem altijd een klein stukje van buiten geven.