Hoeveel dierproeven worden er jaarlijks in Nederland gedaan? In 2019 registreerden de Nederlandse vergunninghouders 448.656 dierproeven.
Wereldwijd wordt het aantal dieren dat jaarlijks gebruikt wordt in dierproeven geschat op 192 miljoen, waarvan bijna 10 miljoen dieren in Europa. In Nederland worden op jaarbasis ruim een half miljoen dierproeven uitgevoerd en in België eveneens een half miljoen, waarvan ruim 245.000 in Vlaanderen.
In 2020 heeft de NVWA, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, 448.798 dierproeven geregistreerd. Met dit getal worden alle dieren die gebruikt zijn voor onderzoek aangeduid. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2019; toen waren het er 448.656. Een stijging dus van 142 dieren.
Jaarlijks worden er ruim 400.000 proefdieren gedood, zonder gebruikt te zijn in een dierproef.
We weten ondertussen dat de vertaalslag tussen proefdier en mens niet werkt: 90% van alle geneesmiddelen waarvan blijkt dat ze veilig en effectief zijn in dierproeven, falen in menselijke proeven omdat ze niet werken of gevaarlijke bijwerkingen bij mensen veroorzaken.
Het doen van dierproeven kost veel geld, jaarlijks naar schatting 250 miljoen euro (Stichting Informatie Dierproeven, eigen berekening) in Nederland. Niet alleen de experimenten zelf, maar ook de proefdieren en hun verzorging en huisvesting is heel duur.
Proeven op dieren verlengt het leed van mensen die wachten op een effectief geneesmiddelen voor ziekten. Het creëert misleidende resultaten en verspilt kostbaar geld, tijd en middelen die in plaats daarvan zou kunnen worden gespendeerd aan effectieve, menselijk-relevante research.
In Nederland en België worden jaarlijks ruim 2 miljoen proefdieren gedood. Er zijn maar liefst 9 wettelijk toegestane methoden waaronder vergassen, onthoofden, het breken van de nek en een klap op de kop. Bovendien is er een discussie gaande over nieuwe dodingsmethoden in te voeren zoals bevriezing.
De meest gebruikte proefdieren zijn muizen, ratten, kippen en vissen. Maar ook apen, paarden, honden en konijnen worden gebruikt voor proeven.
Bekende make-upmerken die wel cruelty free zijn: BECCA, Charlotte Tilbury, Anastasia Beverly Hills, Catrice, Too Faced, Urban Decay, Illamasqua, Hourglass, Marc Jacobs Beauty, By Terry, Milani, NYX, Makeup Geek, Colourpop, Kat von D, Natasha Denona, Pixi, Tarte, Essence en Lush.
Universiteiten, universitaire ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en farmaceutische bedrijven doen dierproeven. Hiervoor hebben zij een instellingsvergunning nodig. Daarnaast moeten instellingen een projectvergunning aanvragen, voorafgaand aan de dierproef.
Wat niet mag, is het testen van cosmetische producten op dieren. Dat is sinds 1997 verboden in Nederland en sinds 2004 in heel Europa. Ook de losse ingrediënten van cosmetica mogen sinds 2009 niet meer op dieren getest worden.
In dit jaar zijn er 448.798 dierproeven uitgevoerd. Dat zijn 142 dierproeven meer dan in 2019; een lichte stijging, maar elke dierproef is er één te veel.
Wat gebeurt er met dieren na de proef? De meeste dieren sterven of worden gedood voor de proef . Op deze manier kunnen we hun weefsels en organen onderzoeken. De dieren die na het einde van de proef in leven zijn gelaten, kunnen indien mogelijk worden ingezet bij een volgende proef.
Dierproeven hebben verschillende nadelen. Ze kunnen dierenleed veroorzaken en zijn relatief duur. Daarnaast moet je, als je het effect van een stof op mensen wilt weten, een vertaalslag maken van dier naar mens. Wagenings onderzoek laat zien dat dierexperimenten vaak vermeden kunnen worden.
Dierproeven zijn vaak nodig om de kwaliteit en veiligheid van medicijnen, stoffen en voeding te testen. De overheid bekijkt daarbij steeds hoeveel leed een proefdier ondervindt. En weegt dit af tegen de risico's voor de mens wanneer geen dierproeven worden gedaan.
Ratten zijn sociale dieren en vinden het leuk om opgepakt te worden. Een wetenschapper kan een rat dus makkelijk gebruiken in onderzoek. De intelligentie van ratten maakt ze een populair proefdier in hersenonderzoek. 90% van de genen van een rat komen overeen met die van mensen.
De mensapen (gorilla's, orang-oetangs, gibbons, chimpansees) zijn onze naaste verwanten, onze familie, in het dierenrijk. De aap is dus eigenlijk een neef van de mens!
Zo'n 33% van de dierproeven wordt uitgevoerd om medicijnen en vaccinaties te ontwikkelen en te testen. Hierbij worden dieren, net als bij andere onderzoeken naar ziektes, genetisch gemanipuleerd of ingespoten met iets of verwond om de betreffende ziekte of aandoening te creëren.
Ieder medicijn in de apotheek is dus door vier diersoorten heen gegaan, van de ADHD-medicatie tot statines tegen hoog cholesterol of de crème tegen eczeem. Maar ook de maagzuurremmers en de pijnstillers die je gewoon in de supermarkt koopt tegenwoordig. ALLE medicijnen die we nu kennen, zijn op dieren getest.”
Vervanging proeven met dieren
Proeven met dieren zo veel mogelijk vervangen door humane, proefdiervrije methoden. Bijvoorbeeld door computersimulaties waarin biologische processen in het menselijk lichaam worden nagebootst. Of door onderzoek waarbij onderzoekers menselijk weefsel gebruiken.
Beagles zijn al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in trek bij proefdiercentra zoals Janssen Pharmaceutica. Deze beagle is de ideale proefhond omdat hij niet te groot is, een hoge pijngrens heeft en zich amper verzet. Beagles worden vooral ingezet in toxicologisch onderzoek.
Veel ongebruikte dieren
Helaas worden er bij dierproeven veel dierenlevens onnodig verspild. Vaak worden er veel meer dieren gefokt dan nodig zijn voor dierproeven. Dit is omdat er altijd extra dieren beschikbaar moeten zijn voor experimenten.
Er zijn verschillende redenen voor mensen om dieren te mishandelen. Ten eerste kunnen mensen dieren mishandelen om hier geld aan te verdienen. Zo kunnen dieren gedood worden voor hun vlees, of worden dieren vermoord om hun vacht. Van deze vacht wordt dan weer een bontjas gemaakt, die voor veel geld verkocht wordt.