- heeft een lichaam onder werking van een kracht de neiging tegen de wijzers van de klok in te draaien ("linksom"), dan wordt het moment van die kracht negatief gerekend; bij de neiging tot draaiing met de wijzers van de klok mee ("rechtsom") is sprake van een positief moment; zie ook de opmerking verderop.
De richting van een moment is tegengesteld aan de richting van de kracht. De conventie is dat: momenten met de klok mee positief zijn . Momenten tegen de klok in negatief zijn .
Als er een negatieve versnelling is, zal de kracht negatief zijn . Meestal wordt kracht die naar rechts werkt als positief beschouwd. De grootte van de kracht is altijd een positief bedrag. De kracht die naar links werkt, wordt als negatief beschouwd.
De grootte van een moment die een bepaalde kracht (F) uitoefent bereken je met M = F·r waarbij r de arm van de kracht is. Wat is arm(r)? Met arm wordt de afstand van een draaipunt tot de werklijn van een kracht bedoeld.
De arbeid (W) die een kracht (F) verricht is gelijk aan de kracht keer de verplaatsing (s) die de kracht veroorzaakt (W=F·s). Als kracht en verplaatsing tegengesteld zijn kan arbeid ook negatief zijn en komt er juist energie vrij in plaats van dat iets energie kost.
De potentiële energie is zo altijd negatief, en neemt net als in het eerder genoemde model toe naarmate het voorwerp zich van de aarde verwijdert. . Het tegengestelde van de gradiënt daarvan is de gravitatieversnelling. De richting is die waarin de potentiaal het snelste daalt, dit is naar de Aarde toe.
Het principe van momenten. Het principe van momenten, ook bekend als de stelling van Varignon, stelt dat het moment van een kracht gelijk is aan de algebraïsche som van de momenten van de componenten van die kracht .
Krachtmoment, of simpelweg moment (zie bijvoorbeeld ook impulsmoment en traagheidsmoment) is in de statica en in de constructieleer een maat voor het rotatie-effect van een kracht (zie ook bij koppel).
Uit de hefboomwet volgt dat je met een kleine kracht op de ene arm een grote kracht kunt uitoefenen op de andere arm. Als je een kleine kracht uitoefent op een grote arm, lever je namelijk een groot moment. Dit mechanisme heet een hefboom.
Als de rotatie met de klok mee is rond het middelpunt van het moment, kunnen we zeggen dat het moment positief is. En als de rotatie tegen de klok in is rond het middelpunt van het moment, dan is het moment negatief .
In de kern van een atoom zitten neutronen, die neutraal geladen zijn, en protonen met een positieve lading. De protonen en neutronen zijn zwaarder, waardoor ze in het midden van het atoom blijven zitten. Om de kern heen zweven elektronen. Elektronen hebben een negatieve lading.
Wanneer een kracht het lichaam tegen de klok in laat draaien , is het moment van de kracht positief.
Er is sprake van een positief moment als de kracht een rotatie tegen de klok in veroorzaakt rond het gegeven draaipunt in het starre lichaam .
Positief geladen deeltjes zijn meestal nogal groot en zwaar (op atomaire schaal) vergeleken met de bijna massaloze elektronen. Maar het wegspringen van een negatief geladen (elektron) is qua resultaat hetzelfde als dat een positieve lading de tegenovergestelde kant op is gesprongen.
Om de betekenis van deze momenten te bepalen, d.w.z. of de vectoren omhoog of omlaag wijzen, past u de rechterhandregel toe . Stel u voor dat u de rotatieas met uw rechterhand vastpakt, waarbij u uw vingers in de richting van de rotatie krult; uw duim wijst dan in de richting van de momentvector.
In de natuurkunde beschrijft moment het rotatie-effect van een kracht op een lichaam om een vast punt of as . Bijvoorbeeld, wanneer een deur opengeduwd wordt, wordt er een momentkracht op uitgeoefend, waardoor de deur om een as (scharnieren) draait. De hoek waaronder de kracht op de deur wordt uitgeoefend, beïnvloedt de momentkracht.
De nieuwe Dikke Van Dale schrijft: 'moment dat uitermate geschikt is om iets te ondernemen, om iets door te zetten'. Wikipedia geeft een uitgebreidere – en niet echt eenvoudigere – beschrijving: 'Het momentum is de sociale dynamiek rond een beslissend ogenblik.
Het principe van momenten stelt dat wanneer een lichaam in evenwicht is, het totale moment met de klok mee rond een punt gelijk is aan het totale moment tegen de klok in rond hetzelfde punt . Vergelijking. Moment = kracht F x loodrechte afstand vanaf het draaipunt d. Moment = Fd. Apparatuur.
elektrische kracht;magnetische kracht (aantrekken en afstoten);trekkracht, duwkracht;opwaartse kracht (op een voorwerp dat in een vloeistof is ondergedompeld)
Het moment van een kracht om een punt is (de grootte van de kracht) × (de loodrechte afstand van de werklijn van de kracht tot het punt) .
Verschillende soorten kracht zijn contactkrachten en niet-krachten . Enkele voorbeelden van kracht zijn kernkracht, zwaartekracht, wrijvingskracht, magnetische kracht, elektrostatische kracht, veerkracht enzovoort. Kracht wordt gedefinieerd als de duw- of trekbeweging die de beweging van het lichaam verandert.
De tweede wet van Newton: kracht verandert de snelheid
Samengevat komt de Tweede Wet van Newton hierop neer: een voorwerp in rust zal in beweging gebracht worden als er een kracht op werkt. een voorwerp in beweging zal versnellen, vertragen of van richting veranderen als er een resulterende kracht op werkt.
Het symbool voor de grootheid kracht is F (van het Engelse force) en de SI-eenheid is de newton (symbool: N), genoemd naar de bekende natuurkundige Isaac Newton.