Herkenning van 1 tot 4 maanden Ze beginnen in deze periode de gezichten van hun ouders te herkennen, maar ook van andere dierbaren. Met vier maanden zijn baby's goed in het herkennen van gezichten, vooral van hun ouders, maar ook van oma als zij iedere week komt oppassen.
Baby herkent gezichten
Voor het herkennen van gezichten gebruik je je rechterhersenhelft. Wanneer je baby tussen de 4 en 6 maanden oud is, maakt zijn rechterhersenhelft het mogelijk om de gezichten te herkennen van zijn directe verzorgers: papa en mama. Je kindje slaat in zijn geheugen op hoe jij eruitziet.
Tussen drie en zes maanden
Je baby herkent ook anderen en lacht vooral naar mensen die hij goed kent. Als baby's ongeveer vier maanden zijn, willen ze niet meer alleen zijn. Ze gaan huilen als ze niemand zien. Als baby's ongeveer vijf maanden zijn, kunnen ze soms verlegen doen.
Al met 4 tot 6 maanden oud kunnen baby's supersnel gezichten onderscheiden. Binnen een seconde zien ze of ze een gezicht of een voorwerp, dier of plant voor zich hebben.
Op geurNet als met geluid, krijgt ook de reukzin van je baby een voorsprong in de baarmoeder , waar ze het vruchtwater van haar moeder ruikt (en proeft). Na de geboorte herkent ze de geur van haar belangrijkste verzorger al binnen een paar dagen – haar favoriete geur.
Al vanaf 6 maanden kan je baby de eerste tekenen van verlatingsangst en eenkennigheid laten zien. Sommige baby's laten het al wat eerder zien. Je kindje heeft er vaak het meest last van als hij tussen de 8 en 18 maanden is. Meestal zijn de ergste klachten verdwenen als je kind 3 jaar is.
Een baby kan redelijk scherp zien op een afstand van 20 cm. Dit betekent dat de baby jullie gezichten kan zien als je hem dicht bij je hebt. Als de baby aan de borst ligt kan hij mama's gezicht prima zien. Mensen en dingen die verder zijn dan 20 cm kan hij niet goed zien omdat hij nog niet goed kan scherp stellen.
Volle blik Het echte aankijken betekent; uw baby wil contact maken en krijgen. Een oogknip Betekent meestal een groet of herkenning van iets. Naar iets in de omgeving kijken Uw baby wil uw aandacht vestigen op iets en vraagt of u mee wilt kijken.
Een eerste stap in de sociale ontwikkeling
Dat je kindje oogcontact maakt, betekent dat hij openstaat voor contact. En dat is niet zo gek, want baby's zijn van nature hele sociale wezentjes. Hij probeert al vroeg contact te maken door een tong uit te steken of zijn mondje te bewegen. Ook kan hij je al vrij snel nadoen.
De meeste baby's maken al snel na de geboorte contact met mensen in hun omgeving. Wanneer dit bij jouw baby niet het geval is, kan er meer aan de hand zijn. Je baby lacht misschien weinig of je krijgt geen goed oogcontact. Ook kun je merken dat je baby geen troost zoekt wanneer het verdriet heeft.
De hersenen van de baby worden weldegelijk al beschermd. Het stevige vlies dat tussen de schedelplaten zit, is sterk genoeg om kleine stootjes op te vangen. Maar als je te hard drukt of wrijft op de fontanel, kan het de hersenen beschadigen.
Het ondersteunen van het hoofd van je baby is vooral de eerste drie maanden echt belangrijk. Geef je baby de kans om zijn halsspieren te ontwikkelen door hem af en toe ook op zijn buik te leggen, maar doe het dan het liefst overdag, en blijf in dezelfde ruimte, zodat je hem in de gaten kunt houden.
Oefenen en taalontwikkeling
Steekt je baby zijn tong wel eens uit of zit hij bellen te blazen met zijn mond? Dit heeft alles te maken met de spraakontwikkeling. Ook kan het je regelmatig opvallen dat je baby aan het luisteren is, dit helpt ook mee voor de taalontwikkeling.
' Of je kindje op jou lijkt of op je partner, hangt af van de genen die jullie doorgeven. Voor elke eigenschap krijgt een baby genen van papa én genen van mama. In totaal ontvangt je kleine van jullie allebei maar liefst 25.000 genen. Al dit DNA-materiaal levert ontzettend veel mogelijke combinaties van genen op.
Rechten van vaders bij omgangsregelingen
Recht op omgang met je kind is dan ook een wettelijk recht van vaders. Als er sprake is van normale omstandigheden, zou een vader in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn kinderen minimaal om de week een volledig weekend en wekelijks een vaste dag te zien.
Of je biologisch familie van elkaar bent, kun je alleen weten door DNA-onderzoek te laten doen. Dit noem je een verwantschapstest. Als je dezelfde vader of moeder hebt, zijn je broers en zussen je biologische familie. Een groot deel van het DNA is bij iedereen hetzelfde.
Als je baby zo'n klein half jaar is, begint hij met knuffelen. Hij wil heel liefdevol je huid voelen en aaien. Hij snapt dat het lekker is voor anderen, en leert er veel van. Hij toont heel bewust zijn liefde voor jou.
Vaak begint het als 'hoofdkusjes' of 'wangkusjes': je baby legt zijn hoofd of wang tegen jouw gezicht aan. Na enige tijd krijgt hij door dat de personen waar hij aan gehecht is blij worden van zijn nageaapte kusjes en knuffels. Hij gaat het daarom steeds vaker en ook spontaan doen.
Twijfel niet en leg uw baby gerust te slapen. Een baby die net wakker wordt en trappelt met zijn beentjes heeft waarschijnlijk wel honger. Daarna zal de baby diverse voedingssignalen laten zien. Huilen is een 'laat hongersignaal', eigenlijk al een 'alarmsignaal' van stress of ongemak van de baby.
De baby kan erg gevoelig zijn voor geuren, geluiden, smaken en reageert hier soms heftig op. Wanneer de baby leert praten, kan hij gelijk al woorden van drie- of meer lettergrepen zeggen. De baby heeft al vroeg veel begrip voor gesproken taal. Het kindje heeft een erg duidelijke eigen wil.
De manier waarop een baby kijkt of reageert, kan voorspellen of hij autisme ontwikkelt. Dat stelt psycholoog Roy Hessels van de Universiteit Utrecht. Gezonde baby's maken oogcontact met hun ouders, reageren op hun naam en kunnen hun aandacht verplaatsen. Als een kind dit niet doet, kan het autisme ontwikkelen.
De baby beweegt veel met armen en benen om te ontdekken wat er allemaal mogelijk is met het lichaam. Beweging is niets om je druk over te maken. De baby beweegt veel met armen en benen om het lichaam te leren kennen en te ontdekken.
Een Nederlandstalig kind zegt meestal eerst 'papa' en dan 'mama'.
Dat kinderen vaak eerder 'papa' dan 'mama' kunnen zeggen, is namelijk makkelijk te verklaren. Het woordje 'papa' heeft - in de meeste talen - namelijk gemakkelijkere klanken en is daarom eenvoudiger uit te spreken voor een baby.
Een makkelijke baby heeft soms extra aandacht en contact nodig. Een baby die snel van slag is en moeilijk went aan nieuwe situaties heeft regelmaat nodig. Je baby weet dan beter wat er komt en kan zich voorbereiden. Een afwachtend kind moet zich niet overvallen voelen.