Het gesprek bij de bedrijfsarts is een dialoog en dat betekent dat jij ook vragen mag stellen. Bijvoorbeeld over welke informatie er naar je werkgever gaat. Het beste kun je dit vragen voordat je jouw verhaal doet. Dan kun je namelijk nog beslissen om bepaalde zaken niet te vertellen.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
Vertel je bedrijfsarts hoe je hoofd momenteel werkt en dat je niet in staat bent om over je problemen na te denken. Vertel hem ook wat je wél doet op gebied van bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen om je herstel te bevorderen.
Het gesprek:
Geef dat wel meteen aan het begin aan. De vragen van de bedrijfsarts gaan over wat je wél kan. Leg duidelijk uit wat voor jou mogelijk is en wat je daarvoor nodig hebt, bijvoorbeeld een rustige werkplek. Vertel ook waar je grenzen liggen, bijvoorbeeld maximaal 2 uur per dag werken.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Het gesprek bij de bedrijfsarts is een dialoog en dat betekent dat jij ook vragen mag stellen. Bijvoorbeeld over welke informatie er naar je werkgever gaat. Het beste kun je dit vragen voordat je jouw verhaal doet. Dan kun je namelijk nog beslissen om bepaalde zaken niet te vertellen.
Plan op tijd een gesprek
Voel je dat het niet meer gaat, wacht dan niet tot je emmer overloopt en je vol emoties het kantoor van je leidinggevende moet binnenstuiven om aan te kondigen dat je op bent. Plan liever op tijd een gesprek in. Zo kun je jouw boodschap op een kalme maar duidelijke manier overbrengen.
Bij een actieve aanpak is de kans groot dat u uw normale bezigheden geleidelijk weer kunt oppakken. Meestal lukt dit binnen enkele maanden. Het herstel van een burn-out duurt wel langer dan het herstel van overspanning. Meer informatie over de hulpverlening vindt u in het onderwerp Psychische klachten.
Herstel in eigen of ander werk
Anders dan je misschien zou verwachten kunnen mensen met een burnout vaak beter wel gedeeltelijk aan het werk blijven. Wanneer zij elke dag iets nuttigs, iets ontspannends en iets gezelligs doen is de kans het grootst dat zij zichzelf hervinden en in het herstel gaan geloven.
En misschien dat we dan meteen ook het tweede grote misverstand kunnen tackelen: een burn-out kan je niet faken. Een getrainde professional prikt daar meteen doorheen en iemand met een burn-out wil dat ook helemaal niet faken, want wil niks liever als zijn werk gewoon blijven doen.
Met burn-out klachten bedoelen wetenschappers: mentale vermoeidheid, psychische klachten, minder motivatie en verminderd functioneren als gevolg van te lang, te veel stress. Burn-outklachten noemden we vroeger stressklachten. Het zijn klachten die toenemen als de stress voortduurt.
Voor het eerste jaar:
Ziektegevallen moeten uiterlijk binnen één week na de eerste ziektedag worden gemeld bij de arbodienst of bedrijfsarts. Is de werknemer zes weken ziek, dan moet door de arbodienst of bedrijfsarts een probleemanalyse worden gemaakt.
De eerste herstelfase duurt gemiddeld 3 weken, de tweede 3 tot 6 weken en de derde 6 weken. In totaal ben je dus al snel 12 tot 15 weken bezig om te herstellen. Belangrijk om op te merken is dat de totale herstelduur per persoon sterk kan verschillen.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
De meeste mensen beginnen na een burn-out eerst voorzichtig met het opbouwen van uren. Denk bijvoorbeeld in in het begin aan twee dagen per week twee uur werken. Meestal worden de uren per twee tot drie weken uitgebreid.
Welke vragen zijn belangrijk om aan de bedrijfsarts te stellen? Vraag naar de verwachte herstelprognose, dan heeft u een indicatie hoe lang het verzuim gaat duren. Vraag of de bedrijfsarts duidelijk wil aangeven met welke beperkingen er rekening dient te worden gehouden in het werk.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.
Bedrijfsarts bepaalt of je ziek bent
Dat betekent dus dat ook een huisarts of een andere behandelaar niet kan bepalen of je wel of niet kan werken Een huisarts bijvoorbeeld kijkt alleen of je ziek bent. Een bedrijfsarts beoordeelt of je hierdoor je werk wel of niet kan uitvoeren.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.