Carnaval staat bekend als een katholiek volksfeest. Het is de ideale uitlaatklep vóór de vastentijd, de periode ter voorbereiding op het Paasfeest. In de zestiende eeuw ontstaat door de Reformatie een tweedeling in het land: de protestanten en de katholieken.
Aangezien carnaval een katholiek feest is, hoort de vastentijd daarna. Katholieken vasten 40 dagen, omdat deze periode dezelfde is die Jezus doorbracht in de woestijn.
De slaven hadden tijdens dit feest veel meer vrijheid en mochten zelfs hun meesters voor gek zetten. Er waren verder drink- en eetgelagen, vermommingen en optochten door de straten. Volgens hen ligt de oorsprong van het woord carnaval in het Italiaanse carne levare, wat 'opheffen/wegnemen van het vlees' betekent.
Onrein voedsel is bijvoorbeeld vlees waar nog bloed inzit, vlees dat afkomstig is van niet-herkauwende dieren met gespleten hoeven of dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven. Varkens, hazen en konijnen zijn dus uitgesloten.
Carnaval is een van oorsprong katholiek feest dat vooraf gaat aan de periode van het vasten. Waarschijnlijk vindt het zijn oorsprong in het middeleeuwse Italië, waar het gemaskerd bal veel toeschouwers trok. Vanuit hier waaide het over naar andere delen van Europa.
Carnaval is van oorsprong een gekerstend heidens volksfeest. Het valt binnen de christelijke traditie op de zondag, maandag en dinsdag direct voorafgaand aan de vastentijd van 40 dagen. In Nederland wordt het van oorsprong alleen door katholieken gevierd, voornamelijk in het zuiden en delen van het oosten.
Betekenis carnaval en vastelaovend
Behalve de verklaring van het woord "carnaval" als verwijzing naar de scheepskar van Dionysos , zou het woord vanuit christelijke oorsprong een samentrekking zijn van de woorden "carne" en "vale". Dit betekent letterlijk "vlees" en "vaarwel" en is een verwijzing naar de vastenperiode.
Elk jaar op 11 november wordt het carnavalsseizoen geopend in het zuiden van het land. Het getal 11 noemen wij het gekkengetal, omdat het alleen te delen is door zichzelf. En omdat 11 tussen 10 (het volmaakte getal) en 12 (het heilige getal) staat.
Tegenwoordig duurt carnaval zo'n vier tot vijf dagen, maar dit was niet altijd zo. Oorspronkelijk was er alleen de Vastenavond, wat op de dinsdag voor de vastentijd gevierd werd. De katholieken wisten dat ze na deze avond 40 dagen moesten vasten, dus gooiden ze zich op deze avond helemaal vol met eten en drinken.
Een voor de hand liggende verklaring is dat 'carnaval' is afgeleid van het Latijnse 'carne vale', wat betekent: vaarwel aan het vlees.
Officieel mogen gelovigen op vrijdagen en op bijzondere dagen zoals Aswoensdag geen vlees of ander voedsel consumeren. Jongeren onder 14 jaar en bejaarden vormen een uitzondering. In de praktijk houden vooral op Goede Vrijdag veel gelovigen zich aan de oproep tot soberheid. Dan herdenken ze immers de dood van Jezus.
Het is de bedoeling niet of nauwelijks te eten en te drinken, geen geslachtsgemeenschap te hebben, en in het algemeen afstand te nemen van alle verslavingen en hartstochten die de weg tot God kunnen versperren. Vasten is in de kern een verstervingsoefening waarbij op een dag maar één enkele maaltijd wordt gebruikt.
Maar in principe duurt de ramadan ongeveer een maand, dit jaar tot 30 april. Aan het christelijke vasten doen zowel katholieken als protestanten mee, maar de oorsprong ligt vooral bij de katholieke kerk. Het vasten is gerelateerd aan carnaval: voordat men een periode van bezinning ingaat, is er tijd voor feest.
De verdeling in ons land tussen het wel of niet vieren van carnaval valt voornamelijk samen met de plekken waar mensen van oudsher katholiek, of juist protestants zijn. In het zuiden zijn er meer mensen katholiek dan boven de rivieren.
Aswoensdag is de eerste dag van de Veertigdagentijd. Op deze dag zet de priester met as een kruisje op het voorhoofd van de kerkgangers, om hen aan te sporen tot bezinning, boete en bekering. Aswoensdag is een verplichte vastendag.
Als we vasten, neemt de stoelgang toe en dalen de hartslag en de bloeddruk. De energie uit voedsel raakt op. De lever breekt vetten af en produceert ketolichamen, die een alternatieve energiebron vormen voor het brein.
De vastentijd begint voor katholieken na de drie dagen van Carnaval, op Aswoensdag, wanneer het askruisje wordt opgelegd. De periode eindigt met Pasen. De vastenperiode duurt in totaal 46 dagen, zo'n zes en een halve week. Op 40 dagen wordt er daadwerkelijk gevast, de zes zondagen zijn hiervan uitgezonderd.
Vastenperiode: Tijdens de vastendagen mag je alleen ongezoete kruidenthee, water, groentebouillon en fruit- en groentesap drinken. Groenten en fruit uit het vuistje zijn niet toegestaan. Bewegen is tijdens de vastendagen ook heel belangrijk.
Het traditionele vasten houdt volgens het katholieke geloof in dat er op Aswoensdag en Goede Vrijdag slechts één volledige maaltijd wordt gegeten. Wie het op kan brengen, kan ook op Paaszaterdag en vrijdagen vasten. Buiten vasten bestaan er ook vormen van onthouding.
De kruisdood van Jezus van Nazareth wordt op deze dag herdacht. Op deze dag eten sommige Katholieken geen vlees. Dat heeft te maken met de vastentijd. Tijdens deze periode mogen Katholieken slechts één volle maaltijd per dag nuttigen en op Aswoensdag en Goede Vrijdag geen vlees eten.
Palmzondag, ook wel Palmpasen of Passiezondag genoemd, is de laatste zondag voor Pasen, waarop de blijde intocht van Jezus Christus in Jeruzalem wordt gevierd. De laatste zondag in de Veertigdagentijd en de eerste dag van de Goede Week is het Palmzondag, ook wel Passiezondag of Palmpasen genoemd.
Kleuren, die onlosmakelijk zijn verbonden met de Dolle Dagen van carnaval, zijn rood, geel en groen. De herkomst van deze kleurencombinatie gaat vele eeuwen terug. De narren in Kleef gingen bijvoorbeeld gehuld in geel en rood, die in Frankrijk in groen en rood.
Overige landelijke feestdagen
Verder kent Nederland nog een aantal feestdagen die niet door iedereen in acht worden genomen en die niet wettelijk erkend zijn: de 4 dagen voorafgaand aan de 40 dagen voor Pasen - Carnaval. zondag voor Pasen - Palmzondag.