Aanvallers zijn de voetballers die in de voorste 'linie' staan. Hun hoofdtaak is het maken van doelpunten. In de aanval staan vaak een of twee centrumspitsen, die centraal voorin staan. Voornamelijk in een 4-4-2-formatie wordt met twee centrumspitsen gespeeld.
Een vleugelspeler, ook wel buitenspeler, winger of flankenspieler genoemd, is in een teamsport een speler die links of rechts staat op het veld. De term wordt onder andere gebruikt in voetbal, hockey, ijshockey, handbal en rugby.
Vroeger werd er voornamelijk met vier verdedigers, vier middenvelders en twee aanvallers gespeeld. Tegenwoordig kiezen veel trainers voor drie middenvelders en drie aanvallers. Tijdens een voetbalwedstrijd mag de coach maximaal driemaal wisselen.
Antony mag zich de duurste voetballer van deze transferperiode noemen. Manchester United betaalde 95 miljoen euro aan Ajax voor de Braziliaanse dribbelaar. Dit bedrag kan echter via bonussen nog oplopen tot honderd miljoen euro.
Centrale verdedigende middenvelder = in het midden van het middenveld. Deze speler staat vlak voor de verdediging.
Flankspelers kunnen op de linker- of rechterflank spelen en soms kunnen ze uit de voeten op beide flanken. Er zijn verschillende typen flankspelers. Ten eerste is er de links/rechtshalf. Deze spelers kunnen vaak ook als centrale middenvelder spelen en beschikken over een goede pass.
Nummer 6. In het verleden werd nummer 6 ook vaak gedragen door een centrumverdediger, maar Barcelona-middenvelder Xavi was een bekende uitzondering. Tegenwoordig is het rugnummer vaak bestemd voor een verdedigende middenvelder.
Spits is een sportterm voor de gehele voorhoede van een team, het aanvalsfront van een ploeg spelers, zoals de Grote Van Dale het zegt. Degenen die van die voorhoede deel uitmaken worden dan centrumspits genoemd, welk woord op zijn beurt ook weer kan worden ingekort tot spits.
De voorstopper is in een voetbalteam de verdediger die tegenover de spits van de tegenpartij staat. Vaak is de voorstopper lang en een goede kopper, hetgeen voordeel oplevert bij hoge voorzetten en hoekschoppen. Hierdoor kan hij of zij de spits het scoren bemoeilijken.
Voor het team/elftal wordt bij de inschrijving de toevoeging ST gezet en achter de naam van de vereniging die het team inschrijft, komt de naam van de tweede vereniging. Bijvoorbeeld: ST vereniging A/vereniging B combinatie C3.
Je vervangt je spits en aanvallende middenvelder door een centrale aanvaller (CA) die kan dribbelen, schieten en vanaf een afstand kan scoren.
Een centrale verdediger die een vrijere rol heeft noemt men een libero. Hij speelt meestal achter de rest van de verdediging. Eens hij de bal in zijn bezit heeft, moet hij het spel opbouwen. Dit kan hij doen door een lange pass te versturen of door mee in de aanval te trekken.
Positie voetbalveld nummer 10
De ongeschreven regel is dat de nummer 10 staat voor een vrije rol op het middenveld en hij of zij is vaak meer aan het aanvallen dan het verdedigen. Dit is veelal de meest gewilde positie van een voetballer.
Het 4-3-3-systeem bevat 4 verdedigers, 3 middenvelders en 3 aanvallers. De opstelling wordt aangeduid als een aanvallend systeem, maar zoals bij elke opstelling zorgt de taakinvulling van de spelers voor een aanvallende of defensieve speelwijze.
Het betekent niet dat je automatisch met het rugnummer 10 speelt. Het komt wel vaak voor dat degene die in de rol van de '10 speelt', ook het rugnummer 10 draagt. Tot de taken van de nummer 10 behoren: openingen creëren, dribbelen, het spel verdelen én scoren.
RW = Right winger. RF = Right forward. RAM = Right attacking midfielder.
Een box-to-boxspeler (BTB) is, het woord zegt het zelf, een centrale middenvelder die de ruimte tussen de twee rechthoeken beloopt. Een Nederlandstalige equivalent is er niet echt. De term 'infiltrerende middenvelder' komt aardig in de buurt, maar legt dan weer te weinig de nadruk op het verdedigende takenpakket.
Omdat er geen buitenspelers zijn, is het nummer 7 (rechtsbuiten) voor een middenvelder. Het nummer 11 is voor de tweede spits.
Als je linksbuiten bent, speel je heel mooi. Bij deze spelers gaat het om mooi spelen dan scoren. Meestal spelen ze met hun linkerbeen. Ze kunnen de tegenstander opzoeken, een mooie actie maken, de tegenstander heel snel passeren en een goede voorzet geven op de spits.
De laatste man is een voetbalterm om de persoon aan te duiden die (meestal) de leiding over de verdediging heeft. Hij is meestal centraal gepositioneerd en heeft zo een goed overzicht. Het doel van de laatste man is te voorkomen dat de aanvallers van de tegenpartij op de doelman af kunnen komen.