Een punt is een leesteken waarmee je het einde van een zin aangeeft. Verder gebruik je een punt in getallen, tijdsaanduidingen en afkortingen.
Een puntkomma gebruik je tussen twee hoofdzinnen en bij opsommingen.Hiermee geef je aan dat de twee losse zinnen met elkaar verbonden zijn. Het was een zenuwslopende scriptieverdediging; de student was zeer gespannen. De professor was niet blij met de opkomst; er waren maar drie studenten komen opdagen.
Met een puntkomma scheid je zinnen, maar geen zinsdelen. Daar is de komma al voor. Je zet een puntkomma alleen op plekken waar je normaal gesproken een punt zou zetten, dus tussen twee tekstdelen die ook als zelfstandige zin kunnen functioneren.
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken, bijvoorbeeld een punt of een komma. Als je iets vertelt, kun je met pauzes, intonatie of gebaren duidelijk maken wat je bedoelt. In geschreven taal doe je dit met punten, komma's, vraagtekens en andere leestekens.
Als je een opsomming opneemt in de lopende tekst, plaats je een komma tussen de verschillende onderdelen. Daarbij is het van belang dat de onderdelen dezelfde zinsstructuur en grammatica hebben. Tussen het een-na-laatste en het laatste onderdeel van de opsomming komt het voegwoord “en” of “of” te staan.
Voor de volgorde van de punt en het aanhalingsteken geldt de zogenoemde elda-regel: eerst leesteken, dan aanhalingsteken (of afhalingsteken): Hij zei: "Dat is waar." Hij vroeg: "Is dat waar?" Hij riep: "Dat is toch niet waar!"
De punt is het leesteken dat we gebruiken om een zin af te sluiten. De punt wordt ook in andere contexten gebruikt, bijvoorbeeld bij afkortingen en getallen in cijfers.
Streepjes - –
Dit streepje zit niet standaard op je toetsenbord, maar maak je met de toetsencombinatie ctrl/option+minteken. Het gedachtestreepje wordt gebruikt bij een onderbreking van de gedachtegang, bij het aangeven van een inhoudelijke, verrassende wending en bij het leggen van extra nadruk op een deel van de zin.
Als een hele zin geciteerd wordt, begint het citaat met een hoofdletter, en valt de punt of het vraagteken of uitroepteken binnen de aanhalingstekens: Ik zei: “Ik hou niet van appeltaart.” De kassière vroeg: “Hebt u een klantenkaart?” De docent riep: “Stilte!”
In een tijdsaanduiding plaats je tussen de uren en de minuten een punt.En als de zin eindigt met een afkorting is de punt achter de afkorting ook het einde van de zin, zoals in: Ik heb dat gelezen in de krant van 8 maart jl.
De puntkomma is een iets sterkere scheiding dan een komma, en een iets zwakkere scheiding dan een punt. Als u aarzelt tussen een punt en een komma, zet u ze beide: puntkomma.
Bij lange zinnen hoort ook een komma tussen twee persoonsvormen. Een bijzin in een bijzin hoort tussen twee komma's. Een beknopte bijzin hoort ook tussen twee komma's. Als de zin erg lang is komt tussen een beknopte bijzin en een hoofdzin een komma.
Dubbelepunt en conventies
Rond de dubbelepunt wordt een aantal conventies gevolgd: Na als volgt, bijvoorbeeld, dat wil zeggen en met andere woorden komt alleen een dubbelepunt als er een opsomming volgt, niet als er een beschrijving wordt gegeven.
Aanhalingstekens zet je ergens omheen, bijvoorbeeld om een citaat of een zelfbedacht woord. Ná de beginaanhalingstekens komt nooit een spatie.Vóór de eindaanhalingstekens komt ook nooit een spatie.
Leesteken in de vorm van een liggend streepje, in de 18de eeuw gebruikt om de lezer duidelijk te maken dat een monoloog wordt onderbroken door gedachten, waarvoor woorden tekortschieten en die daarom niet uitgesproken (en gezet) kunnen worden.
Het koppelteken (-) is het korte liggend streepje dat gebruikt wordt om de delen van sommige samenstellingen, afleidingen en samenkoppelingen te verbinden. Hetzelfde liggend streepje wordt gebruikt als weglatingsstreepje in een samentrekking, om aan te geven op welke plaats een woorddeel is weggelaten.
Met een koppelteken verbind je een woord, een letter of een getal met een andere woord. Dit doe je om het woord makkelijker te kunnen lezen. Kijk bijvoorbeeld naar het volgende woord: stage-uren. Zonder een koppelteken moet je drie keer kijken wat er nou eigenlijk staat: stageuren.
Het woord 'en' is een nevenschikkend voegwoord en koppelt meestal twee hoofdzinnen aan elkaar met een samengestelde zin als resultaat. Volgens Taaladvies is het echter ook toegestaan om en aan het begin van een zin na een punt te gebruiken.
Dubbele aanhalingstekens Top
Een citaat binnen een citaat wordt meestal met afwijkende aanhalingstekens gemarkeerd: enkele als het hele citaat tussen dubbele staat, of andersom. (18) De leerkracht vroeg aan haar leerlingen: “Zeg, wie hoorde ik daar 'Onzin!
Je kunt een dubbele punt gebruiken bij een opsomming, uitleg of citaat. Als twee hoofdzinnen veel met elkaar te maken hebben, maar ook losstaande zinnen zouden kunnen zijn, kunnen we een puntkomma gebruiken om de zin op te splitsen.
Opsomming die uit woordgroepen of delen van zinnen bestaat
De zin die de opsomming inleidt, eindigt met een dubbele punt. Elk onderdeel van de opsomming begint met een kleine letter en eindigt met een puntkomma; alleen het laatste onderdeel van de opsomming krijgt een punt.
U kunt tekstregels omzetten in een lijst met opsommingstekens door de tekst te selecteren en vervolgens te klikken op start> alinea> opsommingstekens. Elke regel of alinea wordt een opsommingsteken in de lijst.
Een opsomming kan voorkomen in één zin en in meerdere zinnen. Mijn moeder wil groenten en fruit kopen.Verder brood en daarnaast wat broodbeleg en tot slot een paar toetjes. In dit voorbeeld weet je dankzij de signaalwoorden en, verder, daarnaast en tot slot dat de producten allemaal door moeder worden gekocht.