In een stroomstelsel geeft de eerste T aan dat het sterpunt van de secundaire wikkelingen van de transformator met aarde is verbonden. De tweede T betekent dat er een onafhankelijk aardpunt bij de gebruiker is, dus een TT stelsel.Ontbreekt dit onafhankelijke aardpunt dan is de tweede letter een N, dus een TN stelsel.
- bij installaties waarbij voor foutbescherming gebruik wordt gemaakt van automatische uitschakeling van de voeding met behulp van smeltpatronen of installatieautomaten met een grote nominale stroom dient een TN-stelsel te worden toegepast.
Bij een TT-stelsel wordt de nulleider van de transformator geaard, waarbij de aarde aan de verbruikerskant met het systeem wordt verbonden. De voedingsbron is dus bij een TT-stelsel rechtstreeks verbonden met de aarde. Een TT-stelsel is voornamelijk ideaal voor kleinere bedrijven met een kleiner stroomnet.
Het TT-net is een van de meest voorkomende stroomnetten bij woningbouw, en een van de drie soorten aardingssystemen. Bij een TT-stelsel wordt zowel aan de transformatorzijde als aan de kant van de verbruiker een verbinding met de aarde gemaakt.
TN-C-stelsel.
Door de gehele installatie zijn de nul en de beschermingsleiding gecombineerd. Als bij een TN-stelsel sluiting optreedt tussen een fase en de beschermingsleiding, moet de impedantie van het circuit waarin deze stroom vloeit zo laag zijn, dat de beveiliging binnen een bepaalde tijd aanspreekt.
TN-S Stelsel. Het TN-C stelsel is gelijk aan het TN-S stelsel met als verschil dat nul en aardleider gecombineerd zijn tot 1 PEN leiding. Deze PEN leiding moet minimaal 10 mm² zijn.
Het is belangrijk de nul niet te scheiden, maar alleen wanneer de UPS uit staat. Het vergrendelen van een 4-polige scheider in de ingeschakelde toestand kan dit voorkomen. Indien de nulleiding niet is uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld bij een motor, is uiteraard 3-polig scheiden voldoende.
Neem contact op met je netbeheerder (Fluvius) om te weten te komen welke netaansluiting in de straat aanwezig is (3X230V of 3X400V+Neuter). Hoeveel vermogen (Watt) je ter beschikking hebt met de verschillende types aansluitingen vind je in de tabel hieronder.
TN-S: in het gehele systeem wordt een gescheiden veiligheidsgeleider gebruikt. TN-C: in het gehele systeem worden de functies van de nul- en beveiligingsgeleiders in één geleider gecombineerd. TN-C-S: in het deel van het systeem worden de functies van de nul- en beveiligingsgeleiders in één geleider gecombineerd.
De leidingen
Water is een enorm goede elektrische geleider, daarom is het erg belangrijk om alles te aarden in de badkamer. In de badkamer zitten verschillende leidingen: waterleidingen, gasleidingen en CV leidingen. Het is van belang dat alle metalen leidingen geaard worden, dit om veiligheid te garanderen.
Het is belangrijk dat de weerstand niet te hoog is, bij woningen is dit vaak 166 Ohm. Wanneer de weerstand hoger is kan dit ervoor zorgen dat overtollige elektriciteit niet juist wordt afgevoerd in de aarde, wat kan resulteren in schade aan uw gebouw en apparatuur.
In de ideale situatie heeft aarding een weerstand van 0 Ohm. Omdat dit echter nooit helemaal te realiseren is, mag dat vanuit veiligheidsoverwegingen maximaal 30 Ohm zijn.
Voor het meten van de circuitimpedantie wordt kortstondig een belasting tussen fase en nul aangebracht. In die situatie loopt de stroom door de fasegeleider, de nul en aarde en meten we het gedrag van het gehele circuit.
De aardverspreidingsweerstand is de som van de verspreidingsweerstand van de aarde en de weerstand van de aardleiding.
TN-stelsel
Deze spanning mag maximaal 0,4 sec aanhouden. Voor distributiegroepen geldt een uitschakeltijd van 5 sec.
Bij de toegepaste waarde van het beveiligingstoestel vindt u de circuitweerstand (de formele weerstandwaarde die maximaal voor de betreffende installatie geldt) en een aar- dingweerstand bij de aanname dat trafoweerstand (Rb) + leidingweerstand (Zl) samen 0,5 ohm is.
We onderscheiden drie soorten aansluitingen: Monofase 1 x 230V. Driefase 3 x 230V. Driefase 3 x 400V+N.
Daarnaast is er een beschermingsgeleider (PE) om de energieverdeling veilig uit te kunnen baten. Met deze extra geleider wordt het mogelijk te detecteren of er een massa of vreemd geleidend deel op een gevaarlijk potentiaal staat ten opzichte van de aarde. Hiervoor kunnen er verschillende netstelsels toegepast worden.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Woning: 220 volt of 230 volt netspanning. Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: De elektriciteit die de netbeheerders leveren op de aansluiting in de meterkast (het aansluitpunt) heeft een 'spanning' van ca. 230 volt (50 Hz) (voorheen was dat ca. 220 volt).
Als je installatie met zekeringen werkt, kijk dan naar de draden die met de elektriciteitsmeter zijn verbonden. Een totaal van 6 draden wijst op 230 V, een totaal van 8 draden op 400 V.
Volgens de NEN 3140 mogen Voldoende Onderrichte Personen, Vakbekwame Personen, Installatieverantwoordelijken en Werkverantwoordelijken aan elektrotechnische installaties werken. Want alleen bij voldoende instructie kan er veilig gewerkt worden aan deze installaties.