Na opname in een zorginstelling krijg je de keuze tussen een AOW-uitkering voor ongehuwden of voor gehuwden. Het AOW-bedrag voor ongehuwden is hoger, maar na 4 maanden betaal je de hoge bijdrage in plaats van de lage. De hoge bijdrage gaat uit van je eigen inkomen en vermogen.
Uw verblijf in een verpleeghuis wordt vergoed uit de Wet langdurige zorg (Wlz). U betaalt altijd een eigen bijdrage. Hoe hoog uw eigen bijdrage is, wordt vastgesteld door het Centraal Administratiekantoor (CAK). U betaalt de eigen bijdrage rechtstreeks aan het CAK.
Vermogen telt mee
De eigen bijdrage voor 2023 is dus gebaseerd op het verzamelinkomen van 2021. Het CAK trekt van dat verzamelinkomen een paar posten af, zoals de betaalde belasting en een bedrag voor zak- en kleedgeld. Maar er is ook een bijtelling voor het spaargeld. Daarvan telt 4 procent mee als inkomen.
Maximale eigen bijdrage verpleeghuis bij veel spaargeld in 2021. In het geval dat u alleenstaand bent, weinig inkomen heeft (zoals een AOW uitkering) en meer dan ~€285.000 aan spaargeld heeft zult u een lage eigen bijdrage van €348,96 betalen gedurende de eerste 4 maanden van uw opname in het verpleeghuis.
De lage eigen bijdrage voor een verzorgingshuis is in 2023 minimaal €184,- en maximaal € 966,60 per maand. Maakt u gebruik van een modulair pakket thuis (MPT) of Persoonsgebonden Budget (PGB) dan bedraagt de lage eigen bijdrage minimaal € 26,- en maximaal € 808,60 per maand.
Wat is de AWBZ clausule? De AWBZ clausule ziet erop dat de kinderen hun erfenis kunnen opeisen indien de langstlevende ouder in een zorginstelling wordt opgenomen. Daardoor voorkomen de kinderen dat hun erfenis op gaat aan eigen bijdrage aan de zorgkosten voor de langstlevende.
In 2023 werken we met een toetsbedrag van € 31.340 (alleenstaand) of € 62.680 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage. Het vermogen boven het toetsbedrag telt wel mee voor de eigen bijdrage. We tellen 4% hiervan op bij het inkomen.
Wie in een verzorgings- of verpleeghuis woont, krijgt 290 euro zak- en kleedgeld per maand. Daar moet je dan ook nog je kleding en andere gebruiksspullen van laten wassen. Daar is 20 tot 35 euro voor in het zak- en kleedgeld berekend.
Verpleeghuis en AOW
Wanneer uw partner langdurig in een verpleeghuis of een andere Wlz-instelling woont, kunt u kiezen voor AOW als alleenstaande. U blijft gewoon getrouwd, maar krijgt dan beiden AOW ter hoogte van 70% van het netto minimumloon.
U houdt gewoon zorgtoeslag als u of uw partner wordt opgenomen. Ook als u of uw partner op het adres van de zorginstelling wordt ingeschreven. U hoeft de opname niet aan ons door te geven. En ook een eventuele adreswijziging niet.
Een verpleeghuis is bedoeld voor intensieve zorg of zware medische behandelingen. Een verzorgingshuis biedt uitgebreide zorg, ondersteuning en een beschutte woonomgeving, als u door ouderdom of ziekte niet meer zelfstandig kunt wonen, ook niet met hulp van naasten, mantelzorg of thuiszorg.
In eerste instantie betaalt iedereen die naar een verpleeg- of verzorgingshuis gaat de lage eigen bijdrage. Die verschilt van 184 euro tot 966,60 euro per maand (2023), afhankelijk van het inkomen en vermogen. Op de website van het CAK kunt u een proefberekening maken.
Uw moeder dient een aanvraag voor een indicatiestelling in bij het CIZ. Het kan 6 weken duren voordat uw aanvraag behandeld wordt. Zodra de zorgzwaarte voor uw moeder is vastgesteld komt zij op de wachtlijst voor de zorginstelling/locatie van uw voorkeur.
Aanvraag bij het CIZ
Opname in een verpleeghuis valt onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze zorg moet altijd worden aangevraagd via het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Je naaste zal dit niet zelf doen: jij bent waarschijnlijk degene die het aanvraagformulier voor haar invult, eventueel samen met de casemanager.
Terugvordering door het OCMW
Een rusthuisbewoner die zijn factuur zelf niet kan betalen, kan tussenkomst vragen aan het OCMW van de gemeente waar hij of zij was ingeschreven voor opname in het rusthuis. Deze tussenkomst is enkel mogelijk als het gaat om een OCMW-rusthuis en dus niet bij private rusthuizen.
Onderzoek van het Zorginstituut (2021) laat zien dat bijna 20% van de cliënten korter dan 3 maanden in zorg is en ruim 50% langer dan 18 maanden verblijft. Uit onderzoek van Zilveren Kruis (2021) volgt dat cliënten gemiddeld 2,3 jaar in een verpleeghuis verblijven.
Een verzorgingshuis biedt een beschutte woonomgeving als u door ouderdom of ziekte niet meer zelfstandig thuis kunt wonen. In een verzorgingshuis ligt de nadruk op, zoals de naam al zegt, verzorging.U wordt geholpen met dagelijkse bezigheden zoals aankleden, wassen, eten en naar bed gaan als dat nodig is.
Voor mensen die chronisch veel zorg nodig hebben biedt de Wlz uitkomst. Maar de Wlz kent ook zijn keerzijde: een indicatie is in de regel levenslang.Soms komen mensen er na een Wlz-indicatie achter dat ze erop achteruitgaan in vergelijking met Wmo en de wijkverpleging.
Wachtlijst voor verpleeghuizen en ggz groeit snel: 17 duizend mensen wachten op toegang. De wachtlijsten voor toegang tot een verpleeghuis of ggz-instelling groeien snel. De wachttijd is opgelopen tot tien weken, soms langer. Volgens de wet mag de wachttijd maximaal zes weken zijn.
Bewoners van verpleeghuizen krijgen elk een eigen kamer. Binnen twee jaar mag géén oudere of gehandicapte in een tehuis met meerdere mensen op één zaal liggen.
In het verzorgingshuis woonden mensen die wel zorg nodig hadden maar nog geen intensieve verpleging bij elkaar. Inmiddels zijn bijna alle verzorgingshuizen verdwenen. Het kabinet wil namelijk dat ouderen langer thuis wonen.Maar dat zorgt voor gevaarlijke situaties zoals valpartijen of huishoudelijke ongelukken.
Doordat u schenkt, wordt uw erfenis kleiner. En daardoor betalen uw erfgenamen na uw overlijden minder erfbelasting. Zorg wel dat de schenking onder de jaarlijkse vrijstelling blijft, anders moet de ontvanger schenkbelasting betalen.
Heeft u de erfenis aanvaard, dan moet de erfenis vervolgens worden afgewikkeld en verdeeld. U kunt dan als erfgenaam te maken krijgen met een notaris, een executeur of een bewindvoerder. Als er geen erfgenamen (bekend) zijn, kan de overheid de afwikkeling op zich nemen.