Als je de rookplankjes vaker wilt gebruiken (afhankelijk van de dikte van de plank en directe of indirecte hitte), maak deze dan na gebruik schoon met warm water en een harde borstel en laat goed drogen.
Wanneer u de plank recht boven het vuur plaatst kunt u hem waarschijnlijk maar één keer gebruiken. Als u hem naast de vlam legt, en de producten dus indirect laat garen, gaat de plank wat langer mee.
Met de juiste zorg kunnen deze plankjes 5 tot 7 keer mee. Zorg er altijd voor dat je je plank minimaal 1 uur weekt in water.
Kan ik een rookplank ook in de oven gebruiken? Ja, een rookplank kan je ook in de oven gebruiken. Hierbij wordt er geen rooksmaak, maar houtaroma aan het te bereiden product meegegeven.
Voor rookplanken wordt vaak elzen- en cederhout gebruikt. Dit zijn zachte houtsoorten die het vocht snel opnemen en een milde rooksmaak afgeven. Het is een must om rookplanken minstens 1 uur te weken.
Een rookplank dien je minimaal 1 uur in water te laten weken! Leg je ingrediënten er vervolgens op en dat geheel leg je op je BBQ.
De voordelen van een rookplank
Hierdoor kun je eenvoudig een grote verscheidenheid aan recepten op je barbecue bereiden. Doordat het te bereiden product op vochtig hout ligt, in plaats van op de hete grill boven direct vuur, blijft je vis of vlees sappiger en is het veel gemakkelijker om goede resultaten te behalen.
Een gemiddelde kolenbarbecue daarentegen zal gemakkelijk aan de 250 graden komen wanneer je voldoende kolen gebruikt. Wij adviseren je om een gewone lading kolen in de brikettenstarter te doen en de ventilatiegaten van je BBQ half dicht te zetten.
De rookplank
Behalve een goed kampvuurtje heb je ook nog een goede houten plank nodig om de zalm op te roken. Je kunt dit soort rookplanken kant-en-klaar kopen, maar ook een gewone plank gebruiken.
Wanneer je low and slow wil barbecueën op een temperatuur van tussen de 100 en 130 graden sluit je de toevoer van zuurstof meer tot bijna helemaal. Wil je een hogere temperatuur van tussen de 180 en 250 graden dan staat de schuif bijna geheel open.
Ga je roken in een kamado, steek deze dan een uurtje van tevoren aan en zorg dat je een constante temperatuur van rond de 120 graden hebt. Blauwe rook ontstaat makkelijker in een warme omgeving. Witte rook is prima te gebruiken als je snel een steak of een burger een rooksmaak wilt geven.
Je kiest de houtsoort bij het product wat je gaat roken. Appel past bijvoorbeeld goed bij zalm, een zwaardere houtsoort zoals eik en beuk past meer bij vlees. Tip: een koud gerookte makreel met rode wijnvaten en appel werkt goed met jonge kaas!
Ik gebruik dan over het algemeen 2 tot 3 flinke chunks, waarbij ik de eerste tussen de al brandende kolen steek en de rest iets verder van de brandende kolen af. Wanneer je echter voor een kortere bereiding gaat, bijvoorbeeld bij Beer Can Chicken of voor MOINK Balls, heb je minder rookhout nodig.
Is wat minder pijnlijk als het mislukt. Kip leent zich hier erg goed voor. Er zijn twee manieren van roken: warm en koud. Bij koud roken wordt het vlees alleen gedroogd en geconserveerd.
Een half uurtje weken is vaak al voldoende. Als je rookhout weekt in vocht dan moet het vocht eerste verdampen voordat het hout zelf gaat roken. Daarom is de geweekte toepassing minder of zelfs niet geschikt voor het snelle grillwerk, maar meer voor een langere bereiding met een hele kip of een rollade.
Eikenhout is een harde houtsoort waar de meeste palingrokerijen paling mee roken. Eikenhout heeft veel voordelen; het brandt lang, rookt veel en het ruikt nog eens heerlijk. Het hout rookt veel door de verschillende zuren en tannine, die zich in het hout bevinden.
Gebruik een kernthermometer: de juiste temperatuur is 55 graden voor mooie roze filets (altijd medium rare, anders worden ze droog).
Integendeel zelfs: ook rauw is en blijft zalm niet alleen lekker, maar ook nog eens supergezond.
Je rookt koud, dus je geeft voedsel dat al klaar is om te eten een rooksmaak/rookgeur. Je kunt verschillende houtsnippers of kruiden gebruiken. De meestgebruikte zijn eikenhout en beukenhout. Maar ook citrushout, salie of appelhout is lekker om mee te roken.
Het helpt de temperatuur in de barbecue constant te houden, waardoor jouw voedsel gelijkmatig gaar wordt en langer vocht vasthoudt. Warmte stijgt van de bodem naar de bovenkant van de barbecue, waar het deksel het weer omlaag reflecteert, naar het voedsel.
Steek minimaal een uur voordat je wilt barbecueën de kolen aan. Dit is om je barbecue goed op temperatuur te laten komen. Vul de barbecue met houtskool. Voorzie de bovenkant eventueel van briketten zodat het vuur langer brandt.
Laat de kolen of briketten ongeveer 30 minuten op temperatuur komen. Leg het grote rooster erop, zodra de briketten of houtskooltjes roodgloeiend zijn. Je BBQ is nu klaar om te grillen!
Chunks gebruik je over het algemeen tijdens het zogenaamde low and slow barbecueen waarbij je grotere stukken vlees urenlang wilt roken. De chunks leg je op of naast de kolen of briketten. Zolang de temperatuur niet te hoog wordt kun je urenlang roken met een paar chunks.
Vlees wordt vooral gerookt om het langer te kunnen bewaren, ook soms omdat het uit zichzelf betrekkelijk weinig smaak heeft en het door rookconservering op smaak wordt gebracht. De smaken komen pas vrij bij verhitting.
Bij het barbecueën op houtskool en briketten is vaak sprake van onvolledige verbranding. Dit veroorzaakt rook met roet en fijnstof. Ook druipt regelmatig vet op de kolen.