“Motorisch zijn de meeste kleuters nog niet zodanig ver ontwikkeld dat ze al kunnen schrijven. Toch merk ik in de praktijk dat er toch al (aardig wat) schrijfdoelen worden gesteld aan kinderen. Deze doelen komen meestal voort uit het creëren van een soepele overgang tussen groep 2 en 3.
In de loop van groep 5-6 wordt het schrijven meer geautomatiseerd, waardoor ze vanaf dan langzamerhand hun aandacht meer kunnen besteden aan de inhoud van wat er geschreven wordt. Vanaf groep 7 ontwikkelen de meeste kinderen hun eigen handschrift, zodat ze op een voor hun zo efficiënt mogelijke manier kunnen schrijven.
Tussen zes en negen jaar. Op deze leeftijd leren kinderen lezen en schrijven. Het is heel belangrijk om te leren lezen. Bij alle vakken op school is het nodig om goed te kunnen lezen, ook bij rekenen.
Je kind van 5 jaar kan:
tellen tot 20 en terug. de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten.
Motorische ontwikkeling
Een 3-jarig kind kan goed alternerend traplopen. Alternerend wil zeggen dat hij links en rechts afwisselt bij het traplopen. Hij kan op één been zijn evenwicht goed bewaren en kan enkele sprongen hinkelen. Ook kan hij met zijn benen tegen elkaar aan een paar sprongen maken.
Kinderen beginnen meestal met het leren van het alfabet tussen de 2 en 3 jaar oud. Op deze leeftijd begrijpen ze nog niet alle letters en hun klanken, maar ze kunnen wel beginnen met het herkennen van letters en het uitspreken van de namen.
Kinderen van 3 tot 4 jaar maken de laatste motorische ontwikkelingen door voordat ze naar de basisschool gaan. Ze leren in deze leeftijdsfase vaardigheden als springen, hinkelen en schommelen. Dat is belangrijk, want een goede motorische ontwikkeling zorgt voor levenslang plezier in sporten en bewegen.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan. Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen. Slimme peuters houden van uitdagingen, kunnen reflecteren, hebben creatieve oplossingen en hebben leiderschapskwaliteiten.
Een vijfjarige moet een vierkant kunnen tekenen en een mens met een hoofd met ogen en mond.Hij moet ook een lijf en – niet complete – ledematen kunnen tekenen. Bij een zesjarige zijn de motoriek en taalvaardigheid in principe ontwikkeld en is de basis van de tekenontwikkeling afgerond.
“Motorisch zijn de meeste kleuters nog niet zodanig ver ontwikkeld dat ze al kunnen schrijven. Toch merk ik in de praktijk dat er toch al (aardig wat) schrijfdoelen worden gesteld aan kinderen. Deze doelen komen meestal voort uit het creëren van een soepele overgang tussen groep 2 en 3.
Hij kan gemakkelijk van houding wisselen, dus van zitten naar staan, naar hurken en in andere volgorde. Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen.Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen.
De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Maar zij vallen dan nog niet onder de leerplicht. De leerplicht begint op de 1e dag van de nieuwe maand nadat het kind 5 is geworden. Vanaf dat moment zijn ouders of verzorgers ook strafbaar als zij hun kind thuis houden.
In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar. Je ziet verschillende fases in het leren lezen.
Wat kan een kind van 7 jaar op taalgebied:
zinnen van drie tot vier woorden schrijven. foutloos spellen van klankzuivere woorden (woorden die je net zo schrijft als je ze uitspreekt), zoals 'kaas', 'dop', 'raam'.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
Vooral de letter R is voor veel kinderen lastig: deze wordt vaak vervangen door de L, J of W. Het kan ook zijn dat je kind zijn ademhaling op een verkeerde manier gebruikt als hij iets praat. Slissen of lispelen betekent dat de sisklanken – de S en de Z – verkeerd worden uitgesproken.
Het kind kent steeds meer woorden: op 5-jarige leeftijd kent het kind gemiddeld ongeveer 3000 woorden en op 6-jarige leeftijd kent het 6000-8000 woorden.
Elk kind is anders en heeft een andere ontwikkeling. Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Kenmerken hoogbegaafde kleuters (van 4 tot 6 jaar)
' Kinderen die al vroeg interesse hadden in lettertjes, komen soms spontaan tot lezen toe, uit zichzelf. Opnieuw, niet elke hoogbegaafde leert zichzelf lezen! Ook het getalbegrip wordt uitgebreid.
Een kind ontwikkelt in het algemeen zo tussen de twee en vier jaar het vermogen om het eigenlijke concept van tellen te begrijpen. Tegen de leeftijd van vier kunnen de meeste kinderen al tot 10 en/of hoger tellen.
De periode van 30 tot 60 maanden (tweeënhalf tot vijf jaar) wordt ook wel aangeduid als de differentiatiefase, waarin de woordenschat zich heel snel uitbreidt. Driejarigen begrijpen bijvoorbeeld gemiddeld 1250 woorden en kunnen ongeveer 1000 woorden zeggen.
Tussen twee en drie jaar gaat je kind ook verhalen vertellen, spontaan of bij afbeeldingen. En wat je kind zegt is steeds beter verstaanbaar. Als je kind drie jaar is heeft het al een hele woordenschat. Het begrijpt gemiddeld 1.250 woorden en kan ongeveer 1.000 woorden zeggen.