De regeringen van de staten wezen van 1789 tot 1913 de senatoren zelf aan. Sinds 1913 worden de senatoren gekozen door de inwoners van de staten zelf. De
De senatoren worden niet rechtstreeks verkozen en er zijn geen senatoren van rechtswege meer. De Senaat telt 60 leden. 50 senatoren worden aangewezen door de parlementen van de gemeenschappen en gewesten onder hun leden.
De Eerste Kamer kan geen wijzigingen aanbrengen in een wetsvoorstel, maar een voorstel alleen goedkeuren of verwerpen. De Eerste Kamer mag de regering ook controleren, maar maakt niet zo vaak gebruik van die mogelijkheid.
In Nederland wordt de Eerste Kamer der Staten-Generaal officieus ook wel de Senaat genoemd. In België is Senaat de officiële naam voor het hogere huis van de volksvertegenwoordiging.
De Kamer heeft 75 zetels. De leden worden voor vier jaar gekozen door de leden van de Provinciale Staten van alle provincies en, vanaf 2019, ook door de leden van het Kiescollege voor de Eerste Kamer in Caribisch Nederland.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer heet het presidium en bestaat geheel uit Tweede Kamerleden. Het staat onder leiding van de voorzitter, ook een Tweede Kamerlid.
Het parlement (de Staten-Generaal) controleert de regering. Ministers leggen in het parlement verantwoording af over hun beleid.
De Kamer maakt de meeste andere wetten, controleert de regering en keurt de begroting goed. De Senaat is de assemblee van de deelstaten. De deelstaten hebben via hun senatoren een zeg in het federale beleid. De Senaat kan informatierapporten opstellen over onderwerpen die gevolgen hebben voor de deelstaten.
De regering in Nederland is belast met het bestuur ofwel de uitvoerende macht. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers, zo bepaalt art. 42 lid 1 Grondwet. Een vergadering van de voltallige regering (onder leiding van de Koning), ook wel kabinetsraad genoemd, vindt zelden plaats.
Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder wetgevende rechten. Zo heeft zij niet het recht van amendement. De belangrijkste taken van de Eerste Kamer zijn medewetgeving en controle. De Eerste Kamer is bevoegd wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd aan te nemen of te verwerpen.
De Tweede Kamer heeft twee hoofdtaken: de regering controleren en wetten maken. De belangrijkste taak van de Eerste Kamer is het beoordelen van wetsvoorstellen die de Tweede Kamer heeft goedgekeurd. Van het recht de regering te controleren maakt de Eerste Kamer maar beperkt gebruik.
Een staatssecretaris treedt in de gevallen waarin de minister het nodig acht en met inachtneming van diens aanwijzingen, in zijn plaats als minister op. De staatssecretaris is uit dien hoofde verantwoordelijk, onverminderd de verantwoordelijkheid van de minister.
De Kamer telt sinds 1995 150 leden (voordien 212 leden) die rechtstreeks verkozen worden bij algemeen enkelvoudig stemrecht door alle meerderjarige kiesgerechtigde Belgen, voor wie een opkomstplicht geldt. De leeftijdsgrens voor verkiesbaarheid is sinds 24 mei 2014 18 jaar (daarvoor 21 jaar).
De senatoren komen slechts 8 keer per jaar samen en kunnen hun stem vooral laten horen over de Grondwet en over wetgeving rond de werking van onze staat en de instellingen. Denk bijvoorbeeld aan het voor herziening vatbaar verklaren van grondwetsartikelen, daar speelt de Senaat nog een rol.
Senatoren. De Senaat omvat 100 zetels, twee voor elke Amerikaanse staat. Deze plaatsen worden ingenomen door senatoren, die verkozen worden voor zes jaar. Elke twee jaar wordt een derde van de Senaat hernieuwd.
Federaal parlement
Het bestaat uit twee delen: Kamer en Senaat. Samen staan ze in voor de Grondwet en de wetten over hoe de staat in elkaar moet zitten.
De Kamer telt sinds 1995 150 leden (voordien 212 leden) die rechtstreeks verkozen worden bij algemeen enkelvoudig stemrecht door alle meerderjarige kiesgerechtigde Belgen, voor wie een opkomstplicht geldt.
De gewesten beschikken in principe over bevoegdheden die te maken hebben met het grondgebied (ruimtelijke ordening, openbare werken, economie, streekvervoer, milieu…). De gemeenschappen zijn bevoegd voor “persoonsgebonden” aangelegenheden: onderwijs, cultuur, delen van het gezondheidsbeleid enz.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
De overheid is het hoogste gezag op een bepaald grondgebied. In Nederland hebben we een parlementaire democratie. Daarin heeft de volksvertegenwoordiging, het parlement, het laatste woord. Verder bestaat de overheid uit een regering met een staatshoofd.
Alleen als het belang van de staat in het geding is, mag de regering weigeren de informatie te verschaffen. Via het recht van onderzoek kan de Kamer zelf een nader onderzoek instellen. Daarnaast kan de Kamer een andere organisatie vragen een onderzoek in te stellen.
De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door het aantal zetels dat te verdelen is. Bij een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging is dit in principe ook het aantal benodigde stemmen per te behalen zetel. = 100.000. Voor elke 100.000 behaalde stemmen krijgt een partij dan 1 zetel.
Beperkt open lijsten: in beginsel is de volgorde op de kandidatenlijst bepalend, maar kandidaten die een bepaald aantal stemmen behalen, krijgen met voorrang een zetel toegewezen.
Het Nederlandse kabinet bestaat uit alle ministers van de zittende regering, met hun staatssecretarissen. Een kabinet draagt de naam van de regeringsleider, die minister-president wordt genoemd (bijvoorbeeld: kabinet-Rutte), eventueel met een (Romeins) volgnummer (bijvoorbeeld: kabinet-Balkenende I).