Sinds 1 januari 2016 valt leerwegondersteunend onderwijs (lwoo), net als praktijkonderwijs (pro) onder de verantwoordelijkheid van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs.
Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is er voor vmbo-leerlingen die extra hulp nodig hebben bij het behalen van hun diploma. Een deel van de scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs (vmbo) geven deze vorm van onderwijs. De school beslist of uw kind in aanmerking komt voor lwoo.
Praktijkonderwijs bereidt leerlingen zo goed mogelijk voor op de maatschappij. Alle leerlingen volgen een eigen ontwikkelplan. Leren, werken, redzaamheid, burgerschap en vrije tijd zijn daarbij belangrijke aspecten. Meestal duurt de opleiding 5 jaar.
Er is een groot verschil tussen Pro en VSO. Pro is een schoolsoort. VSO is een vorm van ondersteuning. Toelating tot Pro gebeurt op basis van leerniveau en basisschooladvies zoals in de andere schoolsoorten zoals VMBO, Havo en VWO.
Dit zijn drie afkortingen die staan voor uiteenlopende vormen van ondersteuning waar jouw kind binnen het onderwijs gebruik van kan maken. VSO staat voor 'voortgezet speciaal onderwijs', PRO voor 'praktijkonderwijs' en LWOO voor 'leerwegondersteunend onderwijs'.
Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) is bedoeld voor leerlingen die voldoende capaciteiten hebben om een vmbo-diploma te halen, maar daar extra begeleiding bij nodig hebben. Tot op heden heeft er geen wetenschappelijk onderzoek plaatsgevonden naar een effectieve aanpak van leerachterstanden in het lwoo.
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Om in aanmerking te komen voor praktijkonderwijs geldt: - de leerling heeft een IQ tussen 55 en 80.
Leerwegondersteunend onderwijs is bedoeld voor leerlingen die een gemiddeld IQ hebben, maar met een leerachterstand van de basisschool komen en/of lichte leerproblemen hebben. Meestal geeft het schooladvies van de basisschool al aan dat het kind wel naar het vmbo kan, maar daarbij lwoo-ondersteuning nodig heeft.
Bij de proef kunnen de leerlingen programma van pro / vmbo BB volgen. het is hoogste niveau van het praktijkonderwijs en laagste niveau van vmbo. Tijdens het vijf jaar durende praktijkonderwijs wordt de leerling via stages, theorie- en praktijkvakken toegeleid naar arbeid of naar arbeid en aanvullende scholing.
Praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier. In het praktijkonderwijs leren leerlingen niet alleen uit boeken en online, maar vooral door te doen. In de praktijk dus.
Praktijkonderwijs is er voor leerlingen voor wie een vmbo-diploma niet direct mogelijk is. Leerlingen worden in het praktijkonderwijs voorbereid op werk of doorleren op het mbo. Het praktijkonderwijs duurt gemiddeld vijf jaar. De opleiding stopt als een leerling achttien jaar wordt, maar kan worden verlengd.
Veruit de meeste leerlingen die vanuit het praktijkonderwijs een vervolgopleiding doen gaan naar het mbo. Zij komen op mbo-niveau 1 en 2 terecht. De andere helft stroomt regelrecht door naar de arbeidsmarkt. Soms hebben ze vanuit hun stage een werkplek gekregen.
Leerwegondersteunend Onderwijs (LWOO) is bedoeld voor vmbo-leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben voor het behalen van hun diploma. Het LWOO is geen aparte leerweg. De meeste scholen binnen het samenwerkingsverband bieden deze vorm van ondersteuning. Vmbo-scholen bepalen zelf of en hoe zij LWOO aanbieden.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Aanmelden praktijkonderwijs
U meld uw kind zelf aan op een school voor praktijkonderwijs. De school overlegt vervolgens met u en uw kind. Daarna vraagt de school een toelaatbaarheidsverklaring aan bij het samenwerkingsverband.
Sommige scholen voor praktijkonderwijs hebben een pro+ klas. Van leerlingen in deze klas wordt verwacht dat ze het vmbo aan kunnen, maar ze hebben een te grote leerachterstand om na de basisschool meteen op het vmbo te kunnen beginnen. Er is meer tijd nodig om de vakken van het vmbo te leren.
Er is geen centraal examen voor het praktijkonderwijs. Om recht te doen aan de individuele ontwikkeling van de leerlingen, krijgen de leerlingen ook een portfolio als onderdeel van het diploma. Hierin staan de individuele resultaten van de leerling opgenomen, zoals vakken, stages en certificaten.
Bijzondere scholen kunnen leerlingen soms weigeren. Dat kan bijvoorbeeld als ouders de grondslag van de school niet onderschrijven. Voor aanmelding op een school voor voortgezet onderwijs moet de school zich baseren op het basisschooladvies.
De voordelen. Het belangrijkste voordeel van speciaal onderwijs is dat er extra aandacht is voor je kind, of dat nu een gedragsprobleem is of een psychische stoornis. Ook zijn de klassen een stuk kleiner en laat de docent de kinderen nooit alleen. De dochter van Michel – “een frietje moeilijk” – kwam “enorm tot rust”.
In het algemeen is IQ nog steeds de beste voorspeller voor schoolsucces. Fossen vond een vrij sterke samenhang (een correlatie van . 64) tussen IQ en schooltype in het voortgezet onderwijs in een gemengde steekproef van basisschoolleerlingen en leerlingen uit het speciaal (basis)onderwijs (Fossen, 2005).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Je score op een IQ test, bij een assessment vaak cognitieve capaciteitentest genoemd, kun je verhogen door oefening en training. Aan je prestaties zit echter wel een 'plafond'. Dat wil zeggen, op een gegeven moment ben je op je best en kun je niet nog hoger scoren.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115.