Portugezen stichten in de vijftiende eeuw de eerste Europese kolonies gebaseerd op slavernij: in suikerplantages langs de Afrikaanse kust en later ook op grote schaal in Brazilië.
De Arabieren waren zodoende de eerste georganiseerde slavenhandelaren die massaal Afrikanen naar buiten Afrika brachten. De slaven in Arabische landen werkten in de huishouding, als soldaat of ambachtslieden. Men schat dat er tussen 850 en 1850 drie miljoen Afrikanen door de Arabieren zijn verhandeld.
Een lange geschiedenis
Zo leerden de Portugezen de slavernij kennen. Zij begonnen ook met de handel vanaf de Afrikaanse Westkust en beschermden deze door het bouwen van forten, waaronder het fort São George der Mina, het later Elmina. Omstreeks 1630 gaan de Hollanders zich met de slavenhandel bezighouden.
Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde. Waarom duurde dat zo lang?
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Naast Bantu-slaven maakten de Somaliërs ook tot slaaf van de Chamito-Semitische pastorale volkeren . Veel Oromo's werden dus gevangen genomen tijdens oorlogen en invallen. Er waren echter zeer duidelijke verschillen in de perceptie en behandeling van Oromo-slaven in vergelijking met Bantu-slaven.
Barbarijse slavenhandel was de handel in slaven van de 16e tot in de 19e eeuw in gebieden aan de Barbarijse kust van Noord-Afrika. Het betrof het sultanaat Marokko en plaatsen in het latere Algerije, Tunesië en het westelijk deel van Libië.
Michiel de Ruyter (1607-1676)
Die handelsroutes waren voor een groot deel gebaseerd op de slavenhandel waarmee de de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden veel geld verdiende. Aan de westkust van Afrika, waar de bevolking vaak tot slaaf werd gemaakt, vocht De Ruyter daarom verschillende oorlogen uit met Engeland.
Zoals staat geschreven in het boek 'Disposable People: New Slavery in the Global Economy: “In 1850 kostte een gemiddelde slaaf in het zuiden van Amerika, omgerekend naar hedendaags geld, $ 40,000. Nu kost een slaaf wereldwijd gemiddeld $ 90.”
Slavernij duurde tot ongeveer 1865 in ongeveer de helft van de Amerikaanse staten. Als economisch systeem werd de slavernij grotendeels vervangen door sharecropping en het convict leasing, het verpachten van gevangenen.
Degene die het eigendom is van de ander wordt gedwongen om voor de eigenaar zwaar werk te verrichten, tegen weinig of vaak zelfs helemaal geen loon. Zo iemand heet een slaaf en zijn lichaam is het bezit van de landeigenaar.
In totaal verhandelen de Nederlanders bijna 600.000 Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen van de 16e tot de 19e eeuw. Ook andere landen handelen in slaven. Zo verhandelt Portugal zo'n 5,8 miljoen mensen. Het totale aantal wereldwijd ligt naar schatting tussen de 11 en 13 miljoen mensen.
De inheemse bevolking was gedecimeerd en niet te dwingen, Europeanen konden evenmin gedwongen worden. Toen ontstond het plan hiervoor Afrikanen te halen, als slaaf. In de tijd dat Nederland Brazilië van de Portugezen had overgenomen (1630-1654) keek Nederland deze perverse truc af en ging er mee verder.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
Opmerkelijk is dat de traditionele vorm van slavernij - mensen als eigendom - in Mauritanië het meest voorkomt. De top-10 van landen met de hoogste percentages slaven bestaat verder uit Haïti, Pakistan, India, Nepal, Moldavië, Benin, Ivoorkust, Gambia en Gabon. Nederland staat in de Index op de 139ste plek.
500 jaar geleden begon de slavenhandel tussen Afrika en Amerika die miljoenen levens verwoestte. Een Vlaming speelde de hoofdrol. Augustus 1518 is een maand die misschien niet meteen een belletje doet rinkelen.
Hebben slaven geld? Slaven mogen volgens de wet geen loon ontvangen of geldzaken doen. Toch zijn slaven in Suriname, maar vooral ook op Curaçao, niet helemaal van financiën verstoken. Ze verdienen zelf geld door producten te verkopen of door voor zichzelf te werken met toestemming van de meester.
Een man mag maximaal drie slaven kopen, tenzij hij uit het buitenland komt. Wie zich niet aan de prijzen houdt, zou de doodstraf kunnen krijgen.
De Arabische slavenhandel was de handel in slaven in het Midden-Oosten en Noord- en Oost-Afrika, voornamelijk tussen 650 en 1900. Het grootste deel van die handel betrof zwarte Afrikanen, maar ook blanken uit West-Europa en Zuid-Europa werden als slaaf verhandeld door onder meer Barbarijse zeerovers.
Hoe begon de slavernij? Op jacht naar meer land en rijkdom, voerde Nederland in de zeventiende eeuw oorlog tegen de Spanjaarden en Portugezen. Zeevaarder Piet Hein veroverde de Spaanse zilvervloot en Nederland pakte slavenfort Elmina in Ghana af van Portugal.
De Ashanti waren een machtige stam. De hoofdinkomsten kwamen eeuwenlang uit de handel in goud en slaven. De Ashanti waren slavenhouders die de slaven lieten werken in hun goudmijnen. Ook voerden ze een levendige handel, eerst met de slavenhandelaren die uit het noorden van Afrika kwamen.
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
In Frankrijk gebeurde dat tijdens de revolutie in 1794, maar Napoleon draaide de afschaffing korte tijd later weer terug. Denemarken was zodoende in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij definitief afschafte. Het Verenigd Koninkrijk verbood de slavenhandel in 1807 en in 1833 de slavernij.
Het probleem van de roof van Europese slaven was met name groot in de zeventiende en achttiende eeuw. Onder de naar schatting 1 à 1,25 miljoen personen die in die periode als slaaf gevangengenomen zijn, waren ongeveer 10.000-12.000 Nederlanders.
In de oudheid waren er verschillende mogelijkheden om aan slaven te komen: piraterij, veroordeling, handel en oorlog. Vooral dit laatste leverde grote aantallen slaven op. Bij elke Romeinse militaire overwinning werden de verliezers veroordeeld tot slavernij, ongeacht hun afkomst.