Weetwoorden zijn woorden die niet volgens vaste regels gespeld worden. Hierdoor zijn er bijvoorbeeld ook geen trucjes of ezelsbruggetjes voor. Als je kind wil weten hoe hij deze woorden juist schrijft, is het een kwestie van oefenen en uit het hoofd leren.
Weetwoorden zijn woorden waar geen regels voor zijn: je moet ze uit je hoofd leren. Bijvoorbeeld woorden met een ei of een ij, zoals eiland en ijs. Er is geen regel waardoor je kunt weten of je een ei of een ij moet schrijven.
Sommige woorden schrijf je precies zoals je ze hoort. Dit noem je de Hoorwoorden.
Woorden die volgens bepaalde regels geschreven worden, staan ook wel bekend als regelwoorden. Deze woorden zijn in principe het tegenovergestelde van weetwoorden. Voor weetwoorden gelden namelijk geen specifieke regels.
Wanneer schrijf je au en wanneer ou? Voor de keuze tussen au en ou zijn geen regels te geven. Je moet de woorden kennen of bij twijfel opzoeken. Het verschil tussen bijvoorbeeld rauw ('ongekookt') en rouw ('verdriet na een overlijden') is alleen te verklaren als je de herkomst van deze woorden bekijkt.
“Au”, “aux”, “eau” en “eaux” spreek je uit zoals de “o” in het woord open. De ui spreek je uit als “wie”. Hierbij maak je met je mond een ronde w.
De volgende woordsoorten worden onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels.
Een regelwoord herken je door na te denken of er een regel bij een woord hoort. Het is een nadenkwoord of regelwoord als je er een bepaalde regel voor moet volgen. Denk bijvoorbeeld aan samenstellingen. Het woord 'tafelpoot' is een goed voorbeeld: het woord bestaat uit de woorden 'tafel' en 'poot'.
Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden; onzijdige zelfstandige naamwoorden zijn het-woorden.
- Onthoudwoorden: Schrijf je ei of ij? Soms passen bij een klank geen vaste letters.Is er ook geen regel voor zo'n woord?Dan is het een onthoudwoord.
Als het woord géén persoonsvorm is, dan gebruik je de verlengproef om te horen of je een -t of een -d aan het eind van een woord moet schrijven. Je maakt het woord met een t-klank langer met -e, -en of -ig.Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.
Analogiewoorden zijn woorden die worden gespeld volgens het principe dat van een bepaald standaardwoord de spelling bekend is. Op basis van die kennis kunnen dan vergelijkbare woorden gespeld worden. Zo wordt CHOCOLA gespeld als CHEF.
Zelfstandig naamwoord
Ik dat wel aan de weet komen. Hij weet zijn weetje wel.
Inprentwoorden/weetwoorden zijn woorden waarbij je niet kunt schrijven wat je hoort, en waarbij je geen spellingregels kunt toepassen. Vaak en kort herhalen Het inprenten van dit soort woorden gebeurt vooral door ze vaak en kort te herhalen.
Een dubbelwoord is een woord dat is samengesteld uit twee woorden. Het laatste woord vormt het begin van een ander woord. Bijvoorbeeld het woord virus eindigt op rus. Om een dubbelwoord te krijgen zoek je een woord dat begint met rus.
Wat veel vaker gebeurt bij Nederlandse woorden: accenten op een woord om de klemtoon te beïnvloeden. Dat zijn klemtoontekens. Als je een lettergreep of woord extra nadruk wilt geven, kun je een 'accent aigu' gebruiken. Dat is het accent dat naar rechtsboven wijst (´).
Het meest voorkomende Nederlandse woord is de, gevolgd door ja, en, uh, een, ik, dat, van, is, die, in, niet, maar, dat, dan, je, ook, op, het en ze. Dat blijkt uit het Corpus Gesproken Nederlands, een verzameling van zes miljoen woorden uit het dagelijkse, mondelinge taalgebruik.
Het langste Engelse woord is ook het langste woord ter wereld, met bijna 190.000 letters. Het is de scheikundige naam voor titine, het grootst bekende eiwit. Het langste woord in het Engels woordenboek is echter het 45-letterwoord "pneumonoultramicroscopicsilicovolcanoconiosis", waarmee een longziekte wordt aangeduid.
j spreek je uit als dzjee.
Met trema spreek je het uit als twee klanken: een i en een e.