Het profiel Economie en Maatschappij wordt ook wel 'de weg naar het zakenleven' genoemd. Rekenen en onderzoek doen zijn belangrijke aspecten van dit profiel. Vervolgstudies die goed bij dit profiel passen zijn bijvoorbeeld Bestuurskunde, Rechten en Bedrijfseconomie.
Cultuur en Maatschappij
Dit profiel is gericht op taal, kunst, maatschappelijke vakken en rechten. Je ontwikkelt jouw taalvermogen, creativiteit en algemene kennis.
Het vakkenpakket van leerlingen op het vwo bestaat de eerste drie leerjaren uit een algemeen lesaanbod. Aan het einde van het derde leerjaar maken leerlingen een keuze voor een van de vier profielen: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij of Cultuur en Maatschappij.
Economie en maatschappij is het meest gevolgde profiel door havo-geslaagden, zowel door jongens als meisjes. Daarna volgt het profiel Natuur en gezondheid, dit profiel wordt door meer meisjes dan jongens gekozen. Natuur en techniek wordt juist vaker door jongens gevolgd.
Vwo: C&M: Wiskunde C of Wiskunde A of Wiskunde B en Geschiedenis. E&M: Wiskunde A of Wiskunde B, Economie en Geschiedenis. N&G: Wiskunde A of Wiskunde B, Biologie en Scheikunde.
Onder vwo-leerlingen ligt het aantal spijtoptanten het hoogst onder leerlingen met economie 1. Van hen zegt 15% spijt te hebben van de keuze van dat vak. Net als op de havo heeft 15% van de vwo-leerlingen spijt van de keuze van scheikunde.
Cultuur & Maatschappij is een van de 'profielen' (vakkenpakketten) in de tweede fase van het voortgezet onderwijs (havo en vwo) in Nederland, sinds de invoering van het tweede-fase-systeem in 1999. Cultuur en Maatschappij is het minst exacte profiel.
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Wiskunde a en Wiskunde b
Bij Wiskunde a gaat het vooral om statistiek en kansberekening. Dit kunt u nodig hebben voor een vervolgopleiding. U leert hier onder andere ook hoe functies en grafieken werken. Het gaat erom op een wiskundige manier bezig te zijn en een wiskundig inzicht te krijgen.
Wiskunde C is de makkelijkste wiskunde van de vier. Het moeilijkst is D, daarna B, daarna A en als makkelijkst C. Wiskunde C kan je kiezen als je wel graag wiskunde wilt hebben, maar als je er veel moeite mee hebt. Je hebt dan wel het gevoel dat je wiskunde hebt maar je hoeft jezelf er niet heel erg voor uit te sloven.
Aangezien er nog geen wettelijk doorstroomrecht is, kunnen scholen zelf bepalen welke eisen zij stellen voor toelating van havo-gediplomeerden tot het vwo. Bijna alle scholen met een vwo-afdeling stellen dergelijke eisen.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
Een combinatie tussen Natuur & Gezondheid en Natuur & Techniek wordt gezien als het meest prestigieuze profiel, maar 'helaas' niet voor iedereen bereikbaar. Cultuur & Maatschappij wordt afgedankt als pretpakket, het afvoerputje, het profiel voor de luie vwo-leerling, die eigenlijk beter HAVO had kunnen doen.
Met een diploma op mbo 4 niveau kun je je aanmelden voor elke opleiding bij de HAN. Heb je tijdens je opleiding weinig wiskunde of economie gehad? Dan is het slim om een instaptoets te maken voor deze vakken. Je kunt je voorbereiden op deze toetsen via e-learning.
Wiskunde C kan alleen gekozen worden in het profiel C&M en bereidt voor op universitaire studies in de sociale, juridische, en taal- en gedragswetenschappen.
Vooral als je wiskunde echt heel moeilijk vindt, is wiskunde A de beste optie voor jou. Lukte dat vak in de onderbouw best aardig, ga dan voor wiskunde B. Met die variant word je namelijk op veel meer opleidingen toegelaten. Je beperkt jezelf met wiskunde B dus minder in je keuzevrijheid dan met wiskunde A.
Wiskunde C bereidt voor op universitaire studies in de sociale, juridische, taal- en gedragswetenschappen. Inhoudelijk richt het zich op kansrekening en statistiek, op toegepaste analyse en op de historische en culturele plaats van de wiskunde in wetenschap en maatschappij.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 94,0%. En daar wil jij natuurlijk bij horen! Er zijn 4 profielen op het VWO: natuur & gezondheid, natuur & techniek, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. De slagingspercentages verschillen per profiel.
Op dit moment hanteren scholen verschillende toelatingseisen. Sommige scholen hanteren bijvoorbeeld de eis dat leerlingen gemiddeld een 7,5 hebben. Dit terwijl andere scholen een motivatie-eis of helemaal geen aanvullende toelatingseisen hebben om tot het vwo te worden toegelaten.
Voor leerlingen die op een ander moment vanuit 6 Vwo instromen in 5 Havo zal een programma op maat moeten worden vastgesteld. De volgende al gemaakte onderdelen worden meegenomen uit eerdere leerjaren. Daarbij wordt het cijfer overgenomen, of de toets wordt opnieuw gewaardeerd.