Wat de oudere zelf (niet zo goed of minder kunnen) verzorgt de e-health in hard-en software. De early adapters en beter gefortuneerde ouderen hebben dat zelf al ontdekt. Zij investeren in slimme e-gezondheidsbewakers, smart carehomes met extra monitoring en beveiling en zelf robothulpjes of-coaches.
Letterlijk betekent zelfredzaamheid: jezelf kunnen redden. Zelfredzaamheid is het vermogen van mensen om zichzelf te redden op alle levensterreinen met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
Sociaal leven: meer contacten krijgen, iets zinvols doen. Psychisch functioneren: meer zelfvertrouwen en/of meer structuur krijgen. Alledaagse vaardigheden (ADL): weer zelfstandig dingen kunnen doen, zoals in het huishouden, met het eten, zelf wassen, aankleden, uitkleden, kousen aantrekken, douchen, boodschappen doen.
Vormen van zorg op afstand zijn:
Videocommunicatie of beeldschermzorg: via een beeldscherm is er communicatie tussen cliënt en zorgverlener. Leefstijlmonitoring met slimme sensortechnologie. Een netwerk van sensoren in de woning, gekoppeld aan een computerprogramma, monitort het gedrag van een cliënt.
Wensen en behoeften ouderen
Mobiliteit lijkt ook sterk samen te hangen met andere zaken in het leven die ouderen belangrijk vinden, zoals zingeving, waardigheid en eigen regie. Verder hechten ouderen ook belang aan het hebben van een goede cognitieve gezondheid en een geschikte woonomgeving.
Doel van zelfredzaamheid
Cliënten zelf meer regie/invloed krijgen/blijven hebben over hun eigen leven; • Het welzijn en de kwaliteit van het leven van cliënten wordt vergroot; • Cliënten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen; • Cliënten hun eigenwaarde (terug)krijgen; • Cliënten meer zelfvertrouwen krijgen.
Zoals in de inleiding al vermeld staat gaat het Rode Kruis uit van drie factoren die zelfredzaamheid beïnvloeden. Dit zijn de factoren risicobewustzijn, kennis en vaardigheden en netwerk. Het vergroten van ten minste één van deze factoren leidt tot een grotere zelfredzaamheid.
Er zijn grofweg drie manieren om aan de zelfredzaamheid van een cliënt te werken. De motivatie van de cliënt versterken, de cliënt weer leren dingen zelf te doen (een stoma verzorgen, dingen zelf regelen) of de omgeving aanpassen (inzet van hulpmiddelen, aanpassen van de woning).
Ook zijn er begeleidingsmethodieken specifiek voor ouderen met een verstandelijke beperking, bijvoorbeeld belevingsgerichte ouderenzorg. Belevingsgerichte ouderenzorg houdt in dat je bij de ondersteuning en begeleiding aansluit op de persoonlijkheid, belevingswereld en wensen en behoeften van de oudere.
Het aanpassen van de leefomgeving kan zelfredzaamheid bij dementie stimuleren. Technologische hulpmiddelen zoals Nedap Luna helpen mensen in de begin- en middenfase van dementie om structuur aan te brengen in hun dagelijks leven. Ook het toepassen van domotica in de woning bevordert de zelfredzaamheid van ouderen.
Een persoonlijk begeleider helpt ouderen om zelfstandig te (blijven) leven. Het gaat om één op één-ondersteuning. De begeleider biedt persoonlijke ondersteuning en hulp bij de persoonlijke verzorging vanwege een niet-medische oorzaak. Gezelschap: Iemand om mee samen te zijn, te praten en activiteiten te ondernemen.
Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij. Centraal staat: wat wil ik? Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.
Bij zelfmanagement komt het er dus op neer dat u zelf meer de regie leert voeren over het leven met uw ziekte. Voor mensen met een chronische aandoening is het belangrijk om de ziekte zo goed mogelijk onder controle te houden. Het is een hele klus de ziekte een plaats te geven in het dagelijks leven.
Zelfredzaam is: aan- en uitkleden, zelf eten en drinken, zindelijkheid etc. Zelfstandigheid is het zelf op onderzoek uitgaan, zelf oplossingen zoeken en om hulp vragen, jezelf als drive ervaren en inzetten.
Vijf niveaus van zelfredzaamheid
Het laagste niveau (1) op de schaal is minimale zelfredzaamheid. De niveaus zijn aangegeven met een score: een getal tussen 1 en 5 en met een korte beschrijving: 'acuut probleem', 'niet zelfredzaam', 'beperkt zelfredzaam', 'voldoende zelfredzaam', en 'volledig zelfredzaam'.
Het is een begrip dat veel gebruikt wordt in de zorg, maar minstens zo vaak niet wordt begrepen. Een ander woord daarvoor is zelfmanagement. Zelfondersteuning, zelfzorg of zelfredzaamheid zijn weer andere begrippen met een andere betekenis. Met eigen regie wil je over je eigen leven kunnen beslissen.
We nemen de regie van cliënten en mantelzorgers over. We doen alsof de zorg 'van ons' is. Maar onze cliënten willen baas zijn over hun eigen leven – ook als zij meer van anderen afhankelijk raken. Het met elkaar redden noemen we ook wel samenredzaamheid, of zelfmanagement van cliënten, hun mantelzorgers en familie.
Laat cliënten meehelpen in het huishouden – Bekijk wat de cliënt leuk vindt om te doen, en nodig hem/haar uit om bijvoorbeeld koffiekopjes te pakken, te helpen met aardappels schillen of de planten water geven. Behalve dat de cliënt dit leuk vindt om te doen, en zich van nut voelt, komt hij/zij ook meteen in beweging.
Langer veilig thuis wonen met domotica
Tegelijk kunnen domotica helpen om je naaste langer thuis te laten wonen. Bijvoorbeeld als je door een sensor weet of je naaste zelfstandig naar buiten gaat of niet uit bed is gevallen. Daarmee kan je de veiligheid thuis langer beschermen.
Risico's/nadelen van domotica zijn: Dat systemen nog niet goed (genoeg) werken, en niet de goede zorg verleend wordt, of te laat. Dat het overhaast of niet juist ingezet wordt; toepassing moet vaak nog zorgvuldiger gebeuren. Dat privégegevens van patiënten en hulpverleners lekken.
Als grootste voordelen zien mensen dat zorg op afstand (reis)tijd bespaart, laagdrempelig is en zorgkosten kan verlagen. Nadelen worden ook gezien. Zo is er de vrees dat de zorg minder persoonlijk wordt. Dit blijkt uit het onderzoeksrapport 'Consument kiest voor zorg op afstand' van Medicinfo.