Zonnepitten zijn een energierijke voeding voor vogels. De pitten zijn al gepeld waardoor er geen kans op onkruid meer is, er geen rommel in de tuin ontstaat en de vogel minder druk is met het pellen.
's Winters eten de koolmezen veel zaden, zoals beukennoten. In het voorjaar en de zomer is het voedsel eiwitrijker en eten ze wat meer rupsen en andere insecten. Jonge koolmezen eten voornamelijk rupsen en als de gezinsplanning klopt, valt de geboorte samen met de 'rupsenpiek'.
Mussen, vink en groenling
Voedsel: onkruid-zaden, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken, wat bruin broodkruimels en Premium pinda's. Voerplaats: op de grond, eventueel voedertafel.
Vogels hebben in de lente vooral behoefte aan eiwitten (bijv. gedroogde insecten), energierijke dingen (zoals rozijnen) en kalk (vergruisde eierschalen). Aan vet hebben ze nu minder behoefte, maar het is wel een handig plakmiddel om er een vetbol of iets wat daarop lijkt te maken.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Mussen en vinken eten graag zaden, merels houden van rozijnen en pimpelmeesjes hangen graag aan een vetbol. Strooivoer: dit voer bevat stukjes mais, kleine zaden, zonnebloempitten en stukjes pinda.
Om deze hoge temperatuur op peil te houden, kost dit vooral in de winter heel veel energie. Door bijvoeren raken ze hun wildheid niet kwijt en verleren de dieren het ook niet om zelf voedsel te zoeken. Koop bij voorkeur witzaad of meng dit door gemengd zaad. Witzaad is de belangrijkste voedingsbron voor mussen.
Gevarieerd. In broedtijd vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen. In de winter ook veel zaden (onder meer berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt.
De koolmees eet in het broedseizoen vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. In het najaar en de winter schakelen ze over op olierijke zaden (vooral beukennootjes), vet en vruchten die ze in jouw tuin kunnen vinden. Bied het hele jaar door aangepast voedsel aan.
Fruit. Ongebrande (en ongezouten) pinda's altijd in pindasilo's. Vetproducten voor tuinvogels (echter niet in de zon hangen) - zelf vetbollen maken is niet moeilijk. Broodkruimels, maar niet teveel (want te zout)
Door de bloem schuin af te snijden zorg je ervoor dat de vaten van de zonnebloem gemakkelijk water kunnen opnemen en zal de bloem tot bloei komen. Wil je de zonnebloem gebruiken voor de zaden en pitten wacht dan met oogsten totdat de zonnebloem is uitgebloeid.
Groente. Voorbeelden van geschikte groente voor vogels zijn: Wortel, broccoli, spruitjes, andijvie, sla (niet te veel om waterige ontslasting te voorkomen), komkommer, boerenkool, prei, witlof.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Welke vogels eten vogelpindakaas? Mezen, mereltjes, vinken, kleine koolmeesjes, mussen en eigenlijk zijn de meeste tuinvogels dol op pinda's en dus ook pindakaas voor vogels. Het zijn meestal kleine vogeltjes die op echte vogelpindakaas afkomen.
Het kost vogels in de winter veel energie om hun lichaamstemperatuur op 40 graden te houden. In een koude nacht verliezen kleinere soorten soms 10 procent van hun gewicht. Ze kunnen ieder extraatje gebruiken: zadenmengsel, fruit en als extra energiebron kunt u vetbollen en pinda's ophangen.
Vet is gestolde olie. In theorie is het enige verschil tussen witte, zwarte en gestreepte zonnepitten de verpakking (de pel). Er is echter met het oog op een hogere productie wel geselecteerd op de teelt van zonnepitten met een zo hoog mogelijk gehalte aan olie.
Merels komen af op appels of peren en eten 's winters ook krenten en broodkruimels. Roodborstjes zijn gek op ongekookte havermout, zaden, meelwormen en rozijnen. Mussen zullen een handje zonnebloempitten niet onberoerd laten. Je maakt ze ook blij met andere zaden of (af en toe) bruin brood.
Het heeft twee redenen. Eén: het broedseizoen is grotendeels voorbij en er is eten genoeg, dus waarom zou je als vogel opvallen? Twee: veel vogels ruien nu en zijn dan kwetsbaarder. Vogels laten zich nu niet zien, want dat is nergens voor nodig en een stuk veiliger als je in de rui bent.
De Vogelbescherming roept op om vogels niet te voeren met vetbollen voor mezen en pinda's in plastic netjes. Het levert namelijk gevaar op voor vogels, doordat zij er met hun snavels of pootjes in verstrikt kunnen raken.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.