Contra-indicaties (CI's) zijn aandoeningen of kenmerken van patiënten waarbij bepaalde geneesmiddelen niet of slechts onder bepaalde voorwaarden toegepast mogen worden, bijvoorbeeld bij een nierfunctiestoornis.
Wanneer gebruik van een geneesmiddel door kinderen een onacceptabel verhoogd risico op bijwerkingen met zich meebrengt, staat dit als contra-indicatie in de bijsluitertekst vermeld.
Indicatie: aandoening waarvoor het medicijn wordt voorgeschreven.Contra-indicatie: aandoening of omstandigheid die pleit tegen het voorschrijven van het medicijn (bijv. overgevoeligheid).
Ook contra- is een voorvoegsel van Latijnse oorsprong. Bij klinkerbotsing schrijven we dus een koppelteken in woorden met contra-: contra-indiceren, gecontra-indiceerd, contra-expertise, contra-indicatie.
Indicatie is het Latijnse woord voor 'aanwijzing'. Het begrip wordt in meerdere contexten en vakgebieden gebruikt: Indicatie (geneeskunde), aanwijzing dat een bepaalde behandeling nodig is bij een aandoening. Indicatie (juridisch), aanwijzing dat een bepaalde rechtshypothese correct is.
indicaties (meerv.) Voorbeeld: `Kunt u mij een indicatie geven van de kosten?` (toepassing) Aandoening, ziekte of klacht waarbij een bepaalde behandeling (= therapie), waaronder medicijnen, kan worden toegepast.
Contra-indicaties voor PEG zijn stollingsstoornissen, de aanwezigheid van een orgaan tussen de aanprikplaats en de maagwand, peritonitis (in het bijzonder peritonitis carcinomatosa), ernstige ascites, anorexia nervosa, psychose en een snel progressieve ziekte.
Contra-indicaties
Er zijn geen absolute contra indicaties voor het uitvoeren van een ABPM. De relatieve contra-indicaties zijn: Dementie of verwardheid. Boezemfibrilleren.
Extreme vermoeidheid (onvoldoende verwerking van massageprikkels) Koorts (massage kan de verhoogde stofwisseling verergeren) Kanker (overleg met je arts, in sommige gevallen kan een zachte massage juist goed zijn) Hartaandoeningen (door ontspanning kan hartritme dalen.
Contra-indicatie Verkeersdeelname
de mate waarin het geneesmiddel de rijvaardigheid beïnvloedt: licht, matig of ernstig, inclusief een vergelijking met alcoholpromillages. of autorijden wordt ontraden en voor hoe lang. rijveilige alternatieven (indien van toepassing).
De meest voorkomende bijwerkingen zijn maagdarmklachten en een verhoogde kans op bloedverlies in de maag en darmen, die afhankelijk zijn van de dosering. De verhoogde kans op bloedverlies in de maag en darmen zijn meestal niet merkbaar.
1 GGZ-W: wonen met intensieve begeleiding. 2 GGZ-W: wonen met intensieve begeleiding en verzorging. 3 GGZ-W: wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering. 4 GGZ-W: wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging.
Leeftijd 50-59 jaar: De normale bloeddruk bij volwassenen van deze leeftijd varieert, maar gemiddeld ligt het tussen 142/94 mmHg en 147/97 mmHg. Leeftijd 60-69 jaar: De normale bloeddruk bij volwassenen van deze leeftijd varieert, maar gemiddeld ligt het tussen 147/97 mmHg en 157/98 mmHg.
De bloeddruk varieert gedurende de dag. 's Nachts is de bloeddruk het laagst. De bloeddruk stijgt 's morgens bij het ontwaken en daalt in de loop van de dag. Aan het einde van de dag stijgt deze weer wat. De bloeddruk stijgt tijdens het sporten of bij stress, heftige emoties of pijn.
Een contra-indicatie of, vooral in België, een tegenaanwijzing is een reden of omstandigheid om een bepaalde behandeling of geneesmiddel niet toe te passen. Bijvoorbeeld: Iemand heeft een longontsteking waarvoor een bepaald antibioticum geïndiceerd is. De patiënt is echter allergisch voor dat middel.
De PEG-J-sonde is een sonde naar de maag en naar de dunne darm. Het inbrengen gaat hetzelfde als bij een PEG-sonde, maar duurt wel langer. Dit komt doordat de arts ook een dun slangetje in de dunne darm brengt. Een PEG-J-sonde is een goede oplossing voor mensen bij wie hun maag langzaam leeg wordt.
De PEG-sonde mag 2 jaar blijven zitten. Na 2 jaar wordt de PEG-sonde vervangen voor een ballonkatheter. Om de PEG-sonde te wisselen voor een ballonkatheter moet u een afspraak maken op de polikliniek bij uw behandelend arts.
Wanneer u of een van uw naasten zorg nodig heeft dan moet er eerst vastgesteld worden welke zorg men nodig heeft en wat de hoeveelheid van deze zorg dient te zijn. Dit staat beschreven in de zorgindicatie. Deze zorgindicatie wordt vastgesteld door het CIZ (Centrum Indicatie Zorg).
De groep die mag indiceren is smal: alleen HBO opgeleide verpleegkundigen en mensen die een inservice A opleiding met wijkaantekening hebben mogen indiceren.
U komt voor ZZP 4 in aanmerking als u niet meer zelfstandig kunt wonen. U heeft dagelijks hulp nodig bij uw persoonlijke verzorging en u moet 24 uur per dag een beroep kunnen doen op zorg en begeleiding. Ook heeft u hulp nodig bij het invullen van uw dag, het maken van afspraken en onderhouden van contacten.