Dit is de tijd van de monniken en ridders. In het jaar 476 kwam er een einde aan het West-Romeinse Rijk. Door het ineenstorten van het Romeinse Rijk veranderde er veel voor de boeren. Ze konden in de tijd van het Romeinse rijk gebruik maken van de Romeinse techniek.
Al in de middeleeuwen werd uitgegaan van een driestandenschema van de geestelijkheid als eerste stand, de adel als tweede stand en de boeren als derde stand, waar later ook wel de burgerij onder werd gerekend.
De geschiedenis van de Middeleeuwen gaat over een hele lange tijd, wel 1000 jaar. Daarom verdelen we deze tijd vaak in twee stukken: de vroege Middeleeuwen van 500 tot 1000 na Christus ( tijd van Monniken en Ridders), en de late Middeleeuwen van 1000 tot 1500 na Christus (Tijd van Steden en Staten).
Zij leven in een klooster waar zij de hele dag bezig zijn met het geloof: bidden, boeken lezen en boeken overschrijven (zodat de christelijke verhalen bewaard konden blijven). Daarnaast mochten monniken en nonnen ook niet trouwen en geen eigen bezit hebben: alles staat in het teken van het geloof.
Monniken deden daarnaast andere dingen, zoals potten bakken, bier brouwen, kaarsen maken of meubels timmeren. Vaak was een klooster ook een school. Er werd les gegeven aan de kinderen van de rijkere adel. De monniken leerden hen lezen, schrijven en rekenen.
De nonnen hebben een rustig en regelmatig leven in het klooster. Er moet echter wel gewerkt worden. Alle taken zijn verdeeld, zo is er een postzuster, een keukenzuster en soms zelfs een rijbewijszuster. Zij brengt de nonnen naar de dokter als dat nodig is en haalt soms wat boodschappen.
Monniken en nonnen leven vaak in kloosters die behoorlijk afgelegen liggen maar sommige ook niet. Daar brouwen ze soms bier en wijn, verbouwen ze het land, leren ze kinderen lezen en schrijven en bidden ze dagelijks. Vroeger schreven monniken ook boeken over want de boekdrukkunst was nog niet uitgevonden.
Stilte in kloosters
Het klooster is een ruimte van stilte. Er wordt niet gesproken in de gangen. Zwijgen was voor de monnik Benedictus niet alleen de manier om de vele zonden van de tong te vermijden. Het zwijgen had en heeft veel meer een spirituele functie; het confronteert je met je eigen waarheid.
Een gemummuficeerde Mongoolse monnik van naar schatting 200 jaar oud is volgens academici niet dood maar 'in een zeer diepe staat van meditatie'. De experts menen dat de monnik in een zeldzame spirituele staat verkeert die 'tukdam' wordt genoemd.
Een dag in het leven van een monnik bestaat uit gebed, arbeid en rust. De uren van de eucharistie, de getijden en de maaltijden liggen vast. De overige tijd delen ze zelf in.
We onderscheiden over het algemeen drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren en burgers. Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht.
Embed. De mensen in de Middeleeuwen waren schoner dan je denkt. Ze poetsen hun tanden met linnen, maakten tandpasta van zout, houtskool en munt en gebruikten een kippenbotje als tandenstoker. Ook gaan ze wekelijks naar het badhuis.
Er waren geen winkels, maar er kwamen kooplieden langs om spullen te verkopen. Als we het over de middeleeuwen hebben, dan hebben we het vaak over de periode tussen het jaar 500 en het jaar 1500. In deze tijd waren er veel arme boeren, maar ook ridders, jonkvrouwen en landheren. Het leven zag er heel anders uit dan nu.
Naast al het vechten, hadden ridders nog andere taken. Zo moesten ze ook het landgoed van hun familie beheren, bevelen geven aan de boeren die er werkten, belasting innen, de boeren beschermen en onderlinge ruzies oplossen. Daarnaast deden de ridders vaak mee met de jacht.
De meeste kastelen werden gebouwd in de middeleeuwen, tussen 500 en 1500. Dat was de Tijd van monniken en ridders.
Monniken in de middeleeuwen geloofden dat niet alleen de Bijbel het woord van God was, maar dat de natuur, hemel en aarde net zo goed geschapen waren door God. Aanvankelijk leerden jongens om te lezen en te schrijven in een klooster, maar gaandeweg begon men zich steeds meer te interesseren voor de natuur.
Hebben kloosterzusters een inkomen? "Het klooster is een zelfstandige gemeenschap waar kloosterzusters zelf voor hun inkomsten moeten zorgen", legt Geert Lesange van de persdienst van de Bisschoppenconferentie uit. "Van het bisdom of de overheid ontvangen zij geen loon.
Dagindeling van een monnik. voor 7 uur gaan de monniken slapen.
Het beste antwoord
Er zullen vast nog wel kloosters zijn waar strenge regels gelden, en waar het misschien een lange weg is, om toe te treden, maar de meeste kloosters zijn tegenwoordig leefgemeenschappen, waar geen strikte regels gelden over toetreding.
Het beste antwoord. Ja, dat kan. Er zijn zusters en broeders die eerst een "leven in de wereld" gehad hebben, voordat ze intreden.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
kloosterling. als synoniem van een ander trefwoord: kloosterling (zn) : cenobiet, kloosterbroeder, kloosterzuster, monnik, non, novice, ordesgeestelijke.
De sext rond 12 uur. De none rond 15 uur. De vespers rond 17 uur. De completen rond 20 uur.
De monniken werkten op het land, verbouwden groente en tarwe voor het brood en zorgden voor de zieken en de armen. Een belangrijke taak van de monniken in de middeleeuwen was het overschrijven van teksten uit de bijbel. In die tijd konden alleen de monniken lezen en schrijven.
Iedereen kent de dalai lama, de monnik der monniken uit Tibet. Maar wie is hij en wat is zijn rol in het land van de blauwe luchten en witte bergtoppen? Wie aan Tibet denkt, denkt automatisch aan de dalai lama, de spiritueel leider van de Tibetanen.