KOOLMEES. Met zijn zwart petje en gele buik is de koolmees gemakkelijk herkenbaar.
Vinken hebben een korte, kegelvormige snavel. Het mannetje heeft in broedkleed een blauwgrijs petje, een oranjerode borst en wangen. De staartveren zijn zwart, behalve de (witte) buitenste staartpennen. Het vrouwtje is minder opvallend en wordt nog wel eens aangezien voor een vrouwtje huismus.
De rouwkwikstaart lijkt erg op de witte kwikstaart en wordt ook wel als ondersoort beschouwd. De rug is geheel zwart i.p.v. het grijs dat de 'witte' heeft en hij heeft twee opvallend witte vleugelstrepen. In Nederland worden vooral in het voorjaar regelmatig rouwkwikstaarten gezien, met name langs de kust.
Kepen zijn net zo groot als vinken, maar vallen vooral op door de combinatie van witte buik en oranje borst en vleugeldekveren. Daarnaast zitten er ronde donkere vlekken op de flanken en heeft hij een gele snavel met een zwart puntje (behalve in broedkleed). Bij het opvliegen is de witte stuit opvallend.
De keep is een doortrekker en wintergast in soms zeer grote, maar jaar op jaar sterk verschillende aantallen. Deze aantallen nemen sinds 1985 af. Daarnaast is het een schaarse broedvogel.
De kerkuil kent een behoorlijke variatie aan geluid. Dit wordt vaak aangeduid als krassen, roepen, snurken, gillen of blazen. Voor de kerkuil zijn geluiden van groot belang. Het is het enige contact dat ze met elkaar hebben.
In vrijwel geheel Europa is de grote gele kwikstaart aan te treffen. Alleen in het midden en noorden van Scandinavië is de soort veel zeldzamer en slechts zeer lokaal aan te treffen.
17. Ringmus, heggenmus en vrouwtje vink en huismus. De 'kleine bruine vogeltjes' lijken lastig uit elkaar te houden, maar met wat praktische tips kan iedereen ze herkennen. Kleuren, verenpatronen en gedrag: het helpt om ze uit elkaar te houden.
De vink is dan ook een zeer algemene en veel voorkomende vogel. In de lente zingen ze de bekende vinkenslag, die gaat van 'driiiiiii-tsitsitsi-kawiet! '. En vaak roepen ze ook heel hard “wiet-wiet-wiet!”.
Maak een opname van een vogelgeluid in 'Warblr' en de app geeft je het antwoord. Zoals Shazam met liedjes doet. Je krijgt snel de vogel op je scherm te zien, inclusief afbeeldingen én een uitgebreide beschrijving. Zo weet je meteen alles over het vogeltje dat jij net zo mooi hebt horen zingen.
Een vinkenzetting, kortweg zetting of suskewiet genoemd, is een wedstrijd waarbij de vinkeniers (vinkenhouders) zich met een vinkenkooi (een muit) opstellen langs een weg, met telkens 2,4 meter tussen vinkenier en vink.
Ze komen voor bij meren, moeras, oevers, park en tuin, plassen, rietland en ruigte, rivieren en vennen. IJsvogels duiken in helder, liefst stromend water naar bij voorkeur visjes maar ook naar waterinsecten. IJsvogels stellen prijs op enkele bomen of struiken langs de oever, bij wijze van uitvalsbasis.
De Geelgors is een opvallend geelgekleurde gors met een gemiddelde lengte van 16.5 cm. De soort is herkenbaar aan het weinig opvallende koppatroon, gele veerpartijen op kop en onderdelen, een rosse stuit en witte buitenste staartpennen. De hoeveelheid geel kan sterk variëren en kan vooral bij mannetjes erg opvallen.
De geelgors leeft voornamelijk van zaden, maar vangt tijdens de broedtijd ook insecten.
Slechts weinig mensen weten dat in ons land twee mussensoorten voorkomen, die allebei in de omgeving van de mens vertoeven, de huismus en ringmus. Het onderscheid tussen beide soorten is vrij gemakkelijk te maken. De Ringmus heeft een koffiebruin gekleurd schedeldak terwijl de Huismus een grijs kopje heeft.
Zo is de roodmus eigenlijk een vink en de grasmus eigenlijk een zanger. Wel behoren ze allemaal tot de orde van zangvogels.
Verschillende vogelsoorten, zoals de spreeuw of de ekster, leggen blauwe eieren. Blauwe eieren absorberen minder warmte dan bruine eieren. Hiermee zorgt de blauwe kleur ervoor dat eieren niet oververhit raken. Dat is nog eens goed gebruik maken van kleuren!
Voortdurend kijkt hij schichtig om zich heen, om te kijken of er geen kapers op de kust zijn. Hij moet hem steeds omhoog wippen om te kunnen zien of de lange verenpracht nog op zijn achterwerk zit. Door dit onrustige gedrag wordt deze vogel kwik-staart genoemd.
Zwart-wit met witte vleugelstrepen en zwarte keel in prachtkleed. Het vrouwtje is minder uitgesproken zwart-wit getekend. De witte kwikstaart heeft een lange staart die voortdurend heen en weer wordt bewogen. Jonge vogels zijn valer en hebben veel wit op de kop.
De gele kwikstaart komt in het grootste deel van Europa voor als broedvogel. De soort ontbreekt op IJsland, in Schotland en in Ierland, maar verder strekt het verspreidingsgebied zich uit van West-Europa tot aan Kamtsjatka, van de Beringstraat en tot in Alaska.
De Zwarte Roodstaart is een vogel die je nogal eens in steden aantreft. Een omgeving met stenen, of het nu bergen betreft of flats en huizen, daar houdt ie van. De Zwarte Roodstaart heeft een apart, ietwat krakend liedje.
Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze 's nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven.
Herkenning. Tijdens de vlucht zijn de lichtgrijze stuit en witte ondervleugels goed te zien, net als de lange staart met geheel zwart uiteinde. Verder hebben kramsvogels een bruine mantel en een overwegend grijze kop. De onderzijde is zwaar getekend met een oranjegele tint op de borst.