Vitamine D komt voor in een aantal dierlijke producten. Vooral vette vis, zoals haring, makreel en zalm bevat veel vitamine D, maar er zit ook een beetje in lever, vlees, eieren en volle melkproducten. Verder zijn er maar weinig etenswaren waar van zichzelf vitamine D in zit.
Omdat vitamine D vet oplosbaar is, vind je het vooral terug in vettere vissoorten. Haring, makreel, tarbot en sardientjes zijn goede bronnen van vitamine D. Een portie haring (100 g) levert bijna de dagelijkse behoefte aan vitamine D. Maar ook met een portie makreel kan je een deel van je dagelijkse behoefte innemen.
Fruit bevat helemaal geen vitamine D. Ook noten en zaden bevatten geen vitamine D. En zelfs groenten bevatten geen vitamine D. Het enige plantaardige voedingsproducten of 'groenten' dat vitamine D bevatten, zijn paddenstoelen die aan zonlicht (of UV) worden blootgesteld.
Je lichaam maakt vitamine D aan door blootstelling aan de zon. De zon is verreweg de belangrijkste bron van vitamine D, maar je kunt het ook uit voeding halen. In voeding vind je vitamine D3 en vitamine D2. D3 is efficiënter in het verhogen van de vitamine D-status in je lichaam, dan vitamine D2 [3].
100 Gram kabeljauwlever bevat 10 keer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine D.
Het advies van het voedingscentrum is als volgt: “Vis is goed voor de gezondheid. Visvetzuren zijn goed voor je hart en bloedvaten. Daarom is het advies 1 keer per week vis te eten. Bij voorkeur vette vis, zoals makreel, haring, sardines of zalm."
Een portie (100 gram) zalm is goed voor zo'n 4,6 microgram vitamine D, een gekookt ei voor zo'n 0,9 microgram vitamine D en ongezouten roomboter op een boterham levert je zo'n 0,02 microgram op.
In welke voeding zit vitamine D? Vitamine D zit van nature in vette vis, zoals haring, zalm en makreel. Vlees en eieren leveren ook vitamine D, maar minder dan vette vis. In Nederland wordt ook vitamine D toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten (maar niet aan olie).
In combinatie met een gebrek aan kalk en zonlicht leidt een gebrek aan vitamine D tot rachitis, ook wel Engelse ziekte genoemd. Om het probleem van onder andere kromgegroeide benen door rachitis te voorkomen, wordt in veel landen vitamine D toegevoegd aan voedingssupplementen.
De duur van het herstel is afhankelijk van je leeftijd en hoe laag het vitamine D gehalte in het bloed is. Bij het innemen van suppletie, zal de arts de dosis vitamine D na zes tot acht weken behandeling verlagen. Naar schatting zal het dan 3 tot 4 maanden duren om weer op het goede niveau te komen.
Dit is de aanvaardbare bovengrens voor inname van vitamine D (voedingscentrum): 100 microgram (µg) per dag voor volwassenen en kinderen van 11 t/m 17 jaar. 50 µg per dag voor kinderen van 1 t/m 10 jaar.
Vitamine D, net als de andere vetoplosbare vitamines A, E en K, neem je daarom het beste in bij een maaltijd, omdat in een maaltijd altijd wel een beetje vet zit. Op die manier kan het lichaam de vitamine vervolgens uit het vet in de voeding opnemen.
In het kort
Vitamine D is belangrijk voor sterke botten, tanden, spieren en uw afweer. Probeer 15 tot 30 minuten per dag buiten te zijn. Uw huid maakt dan vitamine D.
In Europa is er consensus over een minimum vitamine D-waarde van 50 nmol/L en een streefwaarde van 75 nmol/L. Alles onder de 50 is te bestempelen als een tekort.
Vermoeidheid en lusteloosheid: Een tekort aan vitamine D kan ook leiden tot vermoeidheid en een algemeen gevoel van lusteloosheid. Last van chronisch vermoeidheid zelfs na een goede nachtrust.
De vitamines D en E zijn in vet oplosbaar. Dat betekent dat jouw lichaam ze beter opneemt in combinatie met een beetje vet. Daarom kun je deze supplementen het beste tijdens (of net na) je maaltijd innemen. Want in jouw ontbijt, lunch of avondeten zit vaak (een beetje) vet.
Waar zit vitamine D dan wel in? Omwille van het feit dat vitamine D in vet oplosbaar is, zijn voedingsbronnen die er rijk aan zijn vaak vette vis, zoals zalm, haring en makreel of orgaanvlees. Je moet echter gigantische hoeveelheden vette vis of orgaanvlees eten vooraleer je een voldoende hoeveelheid binnen krijgt.
Veel mensen denken dat je door weinig vitamine D in je bloed moe of duizelig kan worden. Dat klopt niet helemaal! Meestal heb je zelf namelijk niet meteen klachten bij een tekort.
Vis is goed voor de gezondheid. Visvetzuren zijn goed voor je hart en bloedvaten. Daarom is het advies 1 keer per week vis te eten. Bij voorkeur vette vis, zoals makreel, haring, sardines of zalm.
Door het verschil in voeding, is wilde zalm veel minder vet dan kweekzalm en daardoor bevat wilde zalm ook significant minder calorieën. Het verschil is ook echt wel groot te noemen.
Deze vette vis, bekend om zijn mooie roze kleur, is niet alleen rijk aan gezonde eiwitten, maar aan omega-3 vetzuren, die goed zijn voor je hart en voor je hersenen. Ook is zalm rijk aan vitamine D, voor sterke botten. Elke dag zalm op het menu zou voor de meeste mensen te ver gaan.
Kibbeling wordt gemaakt van magere vis.Deze soorten bevatten weinig vet en daardoor ook weinig gezonde visvetzuren. Juist die gezonde vetzuren, eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA), verkleinen de kans op hart- en vaatziektes.
Het maakt niet uit hoe de vis verkocht wordt: verse vis, uit de diepvries of in blik. Voor de gezondheid kun je het beste kiezen voor vette vis die niet gepaneerd of gezouten is. Bij zoute vis moet je denken aan haring, gerookte zalm, gerookte paling, stokvis of ansjovis. Bij vis in blik is ook vaak zout toegevoegd.
Magere witte vissen zoals wijting, kabeljauw en tong bevatten aanzienlijk minder omega-3 dan vette vissen, maar dat neemt niet weg dat ze ook perfect in een gezond eetpatroon passen. Ze zijn caloriearm en bijzonder smaakvol.