Wormen. De worm, misschien wel het oudste aas van allemaal maar zeker niet het aas dat je moet onderschatten. Naast paling en baars, vang je met wormen ook de grotere brasems en windes. Worden hebben verschillende varianten denk maar aan de regenworm, dauwworm en de mestpier.
Dat kan op verschillende manieren. Vis je in de stromend water dan laat je de wormen langzaam met de stroming afzakken. In stilstaand water kan je de wormen in beweging brengen door ze af en toe wat van hun plek te laten komen. Verplaats het aas om de paar minuten enkele tientallen centimeters.
Maden hebben een goede werking op de karper, omdat het aas is wat veel geur afgeeft en beweegt. Het valt dus vrij snel op bij de karper en de karper is er ook dol op. Daarom kun je heel goed karpervissen met maden. Je kunt maden gebruiken bij het penvissen, statisch vissen en feeder vissen.
Met een worm of mestpier als aas kun je eigenlijk heel veel vissoorten vangen. Er zijn zelfs vissoorten bij zoals zalm, zeeforel en forel waarbij het verboden is om een worm als aas te gebruiken. Dit geeft aan dat de worm een enorme aantrekkingskracht heeft op de vis.
Niet alleen karper is dol op wormen, maar ook alle witvis, paling en baars. Het is dus een relatief gevoelig aas wat betreft bijvangsten. De ene visser vindt dit leuk, de andere helemaal niet. Het is in ieder geval wel iets om in het achterhoofd te houden.
- De riek of schep hard heen en weer bewegen! - Altijd vragen aan je ouders of juf of meester of het wel mag! PAS OP: voordat je de regenworm oppakt, wacht dan eerst totdat hij helemaal uit de bodem is gekomen.
Met een formaat 12 haak kun je prima tot wel twee wormen vissen. Met een maat 14 haak kun je goed een mestpier vissen. Haakjes maat 16 en 18 lenen zich prima voor een visserij met maden en casters.
Baars vissen
Het vissen op baars is al eeuwen een populaire bezigheid. Vooral in het Westen van Nederland viste men graag in wedstrijdverband op baars. Uitgerust met een vaste niet te lange hengel, een dobbertje, en een langstelige haak met daarop een worm, zijn zo heel wat baarzen gevangen.
Goed voor brasem, baars en paling. Kaas Is een goed vangend aas, zeker voor barbelen, kopvoorns en karpers, maar ook voor andere vissen die in dit aas een lekkere hap zien. Dat getuigen de talrijke bijvangsten. Mijn favoriete kaas is het Babybel-mini kaasje.
Giet kokend heet water (met azijn of groene zeep) in de vuilnisbak, wanneer deze net geleegd is. Door het hete water gaan de maden dood. Doe wel de deksel dicht zodat de hitte in de vuilnisbak blijft. Stop wat takjes lavendel in de vuilnisbak.
Maïs. De maiskorrel kan uitstekend gebruikt worden voor brasem, voorn, winde, zeelt en karper en zijn net zoals doperwten vanuit blik direct te gebruiken. De zachtere mais doet het goed op de haak terwijl de wat hardere korrels ook op een hair gebruikt kunnen worden.
Grote maden zijn larven van de Noordelijke bromvlieg en worden vaak in Frankrijk gekweekt. Deze maden verpoppen erg langzaam en zijn daarom erg geschikt voor recreatievissers. Gekoeld bewaard zijn ze vaak wel twee weken tot drie weken houdbaar.
Zolang de zomerse temperaturen aanhouden kan je vaak goed paling vangen. De herfst is zelfs de actiefste tijd voor de paling met september als de beste maand. Je kan dagen meemaken dat het lijkt of ze uitgehongerd zijn en vetreserves voor de winter moeten aanleggen.
Maïs is de meest klassieke partikel voor het vissen op karper en grotere witvis. Maïs is gigantisch zoet en zit hierdoor bomvol koolhydraten. Dit lichtverteerbare zoete aas kun je het gehele jaar prima mee uit de voeten. Maïs is verkrijgbaar in verschillende soorten en maten.
Rijg de eerste wasmot in de volledige lengte tot over de bled van de haak. Begin bij een wasmot of een meelworm direct onder de kop, hier zit het zachtste gedeelte. Voor het aanbrengen van een tweede wasmot of meelworm begin je op hetzelfde punt maar nu laat je de haakpunt net voorbij de pootjes naar buiten komen.
De snoek en winter
Wanneer de watertemperaturen dalen, wordt onze mooie Esox Lucius weer kieskeuriger in wat zij wilt bijten. Door studies over het gedrag van de snoek is gebleken dat de watertemperatuur vrij weinig te maken heeft met het passieve gedrag van de meeste snoeken.
Ja, snoeken kunnen mensen bijten. Maar op enkele incidenten na komt dit over het algemeen nooit voor in Nederland. Een snoek is dan wel een roofvis maar de snoek eet geen mensen vlees. En gelukkig maar want snoeken hebben wel 700 vlijmscherpe tanden.
Het vlees van de snoek is heel stevig van structuur maar heel zacht van smaak, ontzettend lekker! Het bevat wel vrij veel kleine graten, sommigen zelfs gevorkt. Maar dat is het helemaal waard.
De reden waarom de voorn een populaire vis is, is omdat hij relatief makkelijk te vangen is. Vaak kan hij met een klein stukje brood aan je haakje al gevangen worden. De meest gebruikte manier om op voorn te vissen is met een vaste hengel. Aan deze vaste hengel wordt een stuk visdraad aan de top vastgemaakt.
Vissen met kikkererwten
Zelfgekookte kikkererwten nemen geurstoffen en smaakstoffen goed op en zijn, net als boilies, met een boilienaald eenvoudig op de hair te plaatsen. Kikkererwten uit blik zijn direct als haakaas te gebruiken maar zijn vaak te zacht voor aan de hair.
In de meeste gevallen vis je op paling met een schuivende bodemmontage. Het loodgewicht is afhankelijk van waterdiepte, visafstand en stroming. Dit dien je zelf even uit te zoeken, maar in de regel moet tussen de 30 en 60 gram volstaan. De onderlijn kies je niet te lang, anders komt de haak te diep te zitten.
Dropshot vissen techniek
Dropshot vissen betekent dat je met aas niet op de bodem vist maar net daarboven. Dat doe je door aan het uiteinde van je lijn een loodje te bevestigen en net daarboven het kunstaas vast te maken. Het lood staat dan op de bodem en het aas dwarrelt er tientallen centimeters boven.
Beter is het gebruik van een zachte natte doek. Deze kan je ook gebruiken om de paling in de hand te houden tijdens het onthaken. Neem de paling hierbij juist achter de kop stevig vast, maar druk ook niet zo hard dat je hem beschadigt. De vitale organen van een paling zitten immers juist achter de kop.