Organische stoffen zijn brandbaar, zoals hout, bloem, suiker, graan en sojabonen. Ook medicijnen en pesticiden, rubber, textiel en bepaalde soorten plastics vormen deeltjes die brandbaar zijn. Dit geldt zelfs voor materialen zoals aluminium en ijzer, die in grote stukken niet brandbaar zijn, maar wel in stofvorm.
Ontvlambare stoffen zijn gassen, vloeistoffen en vaste stoffen die ontbranden en blijven branden in de lucht als ze worden blootgesteld aan een ontstekingsbron . Veel ontvlambare en brandbare vloeistoffen en vaste stoffen zijn vluchtig van aard; dat wil zeggen dat ze snel verdampen en voortdurend dampen afgeven.
Plantaardige vezels, bijvoorbeeld katoen, vatten makkelijker vlam dan dierlijke vezels, zoals wol. Synthetische vezels, zoals bijvoorbeeld polyester, vatten juist moeilijker vlam, maar bij contact met vuur smelten ze wel. De smeltdruppels kunnen op die plekken brandwonden veroorzaken.
Ontvlambare stoffen zijn te herkennen aan een van de volgende H-zinnen op het gevaarsetiket: H220: Zeer licht ontvlambaar gas. H221: Ontvlambaar gas. H222: Zeer licht ontvlambare aerosol.
Een stof is ontplofbaar als deze ook zonder aanwezigheid van zuurstof tot ontploffing kan komen. Voorbeelden van ontplofbare stoffen zijn buskruit, niet gestabiliseerde kunstmest, picrinezuur, benzoylperoxide en kwikfulminaat.
Bezit, detonatie of anderszins een maximaal gevaar opleverend; zoals dynamiet, nitroglycerine, picrinezuur, loodazide, kwikfulminaat, zwartkruit, slaghoedjes en ontstekingspatronen .
Natriumchloraat 40 % m/m.
Een materiaal wordt als ontvlambaar beschouwd als het een vlampunt heeft van een temperatuur lager dan 37,8 ºC . Een materiaal wordt als brandbaar beschouwd als het een vlampunt heeft dat hoger is dan 37,8 ºC en lager dan 93,3 ºC.
Organische stoffen zijn brandbaar, zoals hout, bloem, suiker, graan en sojabonen. Ook medicijnen en pesticiden, rubber, textiel en bepaalde soorten plastics vormen deeltjes die brandbaar zijn. Dit geldt zelfs voor materialen zoals aluminium en ijzer, die in grote stukken niet brandbaar zijn, maar wel in stofvorm.
4.1 Brandbare vaste stoffen
Definitie: Brandbare vaste stoffen zijn gemakkelijk brandbare vaste stoffen en vaste stoffen, die door wrijving kunnen ontbranden en brand kunnen veroorzaken en behoren hooguit tot klasse 4.1 van het ADR.
Alle stoffen zullen branden, maar sommige zijn brandbaarder dan andere. Onbehandelde natuurlijke vezels zoals katoen, linnen en zijde branden gemakkelijker dan wol, dat moeilijker ontbrandt en met een lage vlamsnelheid brandt.
Plantaardige vezels zoals katoen zijn makkelijk ontvlambaar en de vlammen verspreiden zich over het hele kledingstuk. Synthetische vezels als nylon en polyester vatten geen vlam, maar smelten bij contact met vuur.
Daarnaast is fleecestof vaak erg statisch en licht ontvlambaar! Pas dus op met vlammen, vuur en vonken!
De brandbare materialen zijn de volgende: benzine, kerosine en propaan .
Brandbare materialen ontbranden gemakkelijk en veroorzaken brand. Ze kunnen de vorm aannemen van vaste stoffen, vloeistoffen of gassen. Veelvoorkomende brandbare materialen op werkplekken zijn onder andere vloeibaar petroleumgas (LPG), verf, vernis en lak . Als brandbare materialen niet goed worden beheerd, vormen ze een ernstig brandrisico.
Motoroliën hebben normaal gesproken een vlampunt hoger dan 150 °C. Dit betekent dat ze geen Klasse 3 Ontvlambare Vloeistof zijn, aangezien ontvlambare vloeistoffen een vlampunt lager dan 60 °C moeten hebben. Daarom worden motoroliën geclassificeerd als brandbare vloeistoffen .
''Open geweven stoffen -vooral die met een harig oppervlak als flanel, fluweel, pluche en badstof- branden heel snel. Zuurstof kan hier gemakkelijk in komen, waardoor de stof vrijwel meteen vlam vat. Een wijdvallende ochtendjas kan gemakkelijk in aanraking komen met een brandende gaspit.
IJzer verbrandt bij een temperatuur van 2000 graden Celsius en wordt daarbij omgezet in ijzeroxide (roest).
Water is het beste blusmiddel voor brand van vaste stoffen als hout, papier, textiel en karton. Gebruik nooit water voor het blussen van brandende olie of vet en branden van elektrische apparaten die onder stroom staan!
Stoffen zijn ontvlambaar als zij, onder de omstandigheden waarin zij worden gebruikt, met een vonk aangestoken kunnen worden. In normaal taalgebruik noemen we dergelijke stoffen brandgevaarlijk. Voor vloeistoffen en gassen zijn het vlampunt en de gebruikstemperatuur bepalend.
Wol is een relatief veilig materiaal bij een brand. Het verbrandingspunt ligt rond de 600º Celsius. Wol vormt geen (brandende) druppels die voor uitbreiding van de brand kunnen zorgen.
Dynamiet kan zeer gevaarlijk worden bij temperaturen hoger dan 35°C doordat het nitroglycerine dan begint uit te zweten. Oud dynamiet is om dezelfde reden gevaarlijk. Het nitroglycerine zweet uit de staven en kan een poel vormen op de vloer of op de bodem van de container.
Het sterkste materiaal dat we momenteel kennen is Graphene, een tweedimensionaal koolstofmateriaal. Het heeft een breeksterkte van ongeveer 130 GigaPascal, wat ongeveer 100 keer sterker is dan staal.
Semtex, de Tsjechische springstof, is nog steeds populair in de mijnbouw - en bij terroristen. Prijs: 5 euro per kilo....