De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling.
Ontwikkelingsfases van kind
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Maar in grote lijnen maken kinderen wel allemaal dezelfde stappen door in hun ontwikkeling. Die ontwikkeling is in te delen in 11 fases.
Het blijkt dat kinderen taal verwerven in de volgende volgorde: fonologie, semantiek, syntaxis, morfologie, metalinguïstiek. In figuur 1.1. zien we dit in een schema weergegeven met de leeftijden die globaal horen bij de verwerving van de verschillende aspecten.
Definitie. Ontwikkelingsaspecten: de ruime achterliggende 'kwaliteiten' die de kleuter in staat stellen zijn wereld in heel verschillende situaties te begrijpen en er mee om te gaan. (IC1) Het gaat zowel om elementen van de positieve ingesteldheid als om basisinzichten, basisvaardigheden als basisattitudes.
Gangbaar is een onderscheid tussen lichamelijke, cognitieve, sociaal-emotionele (of psychosociale) en morele ontwikkeling.
De Deens-Amerikaanse psycholoog Erik Erikson (1902-1994) zag onze psychische ontwikkeling als een levenslang proces. Volgens zijn inmiddels klassieke theorie moeten we in de loop van ons leven acht levensvaardigheden leren om goed te kunnen functioneren.
Met verstandelijke of cognitieve ontwikkeling bedoelen we de ontwikkeling van het denken. Ons denken staat nooit stil en ook het denken van een kind ontwikkelt zich voortdurend. Het leert verbanden leggen , begrijpen en redeneren.
Fysieke ontwikkeling is de ontwikkeling van het vermogen om: bewegingen en gedachte processen te coördineren (psycho-motorische vaardigheden); verantwoordelijkheid nemen voor de groei, de werking en de gezondheid van het lichaam; tevreden worden met de lichamelijke beperkingen.
De motorische ontwikkeling is het proces waarin een kind controle krijgt over de spieren en deze leert gebruiken. Vanaf de geboorte ontdekken baby's nieuwe bewegingen stap voor stap en meestal in een vaste volgorde. Als ouder kun jij je baby helpen zich veilig te ontwikkelen.
Ontwikkelingsopgaven zijn uitdagingen waarvoor kinderen zich gesteld zien als gevolg van nieuwe gedragsmogelijkheden (en beperkingen) die voortkomen uit biologische veranderingen, sociale verwachtingen en persoonlijk gedrag of persoonlijke keuzes.
Bij sociaal-emotionele ontwikkeling gaat het om de ontwikkeling van het gevoelsleven en de persoonlijkheid, het leren omgaan met anderen en het aanleren van sociale vaardigheden.
Bij de sensorische ontwikkeling gaat het om de ontwikkeling van de zintuigen. Sensoriek is zintuiglijk waarnemen. Waarnemen gebeurt via de zintuigen, waardoor we informatie krijgen over ons eigen lichaam en de wereld om ons heen.
We kennen twee verschillende soorten motoriek: de grove motoriek; dit zijn alle grote bewegingen die je met je lichaam maakt, zoals het kruipen, lopen en fietsen. En de fijne motoriek; dit zijn alle kleine bewegingen die je maakt met je handen en vingers, zoals tekenen en schrijven.
“De cognitieve ontwikkeling van een kind valt of staat met taal en interactie” Voldoende en gevarieerd taalaanbod is fundamenteel voor een goede taalontwikkeling.
Bij passief taalgebruik bedoelen we dat kinderen de taal begrijpen, bij actief taalgebruik dat ze de taal ook spreken. Vier van de vijf baby's van acht maanden begrijpt bijvoorbeeld al 'mama' en 'papa', maar bijna geen enkele kan het dan ook al zeggen.
In de 'voortalige fase' zegt het kind zelf nog niets, maar leert het in stilte al verrassend veel over het klanksysteem van de taal (of talen) in zijn omgeving. Deze fase eindigt wanneer het eerste woord wordt gezegd, meestal kort na de eerste verjaardag, maar soms wat eerder en vaak veel later.