De leeftijd van uw kind ligt bij aanmelding voor een dyslexieonderzoek en behandeling tussen de 7 en 12 jaar. De dyslexiezorg mag in elk geval niet gestart worden nadat uw kind 13 jaar is geworden.
De leeftijd van uw kind ligt bij aanmelding voor onderzoek en behandeling tussen de 7 en 12 jaar. De dyslexiezorg mag niet gestart worden nadat uw kind 13 jaar is geworden.
Een dyslexie test bij kinderen- en jeugdigen neemt meestal een dagdeel in beslag en in enkele gevallen twee dagdelen. Gedurende het onderzoek worden verschillende testen afgenomen. Buiten het contact met het kind of de jeugdige, is de voorinformatie over bijvoorbeeld de (school)ontwikkeling erg belangrijk.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Als jij, je ouders of je school denken dat je dyslexie hebt, dan kun je dit laten onderzoeken. Dit onderzoek gebeurt door een dyslexiespecialist. Die kijkt ook welke hulp je nodig hebt. Als uit het onderzoek komt dat je dyslexie hebt, krijg je een 'dyslexieverklaring'.
Sinds 2009 bestaat er een vergoedingsregeling voor gespecialiseerde dyslexiezorg voor basisschoolleerlingen met ernstige enkelvoudige dyslexie. De gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor deze dyslexiezorg (zowel voor onderzoek als behandeling).
Een kind met dyslexie heeft op de basisschool geen specifieke rechten die wettelijk zijn vastgesteld. Maar naar aanleiding van het dyslexierapport en het advies van de orthopedagoog/psycholoog kan het kind wel bepaalde voorzieningen krijgen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Manipuleren met klanken, bijvoorbeeld een klank weglaten en dan het overgebleven woord zeggen lukt moeizaam. Letters benoemen verloopt traag. Teksten worden traag gelezen. Klanktekenkoppeling wordt onvoldoende beheerst.
De prijs voor individuele dyslexiebehandeling bedraagt €. 55,- per uur, waarvan 45-50 minuten effectief besteed worden aan de behandeling en 10-15 minuten aan dossieropbouw en periodiek contact met ouders en/of de leerkracht.
Ouders van kinderen met dyslexie stellen ons vaak de vraag of de Cito-toets of Entreetoets daar rekening mee houdt. Het antwoord is: ja. Zowel op de Entreetoets in groep 7 als op de Cito-toets in groep 8 wordt rekening gehouden met kinderen die dyslexie hebben. In dit artikel leest u er meer over.
Je kunt op basis van de uitslag op een IQ-test zien of bij ie- mand sprake is van dyslexie. Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Vrijstelling 2e vreemde taal HAVO/VWO
Er kan geen ontheffing worden verleend aan dyslectische leerlingen. Wel kan de school in de eerste drie leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn voor moderne vreemde talen.
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan leerlingen met dyslexie (artikel 21), maar een aangepast programma is wel mogelijk voor Frans en/of Duits, die wordt ook wel gedeeltelijke dispensatie genoemd (zie hieronder).
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
In groep 1 en 2
Het kind heeft dyslectische ouders, broertjes of zusjes. Het kind heeft moeite met het benoemen van kleuren. Het kind heeft moeite met luisteren en opvolgen van aanwijzingen. Het kind heeft moeite met klankverwerving.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
Een kind kan dyslexie hebben wanneer extra hulp op het gebied van lezen en/of spellen én hard oefenen niet tot betere resultaten leidt. Het kan schoolprestaties ernstig belemmeren, waardoor kinderen met lees- en/of spellingproblemen vaak onder hun niveau presteren.
De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.
Behandeling. Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie.
Een particuliere school kan een goede oplossing zijn voor een kind met dyslexie. Reguliere scholen hebben vaak grote klassen, waardoor weinig plaats is voor individuele begeleiding. Op een particuliere school daarentegen zijn kleine klassen het uitgangspunt. Daardoor is veel meer individuele aandacht mogelijk.
Dyslexie is de algemene term voor ernstige lees- en/of spellingproblemen, die internationaal ook wordt gebruikt. Ernstige dyslexie (ED) is een Nederlandse term, die vooral met regelgeving voor vergoede zorg in Nederland te maken heeft (tot 1 januari 2022 werd gesproken van EED, Ernstige Enkelvoudige Dyslexie).
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.