Overtredingen moet je onderscheiden in onvoorzichtig (geen kaart), onbesuisd (gele kaart) en met buitensporige inzet (rode kaart).
Een buitensporige overtreding is lichamelijk of mondeling geweld tegen eigen teamleden, tegenspelers, scheidsrechters, trainers of omstanders, zoals: Iemand buiten een duel om trappen of slaan. Iemand een kopstoot, elleboogstoot of kniestoot geven.
Voor onbesuisde overtredingen dient nog altijd minstens een gele kaart te worden getoond, terwijl buitensporige overtredingen altijd bestraft moeten worden met een rode kaart.
Iedere voetballer groeit op met één wetmatigheid: natrappen betekent douchen. Sinds dit seizoen is dat echter lang niet altijd het geval, bleek ook weer toen Ajax-verdediger Lisandro Martínez tegen PSV niet aan een rode, maar een gele kaart ontsnapte.
Een speler kan slechts eenmaal per wedstrijd een tijdstraf opgelegd krijgen. De scheidsrechter toont de speler hierbij wel de gele kaart. Bij een tweede waarschuwing volgt een rode kaart voor de speler en mag de speler niet meer verder spelen.
In het voetbal kun je als speler of staflid op twee manieren bestraft worden. Met een gele en een rode kaart. Een gele kaart geldt als een flinke waarschuwing, terwijl je bij een rode kaart direct het veld af moet. Je kunt zowel direct een rode kaart krijgen als na twee gele kaarten.
Een rode kaart betekent dat de speler het veld moet verlaten en hij is ook de volgende wedstrijd geschorst. De speler ontvangt een schikkingsvoorstel, daarin staat de straf die de speler opgelegd krijgt.
Bij opzettelijk hands in het strafschopgebied volgt een strafschop en hoort in 99 van de 100 gevallen ook een gele kaart te volgen.
Een terugspeelbal die niet via de voet gaat (scheen, knie, bovenlichaam en hoofd) mag wel worden opgepakt. binnen het doelgebied. De bal is in het spel als deze is getrapt en duidelijk beweegt.
Er is sprake van strafbaar hands, indien een verdediger opzettelijk de bal met de hand speelt, dan wel zijn lichaam op onnatuurlijke wijze groter maakt. Indien sprake is van het blokkeren van een schot richting doel waarbij de keeper niet in het doel staat, wordt dat geïnterpreteerd als het voorkomen van een doelpunt.
Dat betekent bijvoorbeeld, dat bij een tweede of volgende gele kaart in de zaal opgelopen in de eerste wedstrijd op een wedstrijddag, de speler zijn schorsing uit moet zitten in de tweede wedstrijd op die wedstrijddag.
Ook de keeper kan hands maken. De doelman mag de bal in eigen zestienmeter altijd met de hand pakken, behalve als de bal door een eigen speler opzettelijk wordt teruggespeeld. Als de doelman de bal in zo'n situatie oppakt, is het een indirecte vrije trap voor de tegenstander in het zestienmetergebied.
Ook zijn de regels rondom twee keer geel in een wedstrijd aangepast. Voortaan is twee keer geel wel een schorsing voor de volgende wedstrijd.
De overtredingen van de vierde graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks en in hoge mate in gevaar, de overtredingen van de derde graad brengen de veiligheid van personen rechtstreeks in gevaar, en de overtredingen van de tweede graad brengen de veiligheid van personen onrechtstreeks in gevaar (hoewel bij ...
De volgende overtredingen zijn onder andere verkeersovertredingen van de 4de graad: Anderen aansporen om te snel te rijden. In de verkeerde richting rijden op de autosnelweg. Omkeren op een autoweg.
Een indirecte vrije schop wordt onder meer toegekend als een doelverdediger binnen zijn eigen strafschopgebied de bal langer dan zes seconden in zijn handen houdt voordat hij deze weer in het spel brengt, en als hij de bal met de handen oppakt, nadat deze hem doelbewust door een medespeler met de voeten is toegespeeld.
De scheidsrechter geeft aan dat het een indirecte vrije trap betreft wanneer hij zijn hand boven zijn hoofd heft. Een indirecte vrijetrap mag niet rechtstreeks in de goal geschoten worden maar moet eerst door iemand anders aangeraakt worden.
Van hands of handspel bij voetbal is sprake als een veldspeler de bal opzettelijk met de hand of met de arm speelt of raakt. Wanneer de bal de schouder of andere lichaamsdelen raakt, is het nooit hands.
Meestal heeft de doelman het rugnummer 1 en bij het wereldkampioenschap mogen veldspelers dit nummer niet dragen. De keepers dragen een ander tenue dan de veldspelers.
Als de bal doelbewust wordt teruggespeeld mag de keeper de bal niet met hand/arm spelen. Dit wordt gezien als het oppakken van een doelbewuste terugspeelbal en moet worden bestraft met alleen een indirecte vrije schop, geen kaart!
Inworp: Bij een inworp moet de bal met twee handen vanuit de nek ingegooid worden terwijl beide voeten contact hebben met de ondergrond. Foutieve inworpen mogen éénmaal opnieuw worden genomen.Wanneer deze wederom foutief wordt genomen, gaat de inworp naar de tegenpartij.
Bij een tweede gele kaart wordt over het algemeen een rode kaart gegeven, dit is echter niet verplicht. In tegenstelling tot voetbal, kan het dus voorkomen dat een speler met twee gele kaarten (na het uitzitten van de tijdstraf) verder mag spelen.
De gele kaart
In wezen wordt een gele kaart gegeven als een waarschuwing of waarschuwing. Het geeft spelers die ze ontvangen nog een kans om de rest van de wedstrijd op het veld te blijven, terwijl een rode kaart betekent dat de speler het veld met onmiddellijke ingang moet verlaten.
Een rode kaart wordt bij veel sporten gebruikt om een speler te straffen door deze uit het veld te sturen. De kleur van de kaarten is gekozen vanwege de zwart-wit televisie. Om het onderscheid tussen de kaarten goed weer te geven is er gekozen voor een donkere kleur en een lichte kleur.