Doe als eerste de deuren naar andere woonruimten dicht zodat u zeker weet dat de vleermuis niet naar een andere woonruimte kan vliegen. Zet in de ruimte waar de vleermuis vliegt een raam of buitendeur open. Wacht geduldig tot de vleermuis de weg naar buiten heeft gevonden, dit kan een hele tijd duren.
Probeer dat te voorkomen door vleermuizen met handschoenen te pakken als dat nodig is. Een jonge of gewonde vleermuis kun je voorzichtig in een doosje vegen, zodat je ze niet hoeft aan te raken. Moet je ze wel oppakken, trek dan geen vuurvaste lashandschoenen of ovenwanten aan, want dan voel je de vleermuis niet.
Vleermuizen kunnen erg oud worden, meer dan twintig jaar is geen uitzondering. Vleermuizen hebben kleine oogjes. Ze zijn echter zeer lichtgevoelig en zelfs in de avondschemering kunnen ze goed zien, net als andere zoogdieren.
Wanneer het gaat over de verspreiding van levensbedreigende virusinfecties, wordt geregeld in de richting van de vleermuizen gekeken. Maar zolang mensen hen niet opeten of met blote handen aanraken, valt er niets te vrezen.
Als u ergens een levende of dode vleermuis ziet liggen, dan kan het zijn dat hij hondsdolheid heeft. Raak hem niet aan! Hondsdolheid is een ernstige ziekte bij dieren, en mensen kunnen het krijgen via dieren. Zonder behandeling met medicijnen is de ziekte dodelijk.
De meeste Nederlanders krijgen al de rillingen van het woord vleermuis. Laat staan dat dit dier in jouw woning voorkomt. Je verwacht mogelijk niet dat jou dit overkomt, maar dit is wel degelijk mogelijk. Indien er een vleermuis in huis zit, zorgt dit in veel gevallen voor overlast.
Stinkende uitwerpselen van vleermuizen
De stank van de uitwerpselen van vleermuizen wordt vaak vergeleken met de geur van rottend knoflook. Maar in combinatie met de urine van ratten, zal de ammoniaklucht van de urine overheersen.
Mensen kunnen slechts geluiden tot 20 kHz horen, dus voor de meeste mensen zijn vleermuizen niet hoorbaar. Met behulp van een ultrasoonontvanger, een zogenaamde batdetector, zijn de geluiden van vleermuizen voor mensen hoorbaar te maken.
“Zij kunnen niet, zoals vogels, rennend opstijgen. Door aan de voeten te hangen, de vleugels te spreiden en zich te laten vallen, krijgen ze wel genoeg lift om te vliegen. En op zijn kop aan het plafond hangend houden ze met zicht en hun echolocatie een goed beeld van wat er onder ze gebeurd.”
Ligt de vleermuis op de grond, raak hem niet zomaar aan. De veiligste manier om de vleermuis op te pakken is door een bakje, doosje of bloempot over de vleermuis te leggen. Daarna een kartonnetje eronder schuiven en het geheel oppakken. Gebruik dan altijd stevige handschoenen.
Het kan gebeuren dat ze zo soms rakelings langs je heen scheren. Hun sonar heeft hen echter al lang laten weten dat jij geen smakelijk insect bent maar een groot, te mijden voorwerp. In je haren vliegen - en erin verstrikt raken - doen ze dus niet.
Als er echt te weinig te eten is (en dat is met de kou van dit moment wel te verwachten) is het voor vleermuizen niet zinvol om rond te blijven vliegen als dat meer energie kost dan ze bij kunnen eten. Dan gaan ze terug naar hun verblijfplaats en gaan soms dagenlang in lethargie.
Verblijfplaatsen van vleermuizen
Sommige soorten geven de voorkeur aan boomholtes, terwijl andere soorten zolders verkiezen. De gewone dwergvleermuis, een typische huisbewoner, verblijft onder meer in spouwmuren, in rolluikkasten, onder dakpannen en achter houten planken.
Vleermuizen poepjes zijn gemakkelijk te herkennen. Ze hebben ongeveer het formaat van muizenkeutels. Omdat vleermuizen veelal onder een dakbeschot of andere hoge plek kruipen blijven de uitwerpselen op de muur geplakt. Ook kunt u op het dak keutels vinden.
Vleermuizen zijn niet blind, zoals nogal eens wordt gedacht. Sterker nog, studies wijzen uit dat vleermuizen veelvuldig gebruik maken van hun gezichtsvermogen bij het uitvliegen, tijdens navigatie en oriëntatie en, in mindere mate, bij het foerageren.
De rosse vleermuis zou je bijvoorbeeld kunnen horen, die maakt een vrij laag geluid. Mensen en honden reageren daar niet heftig op. je kunt het vergelijken met vogelgeluiden, we horen ze wel, maar ze worden al snel onderdeel van het achtergrondgeluid.
Vleermuizen zijn gevoelig voor lichtverstoring. Bij hun verblijfplaatsen, op vliegroutes en in hun jachtgebied. Vooral straatverlichting kan leiden tot pijnlijke verblinding bij deze beschermde nachtdieren.
Om in het donker op insecten te kunnen jagen, maken vleermuizen slim gebruik van echolocatie: ze maken met hun stembanden korte piepjes en luisteren of deze terugkaatsen (echoën) van objecten en insecten in de ruimte om hen heen.
Vijanden: De grootste bedreiging voor de vleermuizen zijn de mensen. Maar ook hebben ze andere natuurlijke vijanden zoals: grote vogels, uilen, af en toe zelfs jonge en onervaren katten. Vleermuizen hebben vaak last van vlooien, mijten en teken.
in een enkel geval maakt de kolonie, of een deel ervan, ook voor en na de kraamtijd van een woning gebruik. de meeste vleermuizen verhuizen regelmatig. ze zoeken iedere keer een plek op met de gunstigste temperatuur. Soms wonen ze op een plek een maand, soms een week of maar enkele dagen voordat ze alweer verhuizen.
Het dieet van vleermuizen is het meest divers van alle zoogdieren. Zo bestaan er vegetarische vleermuizen die zich vooral voeden met fruit en nectar. Andere soorten zijn vleeseters, van insekten tot kikkers. Ook bestaan er vleermuizen die zich voeden met het drinken van bloed.
Een vleermuis in huis vangen.
Is de vleermuis ergens geland, zet er een doorzichtige pot rustig overheen en schuif een stuk papier/karton tussen pot en object zo zorg je dat de vleermuis veilig in de pot blijft zitten. Je kan de vleermuis nu rustig naar buiten op een donkere plaats zetten.
Katten kunnen levende vleermuizen zelf vangen. Het hoeft niet zo te zijn dat het al een dood exemplaar was. Vaak vinden katten (dwerg)vleermuizen bij u in of nabij uw huis of bij een spouwmuur.
Bij vleermuizen en veel vogels zijn dit de onverteerbare buitenkanten van insekten (het zogenaamde chitine exoskelet). Zoogdieren scheiden ontlasting uit via hun aars, vogels via hun cloaca. Naast ontlasting in vast vorm, moeten dieren ook vloeistof kwijt: urine.