Art. 47 Sr als
Korte uitleg over 'dader'
(Mede)pleger van een strafbaar feit of degene die het feit heeft uitgelokt.
Medeplegen en medeplichtigheid zijn beide deelnemingsvormen.
De materiële dader moet bij doen plegen hebben gehandeld zonder opzet en zonder schuld. Dat betekent concreet dat de materiële dader zich moet kunnen beroepen op een strafuitsluitingsgrond. Doen plegen is mogelijk bij zowel misdrijf als overtreding.
De uitlokker werkt in beginsel zelf niet mee aan de uitvoering van het delict. Bij uitlokking gaat het erom dat de uitlokker bij de uitgelokte opwekt om een misdrijf te plegen. Het initiatief ligt dus bij de uitlokker.
Een dader is een persoon die opzettelijk of door nalatigheid een onrechtmatige daad heeft gepleegd of de wet heeft overtreden .
delinquent (zn) : schuldige, dader, overtreder, misdadiger, crimineel. zondaar (zn) : schuldige, dader, deugniet.
Sommige plegers van strafbare feiten gaan telkens opnieuw in de fout.Vaak is bij deze personen meer aan de hand, bijvoorbeeld een verslaving. Ze worden stelselmatige daders genoemd.
In Engeland zijn er tegenwoordig in principe drie categorieën van overtredingen: Summary Only, Each Way en Indictable Only . Dit zijn zaken die (bijna altijd) alleen in de Magistrates' Court kunnen worden behandeld.
De wetgever deelt de misdrijven in, in drie categorieën: misdaden, wanbedrijven en overtredingen. Dit onderscheid is gebaseerd op de aard van de mogelijke straf: Een misdrijf waarop een criminele straf staat, is een misdaad.
Daarmee zijn de belangrijkste doelen van het straffen: vergelding, preventie en resocialisatie.
Het woord 'recidive' betekent letterlijk 'herhaling' en wordt vaak gebruikt in het strafrecht. Er is sprake van 'recidive' wanneer iemand meerdere malen als verdachte in aanraking is gekomen met politie en justitie.
Het recht in eigen hand nemen, voor eigen rechter spelen. Er is sprake van eigenrichting als iemand handelingen verricht of maatregelen neemt waarvoor normalitair een rechterlijk vonnis of verlof nodig is.
Een dader is iemand die een misdaad heeft gepleegd , of in ieder geval iets heel ergs heeft gedaan.
In het strafproces is iemand een dader als een straf of maatregel is opgelegd. Als nog geen straf of maatregel is opgelegd, wordt gesproken van een verdachte.
kader = •een raamwerk.
Controlerend gedrag
De dader kan erop staan de overlevende overal mee naartoe te nemen en uitleggen dat hij haar alleen maar veilig wil houden. Hij kan de controle over haar financiën overnemen en beweren dat hij haar de moeite wil besparen. Hij kan haar kleren uitkiezen en haar vertellen dat hij weet wat het beste bij haar past.
Daderkennis of daderwetenschap is informatie die alleen de dader van een misdrijf ter beschikking kan hebben. Als iemand daderkennis heeft, dan is dat een duidelijke aanwijzing dat hij de dader is. Voorbeelden van daderkennis zijn: de plaats waar de buit is verstopt, de wijze waarop de moord is gepleegd.
Provocatie van een misdrijf is verboden. Dit verbod is ingeschreven in het wetboek door de wet van 27 december 2005, nadat een eerdere regeling was vernietigd door het Arbitragehof.
1°. zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen; 2°. zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken.
Voor een veroordeling voor medeplegen moet er sprake zijn van dubbel opzet. Dat wil zeggen opzet op de onderlinge samenwerking en opzet op de verwezenlijking van het grondfeit, in dit geval (voorbereidingshandelingen van) de invoer van cocaïne.