De algemene regel voor het vragend voornaamwoord welk(e) is dat het geen buigings-e krijgt als het betrekking heeft op een het-woord in het enkelvoud (welk autootje, welk boek), en dat in andere gevallen alleen welke juist is: welke auto (de-woord), welke boeken (meervoud).
Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s. Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's. Als er een klinker voor de y staat, schrijf je de s eraan vast. Soms schrijf je in het meervoud de uitgang -eren.
Welk en welke worden gewoonlijk met een zelfstandig naamwoord gecombineerd: na welk volgt een het-woord; na welke een de-woord of een meervoudig woord. Op wat volgt geen zelfstandig naamwoord. Welk kapsel past bij mij? Welke kleur gaan jullie kiezen voor de badkamer?
'Welke' is een betrekkelijk voornaamwoord. Dat mag je in de formele schrijftaal gebruiken om te verwijzen naar de-woorden en meervouden. 'De brief welke' en 'mijn tarieven welke' zijn dus grammaticaal juist.
Het betrekkelijk voornaamwoord welke is formeel.Het is aan te bevelen om het betrekkelijk voornaamwoord die te gebruiken bij enkelvoudige de-woorden en bij meervoudige woorden.
De algemene regel voor het vragend voornaamwoord welk(e) is dat het geen buigings-e krijgt als het betrekking heeft op een het-woord in het enkelvoud (welk autootje, welk boek), en dat in andere gevallen alleen welke juist is: welke auto (de-woord), welke boeken (meervoud).
Wat verwijst naar onbepaalde voornaamwoorden, overtreffende trappen, hele zinnen en een hoedanigheid. Welke verwijst naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige de-/het-woorden.
Het vragend voornaamwoord welk krijgt de vorm welke als het bij een de-woord of een meervoudig woord staat.Bij een enkelvoudig het-woord is welk de correcte vorm.
Die is het neutraalst en verdient de voorkeur, maar in formele schrijftaal komt welke ook voor. Welke doet enigszins verouderd aan en wordt vaak gebruikt in combinatie met andere formele woorden.
Wat voor vraagt naar een classificering.Welke vraagt om een identificering.
Zowel welke als welk is correct.
Het vragend voornaamwoord wat wordt zelfstandig gebruikt. Er volgt dus geen zelfstandig naamwoord. Welk(e) wordt meestal niet-zelfstandig gebruikt. Het wordt dan gevolgd door een zelfstandig naamwoord.
Gebruik wij als er nadruk op ligt: 'Wij zijn verantwoordelijk voor de juiste afhandeling van klachten. ' Gebruik we als er niet zo veel nadruk ligt op het woord: 'Zoals we hebben afgesproken', 'Als u graag gebeld wilt worden, nemen we contact met u op.
Woorden als rommel en vee hebben geen meervoud. Bijzonder zijn zelfstandige naamwoorden als rijst, haat, onzin, melk, hout, informatie en aarde, we noemen ze niet-telbaar. Ze komen zelden voor met een onbepaald lidwoord (een rijst zeg je niet) en ze staan zelden in het meervoud.
Un komt voor een mannelijk zelfstandig naamwoord en une voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. In het meervoud wordt het des.
Dat verwijst naar het-woorden: het huis dat, het meisje dat. Die verwijst naar de-woorden en naar meervoudsvormen: de woning die, de meisjes die. Aantal is een het-woord en wordt in principe gecombineerd met dat als het bepaald lidwoord het eraan voorafgaat.
We gebruiken het bezittelijk voornaamwoord haar om naar vrouwelijke woorden te verwijzen (de regering en haar standpunt) en het bezittelijk voornaamwoord zijn om naar mannelijke en onzijdige woorden te verwijzen (de koning en zijn besluit, het comité en zijn rapport).
Bij persoonsaanduidingen worden de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden bepaald door het gender van de persoon naar wie ze verwijzen. Om bijvoorbeeld te verwijzen naar een onzijdig woord als parlementslid, gebruiken we ze, zij en haar als het gaat om een vrouw, en hij, hem en zijn als het gaat om een man.
Je gebruikt 'zich' als het terugslaat op het onderwerp (dus de hp smijt de deur achter zichzelf dicht) en 'haar' als het over een ander vrouwelijk personage gaat (de hp smijt de deur dicht achter de vrouw die net de kamer uitgelopen is).
Voorbeelden van woorden waarvan het enkelvoud op -ie eindigt en het meervoud s krijgt, zijn: ruzie – ruzies.
Woorden als politie, jeugd, vee en familie zijn verzamelnamen. Je gebruikt ze om een groep mee aan te duiden. De betekenis is dus meervoudig, maar het woord zelf vatten we in het Nederlands op als enkelvoud: de persoonsvorm staat dus ook in het enkelvoud.
Meervoud van politie is politie.