Mogelijke oorzaken hiervoor zijn: toename van haviken (grootste vijand van de sperwer) en minder voedsel (bijvoorbeeld op de Veluwe). Is ook als wintergast afgenomen, wellicht doordat zangvogels op het boerenland sterk zijn afgenomen.
Mezen, mussen en vinken zijn favoriet bij de sperwer. Het vrouwtje, dat op grotere prooien jaagt, eet ook lijsters en spreeuwen. En tureluur of Turkse tortel kan ze ook best vangen.
De sperwer is een geduchte rover, die het graag heeft voorzien op kleine zangvogels. Mussen, mezen, spreeuwen en vinkachtigen zijn geliefde lekkernijen, maar ook flinkere jongens als turkse tortel, ekster of zelfs een gaai vallen ten prooi.
Ecologie van roofvogels. De meeste roofvogelsoorten zijn geen probleem, de algemene torenvalk en buizerd vangen geen duiven. Bij sperwers vangt het mannetje, dat een stuk kleiner is dan het vrouwtje, vooral zangvogels als mussen en merels. Vrouwtjes kunnen zeker een duif aan.
Mogelijke oorzaken hiervoor zijn: toename van haviken (grootste vijand van de sperwer) en minder voedsel (bijvoorbeeld op de Veluwe). Is ook als wintergast afgenomen, wellicht doordat zangvogels op het boerenland sterk zijn afgenomen.
De toename van de sperwer zorgt voor een sterk toegenomen onveiligheidsgevoel bij kleine zangvogels. Die proberen het risico om door een sperwer te worden verschalkt te minimaliseren door risicovolle plaatsen te vermijden. De huismus is hiervan een goed voorbeeld.
Specificaties. Voedsel Zangvogels zijn de voornaamste prooi, met name de huismus, vink, spreeuw en mees. Jaagt met een plotselinge snelle vlucht in het voorbijgaan of vanuit dekking. Nest De sperwer bouwt ieder jaar hoog in de bomen een nieuw nest.
Roofvogels worden onderverdeeld in twee grote groepen, nl : de dagroofvogels en de nachtroofvogels. Nachtroofvogels jagen voornamelijk 's nachts.Bijv. de uilen.Dagroofvogels jagen voornamelijk overdag.
De sperwer is in Nederland en Vlaanderen geen zeldzame vogel meer.
Ze vormen een gevaar voor oude, gewonde en verzwakte katten. En ook zéker voor klein uitgevallen volwassen katjes en kittens. Katten die gezond en van een normaal formaat zijn, en zich kunnen verdedigen, zullen niet worden gepakt en opgegeten door een vos.
Zeker kuikens en kleine kippen zijn een gewilde prooi voor deze jagers. Voorbeelden hiervan zijn de havik, sperwer, kiekendief en buizerd. Echter kunnen kraaien, eksters en gaaien je kippen ook aanvallen en flink verwonden.
Vogels die bidden, hebben zonder uitzondering een uitstekend gezichtsvermogen. Bekende "bidders" zijn soorten uit de families valken, sperwers (niet alle soorten), sternen en kerkuilen. Enkele bekende vogelsoorten die bidden zijn: Buizerd.
Uit onderzoek en ondervinding van duivenliefhebbers blijkt dat vooral in het voorjaar veel duiven ten prooi vallen aan roofvogels, zoals de sperwer, havik en slechtvalk. Dat de krombekken nu ook erg actief zijn in volle zomer, is nieuw. In de winter heeft elke wilde vogelsoort het moeilijk, ook roofvogels.
Een sperwer bijvoorbeeld, een roofvogeltje van maar 160 tot 300 gram, heeft aan twee prooien per dag genoeg. Gemiddeld ongeveer 80 gram. Een nest met vijf jongen verorbert per dag 560 gram aan voedsel (mannetje en vrouwtje samen 160 gram, de vijf jongen elk 80 gram = 400 gram). Dat komt overeen met 14 zangvogels.
Aan de andere kant heb ik oude vogels, en met name het mannetje, een klein vogeltje op een veel dunnere tak helemaal zien opeten . Tijdens de broedperiode is het vrijwel altijd de regel dat het mannetje alle jacht doet en van tijd tot tijd de vangst naar het nest voor het vrouwtje brengt.
Wat is een uil? Uilen zijn roofvogels, waarvan de meeste vooral jagen op kleine zoogdieren op de grond (bijvoorbeeld: muizen en konijnen). Daarnaast vangen ze soms ook vogels, reptielen, insecten en wormen. Een groot verschil met andere roofvogels, zoals arenden, haviken of valken is, dat uilen vooral 's nachts jagen.
Vooral de buizerd en de havik veroorzaken landbouwschade, met name aan vrije uitloopkippen en sier- en watervogels. De havik en buizerd jagen overdag. Vrijlopende kippen zijn een eenvoudige prooi. Zowel de havik als buizerd jagen graag vanaf een uitkijkpost, van waaruit de roofvogels hun prooi in vizier krijgen.
Bij een torenvalk zijn staart- en vleugelpunten ongeveer even lang, bij een sperwer zijn de vleugelpunten veel korter (het is een echte bosjager dus zijn korte vleugels belangrijk). Bovendien heeft de torenvalk (zoals alle valken) altijd een zwarte iris, bij de sperwer is die steeds geel.
Zet dus een voedertafel in je tuin en bedeel de zangvogels rijkelijk met vogelvoer. Vroeg of laat ontdekt de sperwer de vogelrijkdom en zal hij ook jouw tuin opnemen in zijn dagelijkse rondje. Een waterschaal doet het trouwens ook goed. Daar komen ook heel veel zangvogels op af.
Om te beginnen is de havik beduidend groter dan de sperwer. Een havikvrouw is ongeveer even groot als een buizerd, terwijl een sperwerman niet veel groter is dan een kauw. Een volwassen man sperwer is sowieso gemakkelijk te herkennen door z'n blauwgrijze bovendelen en oranjerode wangen en flanken.
Volwassen Nederlandse Sperwers zijn standvogel, jonge dieren verplaatsen zich soms over forse afstanden richting zuidwesten. Doortrekkers en overwinteraars uit Noord-Duitsland en Scandinavië vullen de eigen vogels aan. De voorjaarstrek vindt vooral tussen half maart en half april plaats, langs de kust deels gestuwd.
De sperwer is in Nederland en Vlaanderen geen zeldzame vogel meer. Tussen 1965 en 1970 was het nog een uiterst schaarse broedvogel van bosgebieden op de zandgronden. Daarna volgde een geleidelijk herstel.
In de winter komen veldmuizen elke twee uur boven de grond om te eten en dat weten torenvalken precies. Ze jagen op momenten dat er muizen zijn en niet de hele dag. Ze jagen ook alleen op plaatsen waar daadwerkelijk muizen leven.
In tegenstelling tot andere roofvogels beginnen Sperwers pas te broeden zodra het legsel (bijna) compleet is. Een compleet legsel bestaat uit 3-7 eieren. Alleen het vrouwtje broedt. Voor zo'n kleine vogel is de broedduur lang: circa 40 dagen.