Hij liep de tuin van een man in een beet een van zijn konijnen dood. De serval is een katachtige die normaal leeft in tropische graslandschappen in Afrika. Ze kunnen zo'n 18 kilo wegen en bijna een meter lang worden. Ook kunnen ze tot wel 80 kilometer per uur rennen.
De hermelijn komt in heel Nederland voor. De hermelijn jaagt vooral op knaagdieren. Maar ook vogels en haasachtigen zoals hazen en konijnen kunnen aan een hermelijn ten prooi vallen.
Wilde konijnen kennen immers vele vijanden. Ze zijn een ideale prooi voor wilde vogels zoals uilen, haviken, adelaars en valken, wilde honden, katten en zelfs grondeekhoorns. Voedsel zoeken ze om die reden voornamelijk 's avonds en 's nachts. In het (schemer)donker kunnen ze zich makkelijker verstoppen voor roofdieren.
De voornaamste vijanden van het konijn zijn de buizerd, de hermelijn, de wezel, de bunzing, de vos en natuurlijk de mens. Een verschrikt konijn geeft alarmsignalen door met de beide achterpoten tegelijk op de grond te roffelen. Alle konijnen binnen gehoorafstand rennen dan onmiddellijk naar hun hol.
Steenmarters (maar ook loslopende honden of katten) durven andere dieren uit je tuin roven, zoals konijnen, cavia's, hamsters …
Gebruik goed gaas of kies een hok uit met veilig gaas.
Voor de grote en martersoorten (boommarter, steenmarter) kan gaas met mazen van maximaal 4 x 4 cm voldoende zijn om de volwassen dieren tegen te houden. Dat is ook echt wel het maximale wat je wil omdat grovere mazen de konijnen niet binnen het verblijf houden.
Haviken en andere roofvogels proberen konijnen te pakken. De roofvogel gebruikt zijn klauwen, maar het konijn rukt zich los. Het rent voor zijn leven, achtervolgd door de vijand. De rover is snel maar deze prooi is wendbaar.
Opportunistisch in voedselkeuze. Vooral kleine zoogdieren, zoals woelmuizen (in Nederland veel veldmuis, rosse woelmuis) en jonge konijnen. Ook regenwormen, kevers, amfibieën, jonge vogels en aas. Over het algemeen geen snelle jager, maar kan soms vogels en volwassen konijnen pakken.
Bij voorkeur is dat een overdekte ren zodat ze goed beschermd zijn tegen roofdieren zoals grote roofvogels en katten. Je kan kiezen voor tegels als ondergrond maar als laat je de bodem vrij laat, zorg dan dat je het gaas rondom voldoende diep ingraaft om ontsnappingen te voorkomen.
Tamme konijnen kunnen, anders dan hun wilde soortgenoten, slechts zeer korte tijd in het wild overleven. Dit heeft een aantal redenen. Ten eerste onderkennen tamme konijnen geen gevaar. Wilde konijnen slaan op de vlucht bij confrontatie met roofdieren, honden, katten of mensen.
Konijnen verkiezen gras- en weilanden die omgeven zijn door bossen, hagen, braakliggende terreinen … Ze hebben een voorkeur voor droge, zandige gebieden en halfopen landschappen maar je vindt ze in allerlei landschapstypen: stadsparken en tuinen, dijken en wegbermen, bosranden, duinen, weiden, industrieterreinen.
Het mannetje beschermt jonge konijnen tegen andere konijnen, die zich agressief kunnen gedragen tegenover vreemde jongen en deze zelfs doden. In gevangenschap komt het echter regelmatig voor dat het mannetje zelf de jongen doodt. Vrouwtjes zijn na vier maanden geslachtsrijp, mannetjes na drie maanden.
Omdat ze relatief klein zijn, hebben katten zich gespecialiseerd in kleinere dieren dan bijvoorbeeld de poema, tijger of leeuw. Maar ook al jagen ze van nature op muizen en vogeltjes, betekent dat nog niet dat ze een grote cavia of konijn niet ernstig kunnen verwonden.
RHD, ook wel VHS genoemd, is een zeer besmettelijke virusziekte bij konijnen met een snel en heel ernstig ziekteverloop. De meeste konijnen sterven plots aan de virus, zonder dat er voorafgaand aan de dood iets aan het dier te merken is.
Maar de meest humane en snelle manier om een konijn te doden is met het gebruik van een schietmasker, deze werkt doormiddel van het aanspannen van een sterke veer en schiet met hoge snelheid bij ontgrendeling een pen in de kop van het dier.
Kleine roofvogel. In essentie licht van onderen, grijs van boven met breed gebandeerde staart. Altijd gebandeerd op de onderzijde (ook jonge sperwers). Tamelijk korte, brede vleugels en lange staart met scherpe hoeken.
Voor een havik zijn volwassen verenkleed krijgt, is zijn verenkleed bruiner, de buik is lichter beige, met donkere druppelvormige strepen. Een volwassen havik heeft een witte wenkbrauwstreep boven het oog, die sterk contrasteert met de donkere kruin en oorstreek. De havik wordt gemakkelijk verward met de sperwer.
Wat kun je doen bij een aanval? Meestal is het eenvoudig om de buizerd af te schrikken. Blijf rustig, kijk het dier aan, ren niet weg, maak je zo groot mogelijk, roep hard en zwaai met je armen of klap in je handen.
Gapen ----> Ik heb lekker gelegen of geslapen. Ik ben gestrest. Gekke sprongen maken (binkies) -----> Ik ben helemaal blij.
Schuif uw ene hand onder zijn borst met uw duim langs zijn zij. Leg uw andere hand om zijn achterwerk heen, uw pink net boven de staart. Leg eventueel uw onderarm van die hand langs het konijn zodat u de voorkant van het konijn iets tegen uw arm aan kunt drukken om extra steun te geven. Til het konijn op.
Op de achterpoten staan: wanneer konijnen dit doen, zijn ze alert en nieuwsgierig en kunnen ze goed bedelen voor lekkere konijnensnacks. Gespannen lichaam, staart rechtop en platte oren: dit betekend zeker “Kijk uit”, je konijn is offensief en bereid om aan te vallen en eventueel te bijten.
De steenmarter houdt niet van geuren. Daarom kun je op verschillende plaatsen geurstoffen aanbrengen zoals restjes parfum, ammoniak, bleekwater een toiletblok met citroengeur, mottenballen.
Overlast door steenmarters
Anders dan muizen, heb je bij steenmarters echt last van gebonk in plaats van licht getrippel. Deze geluidsoverlast is erg vervelend, zeker als de steenmarter op je zolder zit. Behalve geluidsoverlast heeft de steenmarter nog een vervelende gewoonte.
De steenmarter wordt vooral tijdens de schemer, avond en nacht actief. Overdag gebruiken ze meestal oude konijnenholen als dagrustplaats. In de winter slapen ze veel en worden ze af en toe wakker om voedsel te zoeken.