Het arbeidsdeskundig onderzoek geeft antwoord op vragen als: Kan de werknemer re-integreren in zijn eigen werk?Moet het werk of de werkomgeving worden aangepast?Welke andere werkzaamheden kan uw werknemer doen?
Grofweg vraagt de arbeidsdeskundige zaken uit over de eigen functie, bijvoorbeeld over werkzaamheden en taken. Ook vraagt de arbeidsdeskundige de visie van de (ex-)werkgever en (ex-)werknemer, gezien deze mee moeten worden genomen in een eventueel op te stellen plan van aanpak.
Het arbeidsdeskundig onderzoek duurt zo'n drie tot zes weken en verloopt meestal als volgt: De arbeidsdeskundige gaat eerst in gesprek met de werkgever. Bij dat eerste gesprek is de werknemer niet aanwezig. Daarna volgt een gesprek met de werknemer. De werkgever is daarbij niet aanwezig.
De arbeidsdeskundige bekijkt wat u met uw mogelijkheden en beperkingen nog kunt doen: welk soort werk is geschikt voor u en wat kunt u daarmee verdienen? Deze informatie hebben wij nodig om vast te stellen of u een uitkering krijgt en zo ja, hoe hoog die uitkering is.
In het advies t.a.v. de passendheid van andere functies bij de eigen werkgever moet duidelijk naar voren komen waar mogelijkheden liggen en onder welke voorwaarden. Let er daarnaast op dat ook duidelijk is omschreven waar daarbij sprake is van overschrijdingen.
Hierbij geeft de arbeidsdeskundige een helder beeld van wat mogelijk is binnen de arbeidsomstandigheden en de inzetbaarheid van de werknemer. Er wordt dan ook vooral gekeken naar de beperkingen van de werknemer en diens functie en werkomstandigheden.
Het gesprek met de arbeidsdeskundige duurt ongeveer een uur.
Als u het niet eens bent met de rapportage van de arbeidsdeskundige van het UWV, dan kunt u tegen dit rapport van de arbeidsdeskundige niet zelfstandig bezwaar maken. U moet eerst de definitieve beslissing van het UWV afwachten waarin uw arbeidsongeschiktheidspercentage is vastgelegd.
Als Arbeidsdeskundige werk ik onafhankelijk van enige arbodienst of bedrijfsarts. Daarmee krijgen mijn opdrachtgever en hun medewerker altijd een volledig objectief onderzoek naar de re-integratie mogelijkheden. Hierbij bekijk en beoordeel ik een situatie altijd vanuit de diverse invalshoeken.
- Oordeel bedrijfsarts. De huidige werkplek wordt beoordeeld. De arbeidsdeskundige zal na het onderzoek een advies geven over de mogelijkheden binnen het 1e en 2e spoor. De resultaten worden vastgelegd in een rapportage.
Wat van het wettelijke onderscheid overigens ook zij, in alle gevallen is de arbeidsdeskundige - naast alle overige plichten die blijken uit de AVG - hoe dan ook verplicht tot geheimhouding.
Als preventieve maatregel kan een arbeidsdeskundig onderzoek een goede bijdrage leveren aan het voorkomen van verzuim. Er is dan nog geen verzuimmelding. Zo'n verzoek zou van de werknemer, maar ook van de werkgever kunnen komen.
Arbeidstherapie duurt nooit lang. Volgens de STERC-werkwijzer duurt 'Arbeidstherapie' maximaal 4 weken, maar een paar dagen kan ook voldoende zijn om de belastbaarheid in kaart te brengen. Tijdens deze periode wordt geen loonwaarde aan de arbeid gekoppeld.
Een interventie wordt meestal op advies van een bedrijfsarts ingezet. Maar de werkgever kan ook actief de bedrijfsarts benaderen voor een interventie. Daarnaast bieden verzekeraars partijen aan waarbij een interventie kan worden ingezet voor de werkgever en/of medewerker.
Voordat er een arbeidsdeskundige wordt ingeschakeld, heeft de werknemer zijn situatie eerst besproken met de werkgever en de bedrijfsarts. Een van hen schakelt de arbeidsdeskundige in en kan het arbeidsdeskundige onderzoek worden gestart.
De verzekeringsarts kijkt naar uw gezondheidssituatie. Hij beoordeelt lichamelijke en psychische klachten. Waar heeft u nu last van en hoe zal dat verder gaan? En vooral: waarom kunt u hierdoor niet of minder werken?
De onafhankelijke UWV-arts kan in zijn deskundigenoordeel antwoord geven op een (of meer) van de volgende vijf vragen: Kan je werknemer op een bepaalde datum zijn eigen werk weer volledig doen? Heeft je werknemer genoeg gedaan aan zijn re-integratie? Is het werk dat je werknemer moet doen, passend?
De werkgever en de zieke werknemer zijn samen verantwoordelijk voor de re-integratie naar werk. Als daarbij een verschil van mening ontstaat over de aanpak of het passende karakter van de functie, dan kunnen zowel de werkgever als de werknemer bij het UWV een deskundigenoordeel aanvragen.
Het Inzetbaarheidsprofiel is ontwikkeld voor het omschrijven van de belastbaarheid van een medewerker. Dit Inzetbaarheidsprofiel kan sinds 2014 gebruikt worden door bedrijfsartsen. Hiermee wordt de communicatie ondersteunt tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts over de inzetbaarheid van cliënten.
Nadat u 88 weken ziek bent, en u door uw gezondheidssituatie niet meer (volledig) aan het werk kunt, kunt u een WIA-uitkering aanvragen. Na uw aanvraag krijgt u eerst een gesprek met een arts en een arbeidsdeskundige. Deze kijken wat u met uw ziekte of handicap nog wel kunt en wat u kunt verdienen.
Ben je langdurig niet is staat om je werk uit te voeren en zijn er geen passende mogelijkheden om te re-integreren binnen de organisatie van je werkgever? Dan komt re-integratie bij een andere werkgever in beeld. Dit heet re-integratie 2e spoor, of in het kort het tweede spoortraject.
Een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) is een veel gebruikt instrument om de belastbaarheid van werknemers vast te stellen. De FML wordt opgesteld door de verzekeringsarts of bedrijfsarts. De arts onderzoekt de werknemer op verschillende beoordelingspunten vanuit een zogenaamde normaalwaarde.
Arbeidsdeskundig onderzoek is wettelijk verplicht. De Wet Verbetering Poortwachter verplicht de werkgever om een AD-onderzoek uit te laten voeren. Het UWV controleert of het is uitgevoerd bij de WIA-aanvraag.