Biologisch gezien zijn mensen inderdaad omnivoren: wij kunnen zowel plantaardige als dierlijke voeding eten om te overleven. We zijn echter niet gebonden aan een omnivoor eetpatroon: het is niet zo dat we de combinatie van plantaardige en dierlijke producten moeten eten. We kunnen leven van planten alleen.
Carnivoor is een Latijns woord, waar 'carnis' staat voor vlees en 'vorus' voor eter. Er zijn verschillende soorten carnivoren. Daarnaast zijn er ook alleseters, ook wel omnivoren genoemd.
Een overwegend carnivoor dier dat ten minste 5% plantaardig voedsel eet of een overwegend herbivoor dier dat ten minste 5% dierlijk voedsel eet noemt men omnivoor. Organismen die dood organisch (plantaardig of dierlijk) materiaal consumeren zijn detrivoor of detritivoor.
De gedachte was voorheen dat het geslacht Homo altijd omnivoor was, maar dit gebeurde pas 1,65 miljoen jaar geleden. Het was de Homo erectus, de voorouder van de Homo sapiens, die vlees en andere dierlijke eiwitten ging eten. Maar dit was wel direct een van belangrijkste factoren in de evolutie van de moderne mens.
"Mensen moeten eten om te overleven. Voedsel levert energie en bouwstenen die we nodig hebben en ons lichaam zelf niet kan aanmaken. Vlees is een makkelijke bron om voedingsstoffen binnen te krijgen. Het bevat vitamine B, een aantal mineralen en eiwitten en vetten".
Dawkins noemt kannibalisme een taboe, maar het eten van mensenvlees is niet alleen een ethische kwestie. Ons vlees bevat namelijk infecterende proteïnes en deze kunnen ziekten veroorzaken en zelfs dood als gevolg hebben. Hiernaast is er ook een reële kans op bloedoverdraagbare ziekten.
U wordt vermoeider en zwakker, en u gaat steeds meer tijd in bed doorbrengen. Geleidelijk aan wordt u steeds slaperiger en verliest u uiteindelijk uw bewustzijn. De periode daarna verloopt per persoon verschillend en duurt vaak niet langer dan 1 of 2& weken. Omdat u steeds in bed ligt, kunt u soms pijnklachten krijgen.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
De huidige mens voedt zich met vlees (carnivoor), groenten (herbivoor), granen (granivoor) en vruchten (fructivoor) en daarnaast met melk en melkproducten en allerlei chemische toevoegingen en geraffineerde suikers.
Wetenschappers hebben stukjes van een 1,5 miljoen jaar oude schedel teruggevonden die erop wijzen dat vlees eten in die tijd al heel gewoon was. En dat zou betekenen dat wij mensen al veel eerder dan gedacht met enige regelmaat vlees op het menu hadden staan.
Alleseters moeten met hun gebit dus planten kunnen snijden en malen, maar ook vlees kunnen vastpakken en scheuren. Ze hebben daarom snijtanden, hoektanden en kiezen van ongeveer gelijke grootte en de kiezen zijn knobbelkiezen. Knobbelkiezen zijn niet zo plat als de plooikiezen en niet zo puntig als de knipkiezen.
In Amerika zijn er duizenden mensen op vleesdieet, ook wel bekend als het 'carnivoordieet'. Zij eten alleen maar dierlijke producten en beweren zich er fantastisch, sterker en slanker door te voelen. Ook in Nederland zijn er aanhangers van het dieetregime.
Een carnivoor (van Latijn caro, vlees en vorare, eten) of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt.
Knipkiezen, plooikiezen, knobbelkiezen
Vleesetende zoogdieren hebben scherpe, puntige knipkiezen. Ze werken als een schaar om te knippen of mes om biefstuk te snijden. Planteneters hebben plattere kiezen met scherpe richels. Deze kiezen heten ook wel plooikiezen.
Het begrip herbivoor wordt gebruikt voor organismen die (vrijwel) uitsluitend planten, of delen van planten zoals bladeren, wortels, zaden, vruchten, bloemen, nectar, schors, hout, of plantensappen consumeren.
Als omnivoren zijn mensen in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, dus de lengte van onze darmen zit daar ergens tussenin (9, 10). Kortom: Biologisch gezien is de mens in staat zowel vlees als planten te eten en te verteren, hoewel ons lichaam bepaalde plantendelen niet kan verteren.
Zo is brood een belangrijke leverancier van koolhydraten en voedingsvezels. Bovendien bevat brood een aantal essentiële mineralen zoals ijzer, koper en magnesium en voorziet voor een belangrijk deel van onze inname aan jodium. Tenslotte biedt brood ons in belangrijke mate vitaminen en andere mineralen.
Als ontbijt at men vaak bierpap, die werd bereid van bier, oud brood, boter en suiker. Of men at brood met boter en kaas en dronk daarbij een glas bier. Bier werd zeker in het begin van deze achttiende eeuw gedronken bij alle maaltijden en op elk uur van de dag.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Het paleodieet of holbewoners-dieet is in 2013 het meest gegoogled door mensen die op zoek zijn naar een vermageringsdieet. Het dieet bestaat uit ingrediënten die bekomen worden uit jacht en visvangst, zoals vlees en vis, en voeding dat kan worden 'verzameld' zoals eieren, noten, fruit, groenten en kruiden.
Het Paleodieet (oerdieet) is geen afvaldieet maar een manier van eten. Het is gebaseerd op de overtuiging dat onze voorouders vlees, vis, groente, fruit en noten aten. Op lange termijn zou het Paleodieet te weinig van sommige voedingsstoffen kunnen leveren.
In dit verband is het belangrijk om te beseffen dat het uitdrogingsproces bij versterven niet lijdensvol is. Integendeel. Een patiënt die geleidelijk uitdroogt heeft in het algemeen weinig klachten.
Bijna vijf kilo in drie dagen tijd verliezen is toch echt wel serieus. Maar inmiddels zit het grootste gedeelte van het verloren gewicht er na 3 dagen weer aan.
Je metabolisme raakt in de war, je schildklier gaat langzamer werken en je lichaam gaat veel minder verbranden. Te weinig eten kan er ook voor zorgen dat je diverse klachten krijgt. Denk aan haaruitval, slechte nagels, droog haar, slapeloosheid, duizeligheid etc.