Ciao! Weinig Italiaanse woorden zijn zo universeel bekend als deze vrolijke groet waarmee Italianen elkaar 'hallo' zeggen of waarmee ze van elkaar afscheid nemen. In het laatste geval wordt het vaak verdubbeld tot ciao, ciao, vergezeld van een typisch handgebaar.
Het afscheid :
Hier wordt veel Buon giorno / Buona giornata of Buona sera / Buona serata gebruikt, afhankelijk van het tijdstip van de dag (zie bij begroeting boven). Je kan ook altijd Arrivederci (tot ziens) gebruiken. Ook hier geldt dat Ciao enkel kan gebruikt worden bij vrienden of goede bekenden.
Begroeten. Buongiorno kun je eigenlijk altijd zeggen en is net iets beleefder dan salve. Salve is eigenlijk gewoon het beleefde ciao en wordt vooral in het noorden van Italië gebruikt. Ciao zeg je alleen tegen iemand die je kent en ook tutoyeert, terwijl je salve rustig tegen iemand kunt zeggen die je niet kent.
Knoop het dus in je oren; zoen volgens de regels! In Italië twee keer, te beginnen met rechts, en in Nederland drie keer, links aanvangen!
Ciao! Weinig Italiaanse woorden zijn zo universeel bekend als deze vrolijke groet waarmee Italianen elkaar 'hallo' zeggen of waarmee ze van elkaar afscheid nemen.
Drie zoenen als begroeting. Ieder land heeft zo zijn tradities als het gaat om zoenen geven als begroeting. Waar je in Frankrijk in de ene streek twee kussies krijgt, veegt je wang in de andere streek zo'n vijf keer tegen de ander aan. In Nederland geven we er drie.
hoi (interjection): ciao.
ja (particle): sì
Allora betekent 'dan', maar kan in vrijwel elke zin en situatie worden gebruikt. Ook als synoniem voor 'oké' of voor 'dus'. Het is simpelweg zo'n woordje waarmee je de aandacht op je kunt vestigen voordat je echt begint met praten.
dank u (interjection): grazie.
Het Italiaans is geen makkelijke taal om te leren, maar ook geen super moeilijke taal. Bij veel oefening en studie zou je het Italiaans zonder al te veel moeite in een paar maanden onder de knie moeten krijgen.
goeiedag in Italiaans. In Italiaans vertaalt goeiedag naar: buongiorno, ciao, buon giorno .
Hoi, hoe gaat het? Ciao, come stai?
Vuol dire "buona sera" in italiano. Het betekent goedenavond in het Italiaans.
Hoe voel je je? - Oké. Come va? - Bene, credo. Hoe voel je je deze fijne middag? Come va, in questo pomeriggio così soleggiato?
Een kus op de mond is heel persoonlijk, dat doe je eigenlijk alleen bij mensen van wie je houdt. Er is nog verschil tussen een snelle kus en een lange kus op de mond. Als je iemand op de mond kust, dan raak je met jouw lippen de lippen van de ander aan.
Zoenen begint vaak met kussen: met dichte lippen kus je elkaar op de mond. Je beweegt je lippen en tast die van de ander af. Op een bepaald moment draai je je hoofd een beetje schuin, zodat jullie neuzen elkaar niet in de weg zitten. Je opent je mond en laat langzaam je tong naar binnen gaan.
Het nieuwe drie is één, zo lijkt het. Tot maart 2020 waren in Nederland zoenen (één keer of drie keer) en een handdruk (altijd met de rechterhand) de populairste begroetingen. Als teken van verbondenheid gaat de handdruk al lang mee, een eeuw of dertig minstens.
Pronto, chi parla? Hallo, met wie spreek ik? Mi puoi passare dalla signora Franzoni?
dag (zn): giorno.
Het woord hallo was vroeger helemaal geen populair begroetingswoord. De kreet werd tot halverwege de negentiende eeuw vooral gebruikt om 'de aandacht te trekken voor wat gezegd wordt', aldus het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. 'Hallo, jij daar! Wat ben je aan het doen?'
Hoe lang duurt het om een taal goed te leren? Ligt een beetje aan de taal natuurlijk. Hoe dichter de taal bij je moedertaal ligt, hoe sneller het gaat. Spaans, Italiaans of Duits duurt een maand of 3 om op (echt) goed niveau te spreken, maar je kunt al na een maand een redelijk niveau hebben.