Kinderen tussen de 18 maanden en 4 jaar gaan de wereld ontdekken. Ze merken dat ze een individu zijn (een eigen ik hebben) en gaan hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen.
Peuterpuberteit: symptomen
Niet luisteren naar wat je vraagt of zegt. Wegrennen. Zeuren en jammeren om de eigen zin door te drijven. Agressie (slaan, schoppen, duwen, trekken, met dingen gooien) in reactie op frustraties en grenzen.
Peuterpuberteit: driftbuien bij je peuter
Je peuter heeft tijdens de peuterpuberteit een sterke drang om zelfstandig te zijn en voelt zich al snel door anderen beperkt. Hij weet namelijk nog niet goed dat er grenzen zijn aan wat kan en wat mag. Daarom wil hij soms meer dan hij al kan of mag, en dat frustreert.
De peuterpubertijd duurt ongeveer tot je kind 4 jaar is, maar het hoogtepunt ligt meestal tussen de 2 en 3 jaar. Ieder kind ontwikkelt zich anders, dus er kunnen verschillen zijn tussen kinderen. Het ene kind zal ook een heftigere peuterpuberteit doormaken dan het andere kind.
Tijdens de peuterpuberteit leert je kindje veel nieuwe dingen. Dat is ook best eng voor hem. Een duidelijke routine kan weer wat houvast geven. Hij weet dan waar hij aan toe is, waardoor hij zich veilig en op zijn gemak voelt.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.
Je kind wil steeds meer zelf doen en bepalen. Maar dat lukt of mag niet altijd. Ook kan je kind zijn gevoelens nog niet goed uiten door te praten. De frustratie over iets wat je kind nog niet lukt of mag kan zich uiten in boos, brutaal en opstandig gedrag.
Omgaan met je kind in de koppigheidsfase. Omgaan met een koppige peuter vraagt veel geduld en begrip, maar ook duidelijke grenzen en een consequente aanpak. Als ouder moet je ernaar streven om zo min mogelijk boos te worden, en toch duidelijk maken dat je kind niet zomaar alles mag doen of hebben.
'Goede straffen' kunnen zijn: een time-out (even stil zitten in de gang of in een hoekje zonder aandacht) of een speeltje afnemen en het een etmaal verborgen voor hem houden. Ook slecht of zeurend gedrag compleet negeren kan bij sommige peuters werken. Een corrigerende tik is geen goed idee.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."
Probeer je eigen frustratie onder controle te houden
Hij gilt, schreeuwt en tiert, en het liefst zou je hem achter het behang plakken. Probeer zelf rustig te blijven. Loop desnoods even de kamer uit. Ga niet tegen je kind schreeuwen en geef hem geen draai om de oren.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
Hij kan ronddraaien, een bal naar voren schoppen en hij kan plotseling stilstaan. Hij kan een voorwerp in een bepaalde richting gooien en hij kan nu zelf eten met een vork (of een lepel). Alle bewegingen van een 2-jarige worden steeds vloeiender en minder houterig. De fijne motoriek ontwikkelt zich natuurlijk ook.
Het gedrag komt nu eenmaal voort uit neurobiologische veranderingen. “Als tieners tegen hun ouders ingaan of niet luisteren, dan komt dit omdat ze meer aandacht besteden aan stemmen buiten het gezin”, vertelt Menon. Een beetje meer begrip tonen, dus.
De nee-fase kan twee maanden, maar ook de hele peuterpuberteit duren. Net zo snel als je kindje ermee begon, kan hij er ook weer mee ophouden.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Een kind van 2, 3 of 4 jaar laat vaak agressief gedrag zien, zoals slaan, duwen, bijten of schoppen. Bijna alle kinderen zijn wel eens opstandig of agressief. Je kunt ervan schrikken en het is niet leuk. Toch is het bij jonge kinderen normaal en hoort het bij de ontwikkeling.
Slaat hij iemand, dan verwijder je je dreumes van die persoon. Leg hem natuurlijk wel kort uit dat dat niet mag en waarom, maar ga geen eindeloze gesprekken aan. 'Je mag iemand niet slaan, dat doet pijn. Daarom ga jij maar even ergens anders staan, zodat dat kindje door kan spelen'.
Sla of schop niet terug en schreeuw ook niet tegen je kind. Stop met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld 'Benjamin, stop nu met slaan. Je doet mij pijn, ik wil dat je hier meteen mee stopt en rustig wordt.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.