De spaarrente wordt uitgedrukt als een percentage van het bedrag dat je op je spaarrekening hebt staan. En dat percentage wordt dan per jaar berekend. Dus stel je voor, als je 100 euro op je spaarrekening hebt staan en de spaarrente is 1%, dan krijg je na een jaar 1 euro extra op je rekening.
Na een jaar krijg je dan 100 euro spaarrente (1% van 10.000 euro) erbij. Je start het tweede spaarjaar dus met 10.100 euro. Als je nu verder het hele jaar niets opneemt of bijstort, krijg je aan het einde van het jaar 101 euro spaarrente (1% van 10.101 euro). Je hebt dus zonder iets te doen 1 euro verdient.
Om de rente of interest te berekenen, gebruik je de formule: Kapitaal X procent X tijd. Dit alles deel je door 100 en dan krijg je je interest of je rente.
Krijg je je rente per maand uitgekeerd? Dan wordt het rentepercentage dat je per jaar krijgt, gedeeld door de 12 maanden.Het percentage dat je dan overhoudt, is het rentepercentage dat je per maand krijgt.
De rente op een spaarrekening wordt meestal jaarlijks uitbetaald, maar soms ook per kwartaal, maand of zelfs dag. Dit verschilt per bank en soort spaarrekening. Meestal wordt de rente uitbetaald op één vaste dag, zoals 31 december, 1 januari, 30 juni of 1 juli, en informeert de bank u hier vooraf over.
Hoeveel geld je leent, beïnvloedt de rente. Hoe hoger het leenbedrag, hoe lager het rentepercentage. Maar een lagere rente wil niet zeggen dat je uiteindelijk ook minder rentekosten betaalt. 4% rente over € 20.000 is namelijk meer dan 5% over € 10.000.
Heb je een spaarrekening met maandelijkse rente, dan verdeelt een bank dit nominale rentepercentage over de maanden, zodat je elke maand een twaalfde van dit percentage krijgt. Dus als de nominale rente 3 procent bedraagt, dan ontvang je elke maand een twaalfde van 3 procent ofwel 0,25 procent rente over je spaarsaldo.
Nominale rente berekenen
Rendement = inleg : 100 x nominale rente. Is de nominale rente bijvoorbeeld 4 procent en het spaarsaldo 10.000 euro, dan krijg je na een jaar 4 procent rente over 10.000 euro. Dit is een bedrag van 400 euro.
Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) heeft het gemiddelde Nederlandse huishouden €40.000 tot €45.000 spaargeld. Dit is echter niet gelijkmatig verdeeld: slechts 25% van de Nederlandse gezinnen heeft meer dan €39.000 spaargeld.
Bij SNS en Regiobank krijg je vanaf volgende week maandag weer wat meer rente op je spaargeld: 1,7 procent tot een saldo van 25.000. Dat is maar liefst 0,45 procentpunt meer dan de 1,25 procent die je nu krijgt. Tussen de 25.000 en 100.000 is de rente straks 1,25 procent en vanaf een ton 0,5 procent.
Stel, je hebt 10.000 euro spaargeld. Als je dat nu op een spaarrekening zet, krijg je daar maximaal ongeveer 2 procent spaarrente voor. Na 10 jaar levert je dat bijna 2.190 euro op. Je kunt er ook voor kiezen om je spaargeld door verschillende deposito's te laten rollen.
Bij een 2% hogere hypotheekrente betaalt u in 10 jaar tijd ruim € 13.000 meer aan netto hypotheeklasten. Maar niet alleen de netto hypotheekschuld ligt hoger, u lost ook nog eens een behoorlijk stuk minder af, waardoor u een hogere restschuld overhoudt bij een hogere hypotheekrente.
Wat is de hoogste spaarrente in Nederland? De hoogste spaarrente die je in Nederland momenteel kunt krijgen is 3,50%. Deze spaarrente krijgt u op een spaarrekening van Banca Progetto (via Raisin).
Voorbeeld maximale kredietvergoeding
Bij een kredietvergoedingspercentage van 15% moet u over elke geleende euro € 0,15 rente per jaar betalen. Dus als u € 1.000 leent, moet u ieder jaar 15% van € 1.000 aan rente betalen. Dat is jaarlijks € 150. Let op: in de praktijk zullen de jaarlijkse rentekosten lager liggen.
Voorbeeld rente op rente berekenen
Je zet € 10.000 euro op een spaarrekening waarbij je 1,5 procent rente per jaar ontvangt en je laat dit bedrag 10 jaar renderen. De formule is dan: €10.000 (1 + 0,015)^10= € 11.605,41.
Aan het eind van elke dag berekenen we hoeveel rente je die dag moet betalen. Dit wordt als volgt berekend: het nominale rentepercentage dat geldt voor jouw betaalrekening, gedeeld door 365 (dagen in het jaar), vermenigvuldigd met het negatieve saldo. In een schrikkeljaar wordt het door 366 dagen gedeeld.
Uit onze berekeningen blijkt dat wie tien jaar geleden begon te sparen met 100 euro nog maar 39,79 euro aan waarde over heeft. Zelfs als je al die tijd spaarde tegen de hoogste rente is die ingelegde 100 euro nu nog maar 61,67 euro waard.
Vandaag schommelen de rentevoeten rond de 2,3 à 2,4 procent, afhankelijk van het percentage van het totale aankoopbedrag dat je wilt lenen (de "quotiteit" in het bankenjargon).
Als er veel aanbod van spaargeld is of weinig vraag naar leningen, dan is de rente laag.En als er meer vraag is naar leningen, dan wordt de rente hoger. Zo werkt het dus met de rente, de kostprijs van krediet, net als met de prijs van andere producten.