Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
Van de zonnepanelen naar de omvormer loopt de speciale solar kabel met een 4mm2 of 6mm2 kern die hier- voor gebruikt wordt, belangrijk hierbij is dat deze UV bestendig is. De stekkerverbindingen zijn van het type MC4 en zijn vocht dicht.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling. Dit is ook logisch, aangezien de stroom van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte.
YmvK 3 x 4 mm2 GRIJS (per meter) kabel is een installatiekabel die veel gebruikt wordt in zonnepanelen installaties en bovengrondse laagspanningsinstallaties . De YMVK 3 x4 mm2 kabel is tevens zeer goed toe te passen in huisinstallaties.
Het verschil tussen de YMVK en XMVK kabels ligt op het gebied van drie aspecten: isolatiedikte, kwaliteit en toepassing. De isolatiedikte van de XMVK kabel is altijd 0,6mm en die van een YMVK kabel minstens 0,7mm. Een YMVK kabel is dus dikker, wat betekent dat deze kabel beter is geïsoleerd.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Voor zonnepanelen heeft u twee soorten kabels nodig. Eén kabel met gelijkstroom (DC) loopt van het paneel naar de omvormer. Deze kabel heeft u niet nodig bij micro-omvormers. De andere kabel gaat met wisselstroom (AC) van de omvormer naar de meterkast.
Het is afhankelijk van het aantal zonnepanelen hoe hoog het verlies is en of het beter is om de omvormer juist dichtbij de zonnepanelen of juist dichtbij de meterkast te plaatsen. De regel is als volgt: zijn er veel zonnepanelen in serie geschakeld, plaats de omvormer dan dichtbij de meterkast.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Aansluiten DC bekabeling
Aan ieder zonnepaneel zitten 2 doorluskabels van 1 meter met een voor- gemonteerde MC4 stekker. Op het dak kunnen de panelen in een string op maar één manier worden aangesloten. Sluit de kabel met “het mannetje” telkens aan op de kabel van het volgende paneel, waar “het vrouwtje” aan zit.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Heb ik een aparte groep nodig voor zonnepanelen? Om te bepalen of jouw meterkast geschikt is voor zonnepanelen kijken we daarnaast ook of er een groep vrij is in de meterkast. De omvormer moet namelijk worden aangesloten op een vrije groep zodat er geen verbruikers tussen de omvormer en de meterkast zitten.
Als er geen obstakels aanwezig zijn en er geen kans op schaduw is, worden de zonnepanelen meestal serie geschakeld aangesloten. Is er kans op schaduw of varieert de hellingshoek van de zonnepanelen? In dat geval adviseren een parallel geschakeld zonnepanelensysteem.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Kabels zonnepanelen tot de omvormer
De kabels van de zonnepanelen tot de omvormer dienen bij voorkeur niet veel langer te zijn dan 15 tot 20 meter. Zo blijven de kabelverliezen ruim onder de 1%.
Deze kabels beschikken doorgaans reeds over een gemonteerde stekker waardoor er in principe geen fouten in voor kunnen komen. Om nog minder aan het toeval over te laten en mogelijke risico's te voorkomen beschikt de plus kabel steeds over een rode kleur en de min kabel over een blauwe of zwarte kleur.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Bedrading in een groepenkast
De kast wordt als volgt bedraad: Een bruine (zwarte) en blauwe draad van minimaal 6 qmm voor de voeding van de hoofdschakelaar die door het energiebedrijf op de KWh-meter wordt aangesloten. Van de hoofdschakelaar naar de aardlekschakelaars, bruin (zwart) en blauwe draad minimaal 6qmm.