Pups zijn dol op snacks met een sterke geur (al is dit voor de baasje niet altijd even fijn). Het is goed om te variëren in smaak en geur. Zo kun je er ook achter komen welke snack jouw hond het lekkerste vindt, en die geven op speciale momenten.
Let hierbij goed op welke botten geschikt zijn voor een pup. Vanaf 3 maanden is een bot van geperste buffelhuid prima. Het is verstandig deze kluiven niet te klein te kopen; met grotere kluiven doen ze langer en u voorkomt dat ze zich verslikken.
Na deze eerste maand kun je bijvoeren met puppyvoeding uit blik of met natvoer met een hoog eiwit- en vetgehalte. Zorg dat de puppy's in deze fase zo'n 5 tot 6 keer per dag eten. Natvoer heeft de voorkeur, omdat dit wat zachter is voor de tere tandjes.
Bullepees is vrij hard en de meeste pups moeten even wennen aan het kauwen op bullepees. Door langdurig te kauwen op de bullepees wordt deze zachter en kan de pup deze goed verwerken. Runderkophuid is een echte traktatie voor de pup waar hij lang op kan kauwen.
Om je pup te belonen kun je het best zachte snacks geven, in ieder geval tot na het wisselen van de melktanden, dit begint rond de vijftiende levensweek. Een ander voordeel van zachte snacks is dat je deze gemakkelijk kunt delen. Een pup maakt het namelijk niet uit of je een grote of kleine snack beloont.
Het wisselen van tanden gaat gepaard met pijn en ongemak wat ervoor zorgt dat de bijt- en kauwbehoefte van je puppy juist zal toenemen. Ook hebben puppy's geen handjes om mee te voelen, maar willen ze wel de nieuwe wereld waarin ze leven ontdekken. Dit doen ze veel met de bek door te happen, kauwen en bijten.
Wanneer je hond gedrag vertoont wat je niet prettig vindt, dan zou je je hond kunnen straffen. Dat kan op allerlei manieren. Je kunt `nee´ zeggen, een ruk aan de lijn geven, een speeltje afpakken of een stroomband gebruiken. Al deze handelingen hebben als doel het gedrag te stoppen of te doen afnemen.
Wanneer stopt je pup met bijten en happen? Tijdens het wisselen van het melkgebit kan de pup juist nog iets meer gaan bijten. Maar wees gerust: het gaat over! Na het wisselen van het melkgebit (met maximaal 7 maanden) stopt het happen en bijten over het algemeen.
Hoe kun je het bijtgedrag van je pup trainen? Bij te hard bijtgedrag kun je 'AU' zeggen, het spel staken en weglopen. Als je dit consequent toepast leert je pup wanneer hij te hard bijt. Hij leert ook dat het spel stopt als hij dit doet, dus dat het bijtgedrag hem niets oplevert.
Als je puppy 2 kilo weegt, dan heeft zij 210 x (2) 0,75= 353 kilocalorieën per dag nodig. Als je puppy 5 kilo weegt, dan heeft zij 210 x (5) 0,75= 702 kilocalorieën per dag nodig. Als jouw puppy 10 kilo weegt, dan heeft zij 210 x (10) 0,75= 1180 kilocalorieën per dag nodig.
Wacht ook niet met de laatste maaltijd tot laat op de avond. Zo geef je je pup veel tijd om zijn eten te verteren, en voor een grote boodschap vóór bedtijd. Voor pups is het zéker belangrijk dat ze voedzaam eten krijgen.
Tijdens een leeftijd van 8 – 12 weken dient jouw puppy vier maal per dag te eten. Vanaf 12 weken en tot 6 maanden is het beste om ze minimaal drie keer per dag te voeren en wanneer ze ouder zijn dan 6 maanden kun je voor het gemak over gaan naar twee keer per dag.
Op de vraag of appel giftig is voor honden, kunnen we een kort antwoord geven: Nee, appel is niet giftig voor honden! Jouw hond of puppy kan dus prima een schijfje of een stukje appel eten. Dit kan hij of zij veilig doen en hij/zij zal er (zeer waarschijnlijk) net zo van genieten als dat wij dat doen.
Ook repen gedroogd vlees zijn een snack die de meeste pups goed weg krijgen. Omdat ze relatief zacht zijn kun je deze ook in stukjes knippen om tijdens de training te gebruiken. Maak dan een mix met ongeveer 75% brok (als je die geeft) en de rest speciale dingen.
Een eenvoudige manier om te berekenen hoeveel tussendoortjes je jouw hond mag geven is de 10% regel. Kijk hoeveel hoofdvoeding je jouw hond geeft en bepaal hoeveel 10% daarvan ongeveer is. Het hoeft niet op de gram na precies tien procent te zijn.
Honden kunnen soms reageren op een manier die voor mensen vreemd zijn, maar honden zijn niet vals. Valsheid is een eigenschap die alleen bij mensen voorkomt. Een agressieve reactie die ten onrechte voor valsheid wordt aangezien, komt vaak voort een gevoel van bedreiging of gevaar.
Laat je hond het gedrag zien.
Om je hond `nee` of `laat dat` aan te leren, begin je door het gewenste gedrag te laten zien. Laat hem bijvoorbeeld zien dat je een koekje in je hand hebt en zeg dan `nee` voordat je je vuist om het koekje sluit. Laat hem aan je hand ruiken en likken, maar geef hem het koekje niet.
Laat het beestje elke drie tot vier uur uit. Het liefst na het eten, na een middagslaapje of na het spelen. Ook 's nachts moeten puppy's hun behoefte doen. Kleine hondjes hebben nu eenmaal een kleine blaas.
Puppies hebben namelijk de neiging om dichter bij het gezicht te willen zijn, als mensen zelf omlaag gaan hoeft de pup niet omhoog. Als je hondje toch op springt moeten ze hem even negeren en zodra hij zich weer netjes met zijn pootjes op de grond staat mogen ze hem weer aandacht geven.
Zet de pup in bijvoorbeeld een puppyren met iets lekkers waar hij op mag kluiven. Ga er rustig naast zitten en lees bijvoorbeeld een boekje. De pup zal meestal al snel gaan slapen. Zorg voor wat minder prikkels door wat minder lang te wandelen en in een rustigere omgeving.
Let wel op dat bij pups een dol uurtje heel normaal is omdat ze zelf niet op tijd rust nemen. Voordat je je hele ritme om gaat gooien kun je eerst testen wat er gebeurt als je hem alleen op dat moment helpt om zijn rust te pakken door hem dan bijvoorbeeld mee te nemen naar zijn bench.
Soms kregen ze het commando na een minuut, soms pas na een uur. Het merendeel van de honden bleek zich na een minuut nog te herinneren wat hun baasje had gedaan. Sommige dieren konden de handeling zelfs na een uur nog imiteren.
Mits de pup de bench op een positieve manier is aangeleerd kan hij zich met gemak 30 minuten alleen redden in de bench. Zodra de pup ouder is (ongeveer 21 tot 25 weken), en de zindelijkheidstraining gaat goed, kun je de tijd steeds verder uitbouwen.
Negeren maakt het erger
Vanuit die spanning zal de hond overgaan tot het harder en beter laten zien van het ongewenste gedrag. Dit noemen we de uitdovingsweerstand. De hond kan als het ware niet geloven dat zijn gedrag niet meer de gewenste beloning oplevert.