Met fictie (Latijn: fictio, "vorming") wordt in de narratologie een verhaal of gedachtegang aangeduid, die zich hoofdzakelijk in de fantasie van de auteur en de lezer afspeelt. Dit in tegenstelling tot non-fictie, die uitgaat van de feitelijke werkelijkheid. De term is ontleend aan het Franse fiction.
Wat is non-fictie? Non-fictie is feitelijk een non-begrip: een woord dat verwijst naar iets wat het niet is. Het is geen fictie, dat wil zeggen, geen op verzonnen feiten berustende literatuur. Elk geschrift dat niet aan de fantasie van de auteur is ontsproten, valt automatisch onder de noemer 'non-fictie'.
Onder fictie boeken vallen romans en stripboeken. Een fictie boek is een tonend geschreven boek om de lezer mee te slepen in het verhaal. Een fictie boek moet genoeg raadsels oproepen om de lezer mee te slepen tot het eind. Het doel van de auteur is om de lezer te vermaken en te amuseren.
Onder echte non-fictie vallen algemene informatieve boeken (woordenboeken, wetenschappelijke werken, studieboeken en reisgidsen) en verslagen van gebeurtenissen in een krant, tijdschrift, op een nieuwssite of een artikel op Wikipedia. Andere teksten rekenen we tot de fictie.
Tienerfictie is dus verhalen die verzonnen zijn voor (of door) tieners. En als mensen verhalen verzinnen over series of films waar ze fan van zijn, dan heeft dat fanfictie. Bijvoorbeeld als ik een verhaaltje over Harry Potter zou verzinnen. Alles wat niet verzonnen is, heet 'non-fictie'.
Met non-fictie (de Engelse term non-fiction is eveneens gebruikelijk) worden informatieve teksten of beelden aangeduid, die hoofdzakelijk op de werkelijkheid betrekking hebben. Dit in tegenstelling tot fictie, dat zich afspeelt in de fantasie van de maker van de teksten of beelden.
In non-fictie is een premisse de stelling die in het betoog bewezen wordt. In fictie werkt dat natuurlijk niet zo; in fictie wordt niets 'bewezen'; fictie hoeft niet 'waar' te zijn. Maar fictie moet wel geloofwaardig zijn, en consistent zijn in dat waar het verhaal om draait en naar toe werkt: het thema.
Literatuur heeft inhoudelijk meer diepgang, is in een betere stijl geschreven, heeft een goede bouw, geen voorspelbare personages en geen vaste rolpatronen. Lectuur is altijd hetzelfde geschreven volgens dezelfde opzet, de lezer weet wat hij kan verwachten.
Echt of niet echt gebeurd
Voor de meeste mensen ligt het verschil tussen fictie en non-fictie in de vraag of het vertelde echt gebeurd is of niet. Fictie wordt algemeen beschouwd als een verzinsel van de schrijver en non-fictie als de ware toedracht tot gebeurtenissen die in het echt hebben plaatsgevonden.
Je gaat maanden tot jaren bezig zijn met je non-fictie boek, waarbij je eerst uren research gaat doen voordat je daadwerkelijk begint met schrijven. Het is dus van belang dat het onderwerp waarover je schrijft je interesseert. Beter nog: dat je er gepassioneerd over bent. Wees dus kritisch op je onderwerpkeuze.
Fictief betekent hetzelfde als 'verzonnen' of 'bedacht'. Een fictief idee is een idee dat niet correspondeert met iets in de werkelijkheid.
non-fiction zn.: non-fictie; [boeken] informatief §
A Een realistisch verhaal is een verhaal dat echt gebeurd is. B Een realistisch verhaal is een verhaal dat nooit echt kan gebeuren. C Een realistisch verhaal is een verhaal dat heel echt lijkt.
Wek nieuwsgierigheid op met informatieve boeken
Niet alleen fictie kan de wereld van de lezer vergroten, ook non-fictie kan dat teweegbrengen. De lezer krijgt informatie voorgeschoteld die nieuw is en verwondering op kan roepen, waardoor een nieuwsgierige houding ontstaat die zorgt voor een open blik naar de wereld.
Fictie is een verhaal of tekst, dat niet op de werkelijkheid is gebaseerd. Het wordt geschreven vanuit de fantasie van de schrijver. Het tegenovergestelde van fictie is non-fictie. Hierbij is het verhaal wel (grotendeels) op feiten gebaseerd.
Over het algemeen worden boeken bestempeld tot literatuur wanneer de verhalen origineel en kwalitatief bevonden worden. Dit komt onder andere door de personages die, in tegenstelling tot de lectuur, niet oppervlakkig zijn. Ze maken een verandering door gedurende het verhaal.
Realistische fictie bevat gelovige karakters, plot en instellingen, en beklemtoonde relatabele problemen voor de hedendaagse lezer. Realistische fictie schrijft dat, hoewel uitgevonden, een volledig realistisch scenario afbeeldt.
Proza is het soort tekst dat men kan vinden in een krant, een encyclopedie, een kort verhaal, roman of novelle, een film, een essay, een wetenschappelijk artikel, een brief. Het kan kort zijn, zoals een stukje in de krant, of zo lang als een complete meerdelige roman.
Een subgenre is een onderliggende genre. Vaak door een kleinere groep beoefend/aangehangen of meer elitair. Dit in tegenstelling tot een mainstreamgenre dat veel beoefenaars kent en/of een groot publiek bereikt. Als uitgegaan wordt van onderling verband, is er ook wel sprake van hoofdgenre en onderliggende genres.
Fictie betekent dat het verzonnen is. Non-fictie betekent dus dat het niet verzonnen is. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je van fictieboeken niets kunt leren. Er zijn over elk onderwerp wel leerboeken te vinden.
Met fictie (Latijn: fictio, "vorming") wordt in de narratologie een verhaal of gedachtegang aangeduid, die zich hoofdzakelijk in de fantasie van de auteur en de lezer afspeelt. Dit in tegenstelling tot non-fictie, die uitgaat van de feitelijke werkelijkheid. De term is ontleend aan het Franse fiction.
Een dodengesprek (ook wel dodendialoog of samenspraak der doden) is een fictief gesprek tussen twee of meer personen dat in het hiernamaals plaatsvindt. Vaak wordt het gesprek in de klassieke onderwereld gesitueerd, wat bijvoorbeeld kan blijken uit de aanwezigheid van Charon, Minos of Mercurius.