De behandeling is gericht op het voorkomen van complicaties, zoals trombose, en het verminderen van klachten. U krijgt het medicijn acetylsalicylzuur (ascal) om de kans op trombose te verkleinen. Als de trombocyten te hoog worden, zal met een celdodende (cytoreductieve) behandeling gestart worden.
Een teveel aan bloedplaatjes kan komen door een bloedziekte zoals leukemie (primaire trombocytose). Bij een secundaire trombocytose is het hoge aantal bloedplaatjes een reactie op een andere aandoening (zoals een bloeding, ijzertekort of infectie) of het gevolg van een inname van bepaalde medicijnen.
Als je te weinig bloedplaatjes hebt, ontstaan er problemen met de bloedstolling. Hierdoor heb je een groter risico op bloedingen. Bij een waarde van 20 tot 30 miljard bloedplaatjes per liter kan er al bij klein letsel een bloeding ontstaan.
100 tot 150 miljard bloedplaatjes per liter (100 tot 150 x 109/l) hebt; een normaal bloedbeeld hebt; geen klachten ondervindt.
Trombocytopenie kan diverse oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld gaan om een verstoorde aanmaak, een verhoogd verbruik of het wegvangen van bloedplaatjes. Een veelvoorkomende oorzaak is chemotherapie. Die remt de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg.
In eerste instantie start de behandeling met corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison of eventueel dexamethason). Dit zijn medicijnen die lijken op natuurlijke bijnierschorshormonen. Ze beïnvloeden het immuunsysteem en gaan de afbraak van bloedplaatjes tegen.
Waarom iemand acute leukemie krijgt, is vaak niet te zeggen. De oorzaak zijn meerdere fouten (mutaties) in het DNA van de stamcellen in het beenmerg. Deze mutaties ontstaan spontaan. Wel neemt de kans op deze mutaties toe door bestraling of blootstelling aan bepaalde chemische stoffen.
Heb je primaire trombocytose? Dan schrijft je arts je een kleine dosis aspirine voor om het risico op klonters te vermijden. Aspirine maakt je bloedplaatjes minder kleverig. Zo vermindert het geneesmiddel de kans op klontervorming.
Essentiële trombocytemie is niet te genezen, maar met een goede behandeling leven mensen met deze ziekte nog vele jaren. De behandeling verschilt per persoon. Je krijgt altijd medicijnen tegen trombose: carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur (Aspirine®).
Door een teveel aan rode bloedcellen wordt het bloed stroperiger. Daardoor stroomt het minder gemakkelijk door de kleine bloedvaatjes. Hierdoor is er een hoger risico op bloedstolsels in de aders (veneuze trombose) of in de slagaders (arteriële trombose). Polycythemia vera is een kwaadaardige bloedziekte.
Zonder behandeling loopt acute TTP in 90% van de gevallen dodelijk af. Door tijdige diagnose kan deze levensbedreigende aandoening momenteel bij 85% van de patiënten met succes worden behandeld. Bij voorkeur geen trombocytentransfusies, tenzij levensbedreigende bloeding of ingreep.
Als het aantal witte bloedcellen blijft toenemen kan het bloed stroperig worden waardoor het niet goed kan stromen in de kleinere bloedvaatjes. Klachten als benauwdheid, wazig zien, verwardheid of sufheid kunnen hiervan het gevolg zijn.
Essentiële trombocytose (ET) is een zeldzame, chronische en kwaadaardige aandoening van het bloed. Je beenmerg maakt dan te veel bloedplaatjes aan.
Door een teveel aan rode bloedcellen neemt het bloedvolume toe en wordt het bloed dikker. Hierdoor neemt de bloedcirculatie voornamelijk in de kleinste haarvaten af. Hierdoor kun je last krijgen van de volgende symptomen: Hoofdpijn en suizende oren.
Bij leukemie bijvoorbeeld geeft het bloedonderzoek een abnormale stijging van het aantal witte bloedlichaampjes weer, maar ook een daling van het aantal rode bloedcellen en bloedplaatjes.
Meest voorkomende symptomen
Toename van infecties door verminderde afweer; Zwaar of pijnlijk gevoel in de bovenbuik door een vergrote lever en/of milt; Vergrote lymfeklieren, die meestal niet pijnlijk zijn; Jeuk.
Bij bloedarmoede zit er te weinig hemoglobine in het bloed. Het bloed kan dan te weinig zuurstof naar de lichaamscellen brengen. Dit kan klachten geven, zoals moe zijn, duizeligheid, het gevoel hebben dat u flauwvalt of snel kortademig worden. Bloedarmoede komt bij vrouwen het vaakst door heftig ongesteld zijn.
De woekering van abnormale witte bloedcellen komt vooral tot uiting in: zwelling van de lever, de milt en de lymfeklieren. bot- of gewrichtspijn, zozeer zelfs dat het kind mank gaat lopen (dit is te wijten aan de woekering van leukemische cellen in het betrokken beenmerg)
Verschijnselen. Chronisch lymfatische leukemie wordt vaak bij toeval ontdekt bij bloedonderzoek omdat de witte bloedcellen, en dan vooral de lymfocyten, verhoogd zijn. De ziekte kan vele jaren aanwezig zijn zonder klachten.
In een verder gevorderd stadium van acute leukemie komen de zieke witte bloedcellen in de bloedbaan terecht. En soms ook in de organen. Die kunnen dan overvol raken met leukemiecellen. Mogelijke symptomen hiervan zijn hoofdpijn en zwelling van het tandvlees.
Voor het aanmaken van rode bloedcellen moet er voldoende ijzer, foliumzuur en vitamine B12 in uw voeding zitten. Als uw voeding te weinig van deze voedingsstoffen bevat, kunt u ook bloedarmoede krijgen. Het beenmerg speelt een belangrijke rol in het aanmaken van (rode) bloedcellen.
De behandeling is bij iedere persoon anders. Je krijgt altijd medicijnen tegen trombose (carbasalaatcalcium of acetylsalicylzuur) en aderlatingen om de hematocriet te verlagen. De hematocriet is de hoeveelheid rode bloedcellen per liter bloed (in liter per liter = l/l)).
Door de ongecontroleerde groei van zieke witte bloedcellen ontstaat er een tekort aan gezonde rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Dit veroorzaakt klachten. Deze klachten kunnen natuurlijk ook komen door andere ziektes dan chronische leukemie. Vooral klachten van bloed armoede komen vaker voor.
Daarmee stelt de arts vast hoever de ziekte zich heeft verspreid. Zo kan hij bepalen welke behandeling het meest geschikt is. U kunt de volgende onderzoeken krijgen: CT-scan of echografie: om te bepalen of er bij u sprake is van vergrote lymfeklieren en/of een vergrote lever of milt.