Als de huisarts denkt dat u onrustige cellen heeft, stuurt die u door naar een gynaecoloog in het ziekenhuis. De gynaecoloog bekijkt uw schaamlippen, de ingang van de vagina en het gebied eromheen. Ook kan de arts in de vagina kijken om te zien hoe de binnenkant van de vagina en de baarmoederhals er uitzien.
Onrustige cellen zijn cellen die er anders uitzien dan normale cellen. Ze kunnen ontstaan door een infectie, bijvoorbeeld met HPV. Vaak ruimt het lichaam onrustige cellen vanzelf weer op. Onrustige cellen kunnen steeds meer gaan afwijken van normale cellen.
Uw lichaam ruimt het virus bijna altijd weer zelf op. Het duurt 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is. Soms kan uw lichaam het virus niet goed opruimen. U blijft dan veel langer besmet en u heeft een grotere kans op baarmoederhalskanker.
Er bevinden zich in het uitstrijkje een paar afwijkende/onrustige cellen. Deze lichte afwijking van de baarmoederhalscellen wordt soms door een vaginale infectie veroorzaakt. Deze kan worden behandeld als u er klachten van hebt. De uitslag PAP II wijst in het algemeen niet op een voorstadium van kanker.
Als het lichaam het virus niet opruimt, kunnen afwijkingen ontstaan. Een laag-risico virus kan genitale wratten veroorzaken. Er zijn ook HPV typen met een hoog risico. Deze kunnen leiden tot het ontstaan van baarmoederhalskanker.
Er is HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) gevonden en er zijn licht afwijkende cellen gevonden. Dit is niet ernstig en heeft geen behandeling nodig. Het lichaam ruimt licht afwijkende cellen meestal zelf op. Een nieuw uitstrijkje over 12 maanden is wel belangrijk.
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
HPV komt veel voor. De persoon met wie je samen bent kan het virus dus bij zich dragen zonder dit zelf te weten. En dan kan jij ook besmet raken. Ook als je 1 seksuele partner in je hele leven hebt, kan je het van die partner krijgen.
Je krijgt HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) via seksuele handelingen. Bijna iedereen krijgt ooit een HPV-infectie, mannen én vrouwen. En bijna altijd ruimt het lichaam dit virus zelf weer op. Met de HPV-vaccinatie ben je goed beschermd tegen HPV-infecties.
In het algemeen geneest een HPV-infectie zonder behandeling. Van nieuwe infecties was 20% na 3 maanden spontaan genezen en 90% na 2 jaar (Boeke 1999, Zielinski 1999).
De colposcopie is niet echt pijnlijk, maar u kunt erna wel lichte menstruatiekramp hebben. Hiervoor kunt u een pijnstiller gebruiken. bijvoorbeeld Alive, Brufen of Nerofen. Paracetamol werk meestal minder goed bij menstruatiekramp.
Bij Pap 2 tot en met Pap 5 kan er iets aan de hand zijn: van een onschuldige irritatie of infectie tot onrustige cellen. een voorstadium van baarmoederhalskanker, of toch baarmoederhalskanker. Als je een afwijkende uitslag krijgt, onderzoekt een gynaecoloog eerst hoe het weefse1 in je baarmoederhals eruitziet.
PAP3b is geen diagnose, geen ziekte. het is een uitslag van een onderzoek. En met deze uitslag is er een (redelijk grote) kans op een voorloperstadium van baarmoederhalskanker. Dat is heel goed te genezen en meestal is er maar en heel beperkte behandeling nodig (een lisexcisie).
Bovendien is HPV een latent virus en kan het jarenlang slapend aanwezig zijn- het is niet altijd het gevolg van recente geslachtsgemeenschap.
Bijna altijd ruimt het lichaam hrHPV weer op binnen 2-3 jaar. Als er HrHPV wordt gevonden in een uitstrijkje, kunt u het virus dus al langere tijd hebben. Er is geen behandeling voor hrHPV. Meestal verdwijnt het virus vanzelf.
Van de Nederlandse vrouwen van achttien tot dertig jaar is 11,8 procent besmet met één of meerdere van de HPV-virussen, die een verhoogd risico kunnen geven op baarmoederhalskanker later in het leven.
Door seks kan het HPV in de vagina en baarmoederhals komen. Het virus kan dan in de cellen van het slijmvlies van de baarmoederhals gaan zitten. Bij de meeste vrouwen ruimt het afweersysteem HPV op. Als het afweersysteem HPV niet opruimt, kunnen er afwijkende cellen ontstaan.
De eerste verschijnselen zijn jeuk en irritatie bij de geslachtsorganen. Soms ontstaat er maar één wratje, maar soms ook ontstaan er veel wratten in korte tijd. De kans dat wratten na behandeling terugkomen is groot.
PAP 1 HPV positief Het uitstrijkje is normaal. Wel is het HPV virus gevonden waardoor u over 6 maanden opnieuw een uitstrijkje moet laten maken om te kijken of het lichaam het virus zelf heeft opgeruimd. In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal.
HPV16, 18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58 en 59 veroorzaken baarmoederhalskanker. Dit zijn hoog-risico HPV- typen (hrHPV). HPV16 is het gevaarlijkst en veroorzaakt meer dan de helft van alle baarmoederhalkankers. HPV18 veroorzaakt 16% van alle baarmoederhalskankers.
De incubatietijd (de periode tussen het moment van besmetting en het ontstaan van de klachten) voor deze typen HPV is één tot acht maanden en ligt gemiddeld rond de drie maanden.
Bij een vermoeden van baarmoederhalskanker krijg je eerst een lichamelijk onderzoek van de huisarts. Daarbij hoort ook een inwendig onderzoek met uitstrijkje. Bevat het uitstrijkje afwijkende cellen of denkt je huisarts dat je misschien baarmoederhalskanker hebt, dan verwijst hij je naar een gynaecoloog.