Met een gemiddeld stijgingspercentage over zo'n 20 kilometer van 8 tot 9 procent. Net iets minder dan de Mont Ventoux. Maar het grote verschil tussen beide cols is de lucht, die in de laatste kilometers van de Stelvio vanaf zo'n 2 kilometer hoogte ijler en ijler wordt.
De Passo dello Stelvio is een bergpas in het noorden van Italië. De Stelvio is met zijn 2758 meter de hoogste pas in Italië en één van de zwaarste beklimmingen in het wielrennen.
Windsnelheden tot 300 kilometer per uur (!) zijn gemeten. Als die wind het enige was wat de klim zwaar maakt dan 'viel het nog wel mee'. Maar de Mont Ventoux heeft een enorm stijgingspercentage en dat voor 20 kilometer, misschien niet continu maar wel meer dan genoeg om het elke wielrenner flink zwaar te maken.
De totale klim naar boven is 21 kilometer lang en telt ongeveer honderd bochten. De gemiddelde klimtijd bedraagt ongeveer 2 uur en 25 minuten. Snelste tijd ooit: Iban Mayo 55"51'. Volgens de Club des Cinglés du Mont Ventoux is dit de moeilijkste klim van de drie.
Op nummer 1: Col du Galibier! Deze loeizware beklimming in Frankrijk beklim je vanuit Saint-Michel-de-Maurienne voor het meest slopende resultaat. De verschrikking zit hem niet in het gemiddelde stijgingspercentage van 'slechts' 6%. Bij de Galibier zit het in de lengte van maar liefst 31,5 kilometer.
De Mauna Kea in Hawaii is 's werelds zwaarste beklimming. Welke methodiek je ook gebruikt. De combinatie van afstand, stijgingspercentage en hoogteverschillen maken deze vulkaan een klim voor alleen échte berggeiten.
Iedereen die de Mont Ventoux beklimt verdient respect. Dan weten jullie dat vast. Maar dit is wel de makkelijkste beklimming van de Mont Ventoux. Sault ligt al op 765 meter hoogte en over 26 kilometer neemt de route de tijd om boven te komen.
Meet jezelf niet met de versnellingen die de profs gebruiken. Profs rijden al gauw tweemaal zo hard en hebben dus grote versnellingen nodig. Bovendien hebben profs een aeroob vermogen van 400 watt (mannen, vrouwen circa 12,5% lager). Beter gezegd: 5,8 resp 5,1 Watt/kg, want daar gaat het om.
De beklimming vanuit Sault in het Oosten is de minst bekende route van de drie en wordt ook wel gezien als de makkelijkste route. Sault ligt hoger dan de twee andere startplaatsen op namelijk 765 meter hoogt. De route naar de top van de Mont Ventoux heeft dan ook maar een hoogteverschil van 1144 meter.
Op het laatste stuk gemeten vanaf Chalet Reynard (6,1 km lang, 8,1% gemiddeld), reed Vingegaard dankzij een sterke rugwind in 16 minuten en 40 seconden omhoog, goed voor een gemiddelde snelheid van 21,96 km/uur!
De Mont Ventoux en de Stelvio zijn trotse bezitters van de bestempeling "Buitecategorie". De buitencategorie werd in de Tour de France pas in 1979 geïntroduceerd. Een bestempeling die menig wielrenner tot de verbeelding spreekt.
Vandaag trekt de Tour-karavaan niet één maar twee keer over de mythische Mont Ventoux. De Kale Berg is een pelgrimsoord voor God en klein Pierke. 'En elk jaar vallen er twintig doden. '
Mijn ervaring met het beklimmen van de Stelvio was: Vanuit Bormio is hij het mooiste en makkelijkste. Vanaf andere kant (noorden) is hij een stukje lastiger, onregelmatiger. Mooi.
Hoe kan ik op het vlakke trainen voor een hele lange klim zoals de Stelvio? Houd continu hoog D2, laag D3 vast, afhankelijk van de snelheid waarmee je straks omhoog wilt gaan. De één wil zo snel mogelijk boven komen, de ander vindt het al lang prima áls ze boven komt.
De 11/28 of 11/30 cassettes zijn geschikt voor heuvelachtige parcoursen en voor sommigen al in de bergen. Voor de meeste fietsers zijn echter de 11/32 en 11/34 cassettes het meest geschikt voor in het hooggebergte.
Voor de meeste etappes kiezen de renners voor een cassette met 11-28 verhouding. Het kleinste tandwiel is daarbij 11 tanden groot en het grootste tandwiel heeft er 28. Tijdens zware bergritten kiezen sommige renners voor een lichter verzet, bijvoorbeeld 11-30. Dit zie je vooral vel bij de renners van Ineos Grenadiers.
Bij het bergop fietsen is natuurlijk het verzet (de versnelling) van essentieel belang. Om een berg als de Passo dello Stelvio te beklimmen kan het, zeker voor beginnende fietser, aangeraden zijn om voor een "triple" te kiezen.
Zo doe je het: Zoek een korte klim die ongeveer 2 minuten duurt om te beklimmen. Zorg dat je al voordat de klim begint aan een RPE van 7/8 rijdt. Klim 90 seconden door met dezelfde inspanning en rij de laatste 30 seconden zo snel als je kunt naar de top. Herhaal vier tot zes keer.
De berg is het meest bekend om de wielerwedstrijden die hier hebben plaatsgevonden, vooral de Tour de France. De steile hellingen, de moeilijkheidsgraad en het kale 'maanlandschap' en de vaak straffe wind die op de berg staat, maken de beklimming een echte uitdaging.
Met de 180 Watt Vermogen, gewicht fietser 89kg en een 8 kg fiets, kan op die helling van 12% met 5,7km/uur gereden worden en de 40/26 levert dan een cadanz van 39 toeren per minuut.
Wereldtoppers met een ADV van 6,4 Watt/kg, doen de klim (theoretisch) in 36 minuten. Ongetrainde vrouwen met een ADV van 2 Watt/kg doen 114 minuten over de klim. Bij het lopen doet snelle Eddy met een VO2 max van 55,5 ml/kg/min 102 minuten over de klim. Wereldtoppers met een VO2 max van 88 doen de klim in 64 minuten.
We hebben de tien steilste skipistes van de Alpen op een rijtje gezet. Op de 1e plaats staat de Langer Zug in Lech (Oostenrijk). Deze heeft een hellingspercentage van 142 %.
De K2 is heel supersteil, waardoor alleen de allerbeste klimmers boven kunnen komen. De kans op vallende stenen en lawines is heel groot. Klimmers kunnen dus bedolven raken onder stenen of sneeuw. Daarnaast zitten er allerlei diepe kloven in de berg, waar je echt niet in moet vallen.