Wanneer je voldoende inkomen of vermogen hebt, dan heb je geen recht op partneralimentatie. Wordt bij de scheiding vastgesteld dat je voldoende eigen vermogen hebt, dan dien je dat in eerste instantie aan te wenden voor je levensonderhoud.
Vermogen telt mee
Met uw vermogen wordt bij het vaststellen van alimentatie wel degelijk rekening gehouden. In welke mate is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval.
Bij de berekening van de alimentatie wordt in principe alleen naar het inkomen gekeken. Het vermogen telt echter wel mee, naarmate dit vermogen substantieel inkomen oplevert.
In principe telt elk redelijkerwijs te verdienen inkomen mee in de draagkrachtberekening die de basis vormt voor een alimentatieberekening. Dus ook fooi, inkomsten uit een handeltje op marktplaats, overwerkvergoeding, dividend, huurinkomsten, rente op vermogen etcetera.
Partneralimentatie geldt alleen bij een scheiding
Het recht op partneralimentatie bestaat niet alleen als je getrouwd was. Partneralimentatie moet soms ook worden betaald na het verbreken van een geregistreerd partnerschap. Ook als je hebt samengewoond kun je afspreken om partneralimentatie te betalen.
Volgens de wettelijke richtlijn bedraagt de duur van de partneralimentatie de helft van het aantal huwelijksjaren met een maximum van vijf jaar. Bijvoorbeeld: ben je 12 jaar getrouwd, dan moet je maximaal 5 jaar partneralimentatie betalen aan je minder verdienende ex-partner.
Bij de berekening van partneralimentatie wordt immers gekeken naar uw draagkracht. Op het moment dat u gaat samenwonen met uw nieuwe partner kunt u minder, of juist meer, vaste lasten krijgen. Dat heeft gevolgen voor uw draagkracht, en kan dus ook gevolgen hebben voor de hoogte van de partneralimentatie.
Je mag tijdens de scheiding afzien van partneralimentatie. Maak hierover duidelijke en heldere afspraken en leg deze vast in het echtscheidingsconvenant. Je mag ook een ander bedrag dan de officiële partneralimentatieberekening nemen. Maak ook in dat geval duidelijke en heldere afspraken.
De partner die behoefte heeft aan alimentatie heeft in principe recht op 60% van het netto gezinsinkomen zoals dat gold tijdens het huwelijk. Er wordt dus gekeken naar de financiële welstand van partijen tijdens het huwelijk.
Zijn jullie langer dan vijf jaar met elkaar getrouwd of hebben jullie samen kinderen, dan geldt de maximale termijn van 12 jaar. Na deze 12 jaar stopt de alimentatieplicht en kun je gewoon stoppen met betalen. Gaat de ex in de tussentijd samenwonen, dan komt daarmee ook het recht op partneralimentatie te vervallen.
Het betalen of ontvangen van kinderalimentatie heeft geen invloed op het krijgen van een hypotheek. Kinderalimentatie wordt namelijk niet als inkomen gezien.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Tot hoe lang kan ik achterstallige alimentatie terugvorderen? Als de alimentatie is bekrachtigd door de rechtbank dan kun je, met terugwerkende kracht, tot vijf jaar terugvorderen. Het LBIO kan tot zes maanden terugvorderen.
Kreeg de nieuwe partner van uw ex gezag over uw kinderen? Dan hoeft u misschien ook minder alimentatie te betalen. De nieuwe partner wordt namelijk onderhoudsplichtig. Het inkomen van de nieuwe partner telt dan mee in de berekening van de kinderalimentatie die u moet betalen.
De niet-verzorgende ouder is verplicht om financieel voor de kinderen te blijven zorgen. Dit heet een onderhoudsplicht of alimentatieplicht. Het bedrag dat voor het onderhoud van de kinderen wordt betaald heet de kinderalimentatie. De hoogte hiervan is onder andere afhankelijk van de omgangsregeling.
De draagkracht van de betaler
Deze kosten zijn kosten die de betaler zelf moet maken om rond te kunnen komen, zoals woonlasten en zorgverzekering. Wat er overblijft is draagkracht. Van de draagkracht is dan meestal ca. 60% beschikbaar voor alimentatie.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
Wanneer de ontvanger van partneralimentatie in totaal meer dan 69.398 euro per jaar heeft, is de te betalen belasting 49,5%. De ontvanger houdt dan 50,5% van het brutobedrag aan partneralimentatie netto aan partneralimentatie over.
Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
Het onderhoudsgeld mag nooit meer dan 1/3 van het inkomen bedragen van de onderhoudsplichtige ex-echtgenoot. Het inkomen dat in rekening wordt genomen is het netto-beroepsinkomen en inkomen uit goederen. Nooit langer dan de duur van het huwelijk is onderhoudsgeld verschuldigd.
Kinderalimentatie is niet preferent aan het aflossen van schulden. Ondanks dat het onderhouden van kinderen een wettelijke plicht is en in de onderlinge verhouding van onderhoudsplichten prioriteit heeft, heeft het geen voorrang op het aflossen van de schulden bij andere schuldeisers.
Kan een alimentatiegerechtigde verplicht worden om (meer) te gaan werken? Nee, dat kan niet. Maar een alimentatiegerechtigde die er zelf voor kiest om niet meer te gaan werken, terwijl dit wel mogelijk is, kan deze keuze wel worden aangerekend.
De rechter bepaalt de hoogte van de kinderalimentatie en de partneralimentatie. Rechters hebben samen normen ontwikkeld voor het berekenen van de alimentatie.
Wanneer uw ex partner gaat samenwonen, vervalt uw onderhoudsverplichting definitief. Er moet dan wel sprake zijn van een affectieve (1) en duurzame (2) relatie waarbij er sprake is van wederzijdse verzorging (3), waarbij wordt samengewoond (4) en een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd (5).
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.