Achtergrondinformatie (context onderzoek): ga dieper in op de gebeurtenis door hierover meer informatie te geven en zo de context van je onderzoek te schetsen. Brug naar probleemstelling: geef aan dat er sprake is van een probleem en sla zo een brug naar de probleemstelling van je onderzoek.
Het aanvankelijke probleem: het issue van de organisatie. De context van het probleem: de perceptie van de klant over de wijze waarop de context, de geschiedenis, de cultuur, de heilige huisjes in een organisatie een rol spelen bij het in stand houden van het probleem.
Randvoorwaarden zijn alle aspecten waaraan een project of een programma gehouden is. Aspecten die niet beïnvloedbaar zijn door de betrokkenen, meestal zelfs niet door de opdrachtgever, maar waaraan de betrokkenen zich wel moeten conformeren.
In de aanleiding beschrijf je de achtergronden die hebben geleid tot jouw onderzoek. Wat is de aanleiding van jouw onderzoek? Wat heeft ertoe geleid dat jij onderzoek gaat doen? Dit zijn vragen die je jezelf moet stellen tijdens het schrijven van de aanleiding.
Het eerste hoofdstuk van de scriptie is de inleiding. De inleiding begint met de aanleiding van het onderzoek (en eindigt met je hoofd- en deelvragen). De eerste paragraaf, de aanleiding, vormt dus het startpunt.
Een beschrijving van de huidige situatie. Een beschrijving van de gewenste situatie. Een overzicht van de verschillen daartussen. De mogelijkheden om die verschillen te overbruggen (bijvoorbeeld eigen mensen op cursus sturen of slimme mensen inhuren)
Mogelijke randvoorwaarden voor het proces zijn:
Personele capaciteit: hoeveel en welke mensen werken er aan het nieuwe financieringssysteem en hoeveel tijd en budget hebben deze mensen daarvoor? Draagvlak: hoe groot is het draagvlak voor het vernieuwen van het beleid?
In het theoretisch kader van je Plan van Aanpak ga je in op de belangrijkste begrippen, theorieën en modellen die met je onderwerp te maken hebben. Je legt hierbij uit wat deze inhouden en gaat daarna vooral in op waarom deze voor jouw onderzoek relevant zijn (welke deelvraag je hiermee kunt beantwoorden bijvoorbeeld).
Methode 1: 6 W-vragen
Wie heeft het probleem? (onderzoek wie de betrokkenen zijn) Wanneer doet het probleem zich voor? (onderzoek mogelijke situaties) Waar doet het probleem zich voor? (onderzoek of je bepaalde probleemgebieden kunt aanwijzen) Waarom is het een probleem? (onderzoek wat de gevolgen kunnen zijn).
CONTEXT – WAT IS DE AANLEIDING? Kom erachter waarom het belangrijk is dat deze opdracht wordt uitgevoerd.
De context van ontdekking (context of discovery) is de feitelijke gang van zaken tijdens wetenschappelijk onderzoek, het feitelijke proces van wetenschappelijke kennisverwerving.
De hoofdvraag stel je op met behulp van de probleemstelling die je weer met behulp van de probleemanalyse hebt opgesteld. De hoofdvraag beantwoord je in je scriptie met het onderzoek dat je doet. De deelvragen/hypothesen stel je op om je hoofdvraag stap voor stap te kunnen beantwoorden.
Er zijn verschillende eisen die grofweg in twee soorten kunnen worden verdeeld; De proceseisen beschrijven HOE een werk moet worden uitgevoerd en de Systeemeisen beschrijven WAT er moet worden gemaakt.
In de bouwkunde is het programma van eisen het document dat door de opdrachtgever wordt gemaakt en dat in het bouwproces wordt gebruikt door de architect om op basis van de kaderstelling in het document het te ontwerpen gebouw maximaal bruikbaar te maken voor de opdrachtgever.
De inleiding
Een inleiding bestaat uit één of meer alinea's en heeft als functies aandacht trekken van de lezer en het introduceren van het onderwerp.
In de laatste alinea van de inleiding geef je een korte beschrijving van de opbouw van het document en de manier waarop je de centrale vraag gaat beantwoorden. Je maakt de lezer als het ware wegwijs in je document.
In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.